-XXIII-
Ik werd wakker onder warme, zachte lakens. Wanneer ik mij uittrok, voelde ik de lichaamswarmte van iemand anders. Ik had bij Ewout geslapen. Nadat ik gisteren hem mijn grote nieuws had verteld, hadden we er bij hem thuis nog over gepraat. Daarna werden we zo moe dat we met kleren aan in bed kropen. Ergens zag ik dat Ewout het maar raar vond wat ik allemaal zei. Maar ik heb er hem toch in ieder geval van kunnen overtuigen om eens mee te gaan.
'Goodmorning sunshine.' mompelt Ewout.
'Goeiemorgen.' lach ik terug. 'Klaar om te zien te krijgen wat ik je heb verteld?'
'Elena, ga je daar nu nooit eens over ophouden..' zuchtte hij.
'Maar Ewout, je gelooft me niet he!' 'Ik wil dat je het met je eigen ogen ziet!' Ik was een beetje geraakt door zijn gedrag.
Ewout zuchtte, en keek me recht in de ogen. 'En wat als ik het niet wíl zien?'
Ik glimlachte. Dat was nu juist het antwoord dat ik wou horen. 'Dus je geloofd het?' Ik lachte en voor hij een antwoord kon geven sprong ik snel uit het bed. Speels nam ik het laken en wierp het naar de andere kant van de kamer.
'Elena!' 'Mijn deken!' Kreunde Ewout.
Ik lachte. 'Kom nou gewoon uit je bed, dan kan ik je het eindelijk tonen.'
Ik nam de kaart uit mijn rugzak en keek erop. En wat me nog nooit eerder was opgevallen, is dat op de plek bij mijn vorige huis, waar alles verwoest was en Ewout zijn amulet lag, ook een kruisje stond. Mijn hart maakte een sprongetje. Ik had er een goed gevoel bij.
'Waar gaan we dan naar toe?' zei Ewout, plotseling naast me, slaperig.
'Dat zul je meteen wel merken.' zei ik. Ik nam zijn hand, en trok hem mee naar buiten.
Het was nog even lopen naar mijn vorige huis. En heel de rit lang had Ewout lopen zagen.
Waarom we dit eigenlijk deden, of ik zeker was dat ik mijn hoofd niet gestoot had, dat hij eigenlijk ergens anders naartoe moest, dat hij me gek vond, en dat hij er helemaal niet naartoe wou.
Maar ik trok er me niets van aan. Ik bleef hem maar meesleuren. Eindelijk kwamen we bij ons bestemming. Ik hield Ewout stevig vast, zodat hij deze keer niet plotseling zou kunnen verdwijnen. Ik liep naar de puinhoop toe, en verlegde een golfplaat. Daaronder lag een groot gat. Net zoals ik verwacht had.
'Hier is het, ga er maar in.' zei ik vol verwachting.
Ewout bleef maar zeuren. Maar ik gaf hem letterlijk en figuurlijk een duwtje in de rug. Ik nam snel de twee amuletten uit mijn rugzak. Ik legde Ewout zijn amulet rond zijn nek, en de mijne rond de mijne. Ewout negeerde het.
'Wat is dit?' 'Is dit die geweldige plek van je waar je je steeds verstopt?' 'Al wat ik zie is aarde en rotsen!'
'Nee Ewout.' 'Sluit je ogen.'
'Ik zie nog steeds een hoop aarde..'
'Sluit ze beter. Sluit je hart af van de wereld hierboven.' 'Nu open je ogen, open je hart voor déze wereld.'
Er zijn nog geen reacties.