ik heb het plan om sneep wisseldrank te laten drinken even veranderd.
ze gaan hem nu een drank voeren waarvan hij weer kleuter woord. dat vond ik zelf wat makelijker omdat ik niet wist in wie ik hem dan moest laten veranderen.

Liëne zat als aan de grond genageld. Haar mond hing open en ze kon vanuit haar ooghoek zien dat sneep ziedend werd. Wacht even hij werd boos omdat zij zijn zusje was, daar kon zij toch ook niks aandoen. Perkamentus zag het ook. Op het moment dat hij iets tegen hem wilde zeggen stond hij op. Bij de deur keek hij om en wierp een woedende blik het kantoor in. Liëne wist niet of die blik voor haar bedoeld was of voor Perkamentus. Wat ze wel wist was dat haar hele wereld compleet was ingestort. Perkamentus zuchtte. “Ik begrijp hem wel” zij hij toen hij de vragende blik van Liëne zag. “Hij begrijpt niet hoe hij nog een zusje kan hebben. Hij vind het waarschijnlijk niet erg maar hij vind het juist erg dat jullie ouders jou dat hebben aangedaan.” “Wat hebben ze me aangedaan professor?” Liëne begreep er niks van. Ze kende haar ouders niet eens. “Je moet begrijpen dat Severus geen makkelijke jeugd heeft gehad. Zijn vader mishandelde hem en zijn moeder had hem niet gewild. Hij vind het daarom niet zo fijn dat ze weer een kind hebben. Hij verwacht dat er precies het zelfde gebeurd als met hem.” Liëne had het gevoel dat hij de waarheid wel sprak maar een deel verzweeg. “Maar ik heb mijn hele leven in een weeshuis gezeten. Mij is altijd verteld dat mijn ouders dood waren, en dat ik geen familie meer had.” “Dat klopt dus niet. Je ouders leven nog, maar Severus denkt dat je ook bij hun bent opgegroeid met net zo’n slechte jeugd.” “Professor volgends mij verbergt u iets.” Perkamentus keep Liëne even verbaast aan, maar knikte toen. “Ik had niet verwacht dat je het door zou hebben. Maar ik zal je nu wel alles vertellen. Je moet niet teveel van Severus verwachten. Hij is niet echt een familie mens en ik heb zo’n idee dat hij niet vriendelijk op je gaat reageren.” “Maar we hoeven ons toch niet voor te doen als broer en zus, ik bedoel we kunnen gewoon doen alsof dit nooit is gebeurd.” “Je lijkt eigenlijk best wel op hem.” Liëne voelde zich beledigd. Ze had helemaal niet zo’n grote neus, en ze waste 2 keer per week haar haren. Haar, haar was trouwens nooit vet.
Perkamentus die zag dat ze het verkeerd opvatte sprak snel “Je bent net als Severus uitzonderlijk goed in toverdranken en verveer tegen de zwartte kunst. Ik moet wel zeggen dat je iets makelijker om gaat met mensen dan hij, maar ik denk dat, dat komt omdat hij het thuis niet echt makkelijk had.” Liëne zuchtte. Dit alles kwam als een klap in haar gezicht aan.
“Wat is er?” vroeg Perkamentus bezorgd. “Ik had een heel ander beeld van mijn familie. Ik dacht dat mijn ouders echt van me gehouden hebben en dat ze uiteindelijk zijn overleden aan iets waar ze niks aan konden doen. Maar nu blijken ze nog te leven, en hadden ze me eigenlijk niet eens gewild. Dan hebben we natuurlijk ook nog professor sneep. Ik had niet verwacht dat ik ook nog een broer zou hebben waar ik nu al een hekel aan heb, en die ook een hekel aan mij heeft. Kort om, niemand wilde mij, dus hebben ze me maar in een weeshuis gedumpt.” “Nou, dat klopt niet helemaal. Er zijn weldegelijk mensen die van je houden, en er altijd voor je zullen zijn. Ik bedoel dan natuurlijk Liesbeth en Denise. Ik denk dat die niet zouden weten wat ze moeten doen als jou iets overkwam. Dan heb je natuurlijk nog Twan en Freek. Ik denk dat Twan gek zou woorden als hij niet meer tegen je kon praten of grappen aan je vertellen, want jij bent de enige die echt de tijd er voor neemt om naar iedereen te luisteren. Jij vind het niet erg dat andere mensen praten, maar anderen mensen vinden zelf praten leuker dan luisteren. Dat is dus een hele goeie eigenschap van jou.” Liëne wilde hem onderbreken maar Perkamentus ging onverstoorbaar verder. “Ik weet niet wat Freek zou doen als jou iets overkwam, maar ik denk dat hij zo iets als depressief zou woorden. Dan is er natuurlijk nog de tweeling Wemel. Die hebben iemand nodig aan wie ze hun taak kunnen door geven als ze van school af zijn. Ik denk dat ze jou en de rest van je vrienden voor hebben uitgekozen. Dus er zijn zeker wel mensen die om je geven.”
Liëne was even stil. Perkamentus had wel gelijk, er waren inderdaad mensen die van haar hielden. Natuurlijk niet zo als een moeder van haar zou houden, maar ze heeft nooit een moeder gehad. En wat je niet hebt kun je ook niet verliezen. Trouwens als haar ouders en Sneep haar niet wilde, wilde zij hun ook niet.
“U heeft gelijk professor ik heb genoeg mensen die me zullen steunen” zij Liëne weer blij. “Maar dan heb ik nog een vraag: moet het geheim blijven dat professor Sneep en ik familie zijn?” “Ik kan me voorstellen dat je het aan je vrienden vertelt, en dan reken ik de tweeling Wemel mee. Misschien dat ze dan iets beleefder over Severus gaan praten. Maar ik denk niet dat Severus het leuk vind als de hele school weet dat hij nog een klein zusje heeft. We moeten natuurlijk ook met zijn mening rekening houden.” Liëne knikte begrijpend.
Op het moment dat ze wilde vragen of ze weg kon gaan zij Perkamentus: “Ik wil het nog over een ding met je hebben Liëne. Ik zou graag nu jou kant van het verhaal willen horen, oven wat er ik de kerkers is gebeurd met meneer Malfidus.” “Wat heeft hij dan gezegd?” “Dat je hem zomaar van uit het niets aanviel, maar ik heb zo’n vaag voorgevoel dat jij dat niet zou doen.”
Liëne vertelde her hele verhaal alleen vertelde ze ook deze keer niet over haar vrienden.
Perkamentus knikte. “Hier krijgt hij uiteraard een zware straf voor, maar ik heb wel het idee dat je war kleine dingentjes achterwegen houd.” Liëne boog beschamend haar hoofd. Op het moment dat ze het wilden zegen sprak Perkamentus. “Ik denk niet dat het invloed heeft op het verhaal van meneer Malfidus, dus hoef je het ook niet te vertellen.”
Met een glimlach op haar gezicht verliet ze de kamer van Perkamentus. Er was slechts 1 probleem: hoe zou ze het haar vrienden gaan vertellen?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen