Foto bij Chapter six

We see daily that our lives are terrible and little, without continuity, buyable and salable at any moment, mere blips on a screen, that this is the way we live now. Memory marketed as nostalgia; terror reduced to mere suspense, to melodrama.

Overgrootmoeder had raar gekeken toen ik had verteld dat ik naar de kelder was gegaan. Ik had haar verteld dat het kasteel me echt goed beviel en dat ik alles wou zien. Niet de kelder had ze boos gebulderd. Ik verschoot van haar omhaal en had naar mijn moeder geroepen. Ze had me raar aangekeken, maar was dan toch gestopt. In de kelder ligt iets wat heel eng is vertelde ze toen en ik ben er niet trots op. Wat dan vroeg ik. Maar ze had haar rug al laten zien aan mij en ze was naar haar kamer gesjokt. Ik had moeite om haar te geloven. Volgens mij lag er onder in de kelder gewoon iets wat absoluut niet eng was. Ze wou het mij gewoon niet laten zien. En die nacht was ik naar haar kamer geweest. Ze was in diepe slaap en ik moest heel voorzichtig zijn. Mijn ogen stonden groot zodat ik alles kon opnemen of ik ergens een sleutel vond. Maar nergens vond ik een sleutel niet in de kleine schuiven maar ook niet tussen de boeken of bij haar vieze kat. Ik durfde hem niet aan te raken. Toen ik bijna wou weglopen zag ik iets blinken rond de hals van mijn overgrootmoeder en tot mijn grote spijt hing de sleutel aan een ketting rond haar hals. In mijn eigen had ik lichtjes gevloekt. Opeens schrik ik op. Het geluid van een uil galmde door heel de kamer. Zo hard als ik kon rende ik terug naar mijn kamer. Ik was stilletjes in het bed gaan liggen en had mij niet bewogen. Stokstijf lag ik daar nog steeds met mijn ogen toe, toen ik hoorde hoe iemand de deur opengetrokken had. Ik verschoot en zette me meteen recht. Ik wou je niet laten schrikken had mijn overgrootmoeder gezegd. Wat is er aan de hand vroeg ik. Ze had nee geschud en gezegd dat ik beter kon gaan slapen. Ik had met een kleine lach geknikt. Ik begon het hier steeds enger te vinden en ik dacht dat ze dat wel door had. Die nacht had ik nog slecht gedroomd en volgens mij had ik zelfs nog geroepen in mijn slaap want toen ik wakker werd stond mijn overgrootmoeder bezorgt te kijken. Gaat het had ze gevraagd. Ik had geknikt en zag dat ze haar ketting niet omhad. Ik ben weer eens even weg had ze mij meegedeeld. Ik had geknikt en had gehoopt dat ze lang weg bleef. Toen ze uiteindelijk vertrokken was, was ik meteen naar haar kamer gerend. En ik zag de ketting vonkelen rond de nek van de uil. Ik had even schrik maar nam hem heel snel. De uil begon meteen van zijn tak te maken. Ik was naar de kelder gegaan en had de deur moeilijk open gekregen en wat ik toen zag vond ik vreselijk. Ze had gelijk het was eng, maar zo had ik het niet verwacht.

Reageer (1)

  • Histoire

    Oh ik haat cliffhangers weet je.

    Snel verder <3

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen