Chapter two
De man nam me mee. Ik had het gevoel dat ik hem ooit gezien had, maar zijn gezicht was zo verouderd dat ik er niet op kwam wat of wie hij was. In de koets was het stil en die werd ook niet verbroken. Ik had geen zin om iets te zeggen. Ik zat er niet voor mijn plezier en hij zal mij ook niet voor zijn plezier komen halen zijn. Wie weet had hij belangrijke tijd voor mij opgeofferd en om dan mij ook nog eens zover te komen halen. Nee daar zal hij zeker geen zin in hebben gehad. Mijn overgrootmoeder zal haar enge handen wel laten zien hebben aan de man en hij zal meteen de koets ingesprongen zijn. Natuurlijk zou ik dat ook gedaan hebben, ik zou ook liever geen seconde bij haar zijn. De koets werd stil gelegd en het enge kasteel kwam me meteen bekent voor. Ja ik was er. En nee ik had geen thuisgevoel. Meteen zette ik een angstige blik op niemand weet wat hier ooit geleefd heeft of wat hier ooit gebeurt is. Mijn kleine hand had de grote hand van de man vastgepakt en hij had me meegevoerd naar de poort. De poort klapte meteen dicht toen dat we binnen waren. De man had zijn jas opgehangen en ik had het zelfde gedaan. Hij had mijn kamer gewezen en toen heb ik hem niet meer gezien. Mijn loodzware koffer had ik achter mij aan getrokken en op het bed gelegd. De kamer was groot, maar was absoluut lelijk en overal zaten spinnenwebben. Wat verlangde ik naar thuis. Naar een warm bed, met warme chocolade melk en een moeder die mij niet in de steek zou laten. Maar ik ben nog geen 10 minuten in dit huis en ik had nog steeds niet mijn griezelige overgrootmoeder gezien. Misschien maar goed, want dan zou de hel beginnen. Ik had heel de kamer in mijn gedachte opgenomen. In het midden van de kamer stond het grote bed en aan de kanten hadden kasten zich op een rij gezet. Kasten met oude boeken en oud servies. Toen ik een boek uit de kast wou nemen had mijn overgrootmoeder gebruld in de kamer. Ze had zich afgevraagd waar ik bleef. Ik had me omgedraaid en in haar gezicht gekeken. Ze was nog geen spier verandert en ik vond dat ze in die jaren er nog lelijker was op geworden. Ze vond dat ik hard op haar begon te lijken en ik had gezegd dat dat niet waar was. Ze had gelachen en zei dat ze vroeger ook niet geloofde op wie ze ging lijken. Ik kon niet lachen met haar vergelijking, ik ging echt niet op haar lijken. Ze was alleen maar verouderd en had een karretje om te lopen. Kom je mee had ze gevraagd en ik had lichtjes geknikt omdat ik niet wist wat ik anders moest doen. Ik had schrik van haar en hoe ze me begeleide naar de keuken. Het klinkt misschien raar maar dat vond ik al eng. Ze had haren los hangen en zoals ik al dacht had ze een zwarte lange jurk aan. Ze was nog steeds een heks.
Reactietje?
Reageer (1)
Kudo en abo <3
1 decennium geledenVerder