Hoofdstuk 17

Na een tijdje word ik wakker, me moeder zegt dat we moeten gaan eten. Hoe was het kanoën? Vraagt ze. Leuk. Zeg ik. Niet al te enthousiast lacht ze. Ik lach zwakjes terug. Als we klaar zijn met het eten. Ga ik naar boven, ik pak me huiswerk en ga aan de gang. Het is Engels, een vak dat ik echt niet kan. Ik zucht en ik bel Meike maar op. Misschien heeft zei nog wat te vertellen. De telefoon gaan 2 keer over en dan neemt ze op; Heeee! Hoe gaatie? Goed en met jou? Ook goed. En ben je alweer wat warmer? Ik lach, ja ik ben al warmer. Heb een lekkere douche genomen en ben nu met dat stomme Engels bezig. Ik hoor gelach aan de andere kant. Moet ik je anders helpen? Vraagt ze. Ik denk na en zeg; als je dat wil. Graag! Okee, is goed zie je om 8 uur. Doei. Tot zo roep ik er nog achteraan en ik hang op. Na een klein uurtje hoor ik de bel gaan. Ik hoor me moeder iets zeggen, maar ik weet niet wat. Dan word er op mijn deur geklopt. Binnen! Roep ik. Hoooii, ik ben het. Zegt Meike met een brede lach op haar gezicht. Zo, laat maar eens zien wat je niet begrijpt. Ik zoek het stukje op en wijs dan naar het stukje. Ah, de present simple. Zo moeilijk is dat niet als je het snapt. Na een tijdje uiteg en wat gelach vraag ik of ze wat drinken wil. Doe maar een cola. Zegt ze. Ik loop naar beneden en pak een Cola en een Sinas. Lukt het een beetje? Vraagt me moeder. Jahoor gaat goed en ik loop weer naar boven. Meike pakt het glas en drinkt het in 1 keer op. Zo jij had dorst. Zeg ik lachend. Ja, dat klopt. Lacht ze terug. Zullen we anders even een film kijken? Vraag ik aan haar. Ja, is goed. Zegt ze. Welke films heb je allemaal? Ik loop naar me kast en laat al mijn films aan haar zin. Ik heb er zoveel, want ik vind het heerlijk om een film te kijken. Na een lange keuze en te lopen kiezen. Hebben we besloten om Twilight te gaan kijken. Na de film gaat ze dan naar huis toe. Doeii, tot morgen roept ze. Doeii, roep ik terug. En ik doe dan de deur dicht.