Foto bij Drieënzestig|•|

[/center]

[center]--|•|--

Ik wou dat ik in slaap kon vallen in zijn armen, dan hoefde ik de gezichten van de Cullens niet te zien. We stopten in het bos, dichtbij het huis en Jasper zette me op de grond. ‘Je rent toch niet weg?’ vroeg Jasper. Pijn en verdriet was in zijn stem te horen. Ik keek naar beneden en schudde mijn hoofd. Ik had hem weer pijn gedaan. Idioot die ik ben. Jasper pakte mijn hand en liep met me tussen de bomen door. Emmett was al verder gerent. Jasper leidde me de woonkamer in en hield mijn hand stevig vast. Ik keek een keer omhoog en meteen keek ik weer naar de vloer. Ik zuchtte en haalde mijn hand uit die van Jasper. Ik liep richting de trap maar werd tegengehouden door Alice die me omhelsde, de eerste die wat deed. ‘We haten je helemaal niet.’ Ik zei niets en wachtte af tot ze me losliet. Ik maakte Jasper weer depressief met mijn gevoelens, maar ik kon het niet veranderen, het was te pijnlijk wat ik hem had aan gedaan. Toen Alice me losliet had ik geen kans om weg te lopen omdat ik meteen weer omhelsd werd door Esmé. ‘Lieverd, waarom zou je niet welkom zijn bij ons?’ vroeg ze zacht. Ik haalde mijn schouders op zodra ze losliet. Ik liep zonder nog naar de Cullens te kijken naar boven. Ik liep mijn kamer in en draaide de deur op slot. Ik ging op de rand van het bed zitten en begon zacht te snikken. Ik liet me op mijn rug vallen en sloot mijn ogen terwijl ik steeds meer begon te snikken. Waarom geven ze zoveel om mij? Ik lijk op dit moment alleen maar een last te zijn. Er werd zachtjes op de deur geklopt, maar ik reageerde niet. ‘Madelein?’ Carlisle stem klonk rustig. Ik zuchtte en liep naar de deur die ik opende. ‘Ga je even mee wandelen?’ Ik knikte en liep met hem mee naar beneden. Zonder naar iedereen te kijken liep ik naar buiten. In de reflectie van het raam zag ik Jasper verdrietig kijken. Hij denkt altijd dat het door hem komt. Carlisle liep achter me aan terwijl ik diep het bos in liep. Toen ik wist dat ze ons niet meer zouden horen liep ik rustig, zodat Carlisle naast me kwam lopen. ‘Waarom denk je dat je niet bij ons welkom bent?’ Ik keek naar beneden en haalde mijn schouders op. ‘Ik ben anders dan jullie, daardoor misschien.’ Ik wist het antwoord op die vraag zelf op niet. Carlisle legde zijn hand op mijn schouder en stopte. ‘Iedereen is anders, iedereen heeft zijn eigen mening, het is juist goed als je anders bent. Wij geven geen vooroordeel over iemand, Madelein. En omdat je een bijzondere gave hebt maakt dat je nog steeds niet uit of je welkom bent of niet. Iedereen is bij ons welkom. En als je hierom zo verdrietig bent, dan ga ik er alles aan doen om dat gevoel weg te krijgen. Ik wil niet dat een dochter van mij verdrietig is.’


--|•|--

Reageer (3)

  • Gisborne

    Carlisle is echt vet aardig!!! =D
    Snelverder! <33333

    1 decennium geleden
  • Phlegethon

    wat superlief

    1 decennium geleden
  • jessieStyles

    yeah wr n nieuw hoofdstukje
    wil je alsje alsje alsje alsjeblieft nog n hoofdstukje plaatsen
    snel verder

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen