Bill staat op en helpt me eruit. Als ik in het gras zit zet hij zich achter mij en eet ik mijn koek op leunend tegen Bill. Ik heb al na één koek genoeg maar de jongens blijven maar eten. Ik vraag me echt af waar ze het blijven steken. Ik sluit mijn ogen en geniet van de zon in mijn gezicht terwijl ik luister naar Bill zijn hartslag. Na een paar minuten val ik in slaap. Een paar uur later word ik wakker van een jeukende neus. Ik zie Georg met een grassprietje in zijn handen. “Sorry maar we moeten je terug brengen. Het is drie uur.” Legt Gustav uit. Bill neemt me op en zet me in mijn rolstoel. We lachen onderweg de hele tijd en mensen kijken ons soms raar aan maar daar trekken wij ons niets van aan.

“Komen jullie nog mee tot in de kamer?” vraag ik smekend, ik heb echt geen zin om nog tot 10 uur alleen te zitten met Annelies die weer een hele avond zaagt over hoe mooi ze zichzelf wel niet vindt en dat ze eindelijk zonder krukken kan stappen. Morgen verlaat ze het ziekenhuis. Je kan je nog niet half zo goed inbeelden hoe blij ik ben eindelijk van haar af te zijn. “Goed idee” zeggen ze alle 4 tegelijk en volgen me mee de lift in. Bill helpt me weer mijn bed in en we babbelen nog tot de jongens het ziekenhuis opnieuw moeten verlaten. De knuffel staat op het voeteneinde, zolang ik kan kijk ik ernaar en denk ik aan de jongens.

De volgende dag word ik door veel lawaai gewekt, het is Annelies die haar koffer aan het pakken is en natuurlijk staat ze met een domme lach op haar gezicht als ze ziet dat ik wakker ben door haar lawaai. “Domme trut!” mompel ik binnensmonds. Ik haat haar zo erg maar mijn humeur slaagt weer helemaal om naar goed als ik de jongens zie binnenwandelen. “Jongens, ik mag eindelijk uit het ziekenhuis, kunnen jullie me helpen dragen?” vraagt Annelies zo lief als mogelijk. “Ja hoor.” Antwoord Bill. Mijn mond valt open, dit kan gewoon niet, hij gaat haar toch niet echt helpen. Als hij dat doet, dan val ik ter plaatse dood en bewerk ik Annelies haar gezicht dat zelfs de beste dokter haar gezicht niet meer normaal kan zetten. “Misschien ooit eens in je dromen” maakt hij zijn zin af. Een zucht van opluchting ontsnapt uit mijn mond. Bill kijkt me lief aan en lacht even. “Ok niet dan, ik ben maar weg. Tot nooit meer losers” en ze vertrekt. “Eindelijk!” zeggen we alle 5 tegelijk als de deur gesloten wordt.

De dagen gaan voorbij en ondertussen is er een ander meisje bij mij op de kamer. Ze heet Lizzy en is 20 jaar. Met haar kom ik dan weer supergoed overeen. Zij moet twee maanden in het ziekenhuis verblijven. Bij haar is haar hele rechterzijde verlamd. De jongens hebben haar ook al leren kennen en ik moet zeggen dat Gustav en zij wel heel goed overeenkomen. Elke dag als ze weg zijn begint ze te vertellen hoe fantastisch ze hem wel niet vindt.

Morgen vertrekken de jongens op tour en Gustav en Lizzy zijn sinds vorige week samen. Ze houden superveel van elkaar en dat laten ze niet onopgemerkt voorbij gaan. Ze hangen aan elkaar alsof er iemand hun aan elkaar gelijmd heeft.
We vinden het alle 6 moeilijk te aanvaarden dat ze morgen vertrekken op tour en geven elkaar nog wel 3 knuffels voor ze vertrekken.

De volgende morgen worden Lizzy en ik gewekt door hun, maar we hadden hun helemaal niet verwacht. “Wat doen jullie hier zo vroeg? Jullie moeten toch vertrekken op tour?” vraagt Lizzy verbaasd. “Ja, maar we wouden jullie nog eens zien.” Zegt Bill. “Ja, we konden jullie niet missen.” Lacht Tom maar aan zijn ogen te zien meent hij het wel. Tom, Gustav en Georg geven mij een knuffel terwijl Bill Lizzy een knuffel geeft en even met haar babbelt. Bill komt eindelijk bij mij terwijl Tom, Gustav en Georg bij Lizzy gaan. Ook ik krijg van Bill een knuffel en babbelt hij ook wat met mij. Dan moeten ze echt vertrekken en gaan naar de deur.

Reageer (1)

  • VampireMouse

    woehaah geweldig:D
    ik hou van jou quizen
    echtw aar!!
    en ik ben inspie loos
    voor een reactie
    ook slecht xD
    nja gewoon
    Snel verder!!!!!

    XXilo0wn

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen