~34~
Dana lag nog te slapen toen ik opstond en me aankleedde. Ik kon niet wachten om Seth weer te zien. Ik was nauwelijks de rivier over of ik zag hem al. “Hey kleine.”, zei hij. “Pfft, kleine. Je hebt het recht om dat tegen Yasmine te zeggen, niet tegen mij.”
“Ik heb echt geen zin om morgen naar school te gaan.”, zuchtte ik op gegeven moment. “Waarom?” ”Omdat Jay niet echt blij was toen ik met jouw wegging. En hij zit naast me bij Bio.” “Waarom zit hij naast je bij Bio.”, vroeg Seth een beetje jaloers. “Nou, omdat ik bij wiskunde een of andere idioot naast Dana liet zitten, dus wilde ze wraak. Hij is alleen veel irritanter dan vroeger.” “Vroeger?” “Van thuis. Hij was mijn beste vriend.” Seth sloeg zijn armen om me heen.
“Ga je mee?”, vroeg Seth. “Waarheen?”, vroeg ik achterdochtig. “Naar de kliffen.” “Nooit. Van. Mijn. Leven.” “Waarom niet?” “Omdat ik niet graag nog een keer dood ga.” “Alsjeblieft.” Oké, hij kom nog zo lief kijken, het zou hem niet lukken en hij leek dat door te hebben. Dus hij tilde me op. “Seth, serieus, als je me wilt vermoorden... Nee, wacht, zet me gewoon neer!” Hij liep naar boven terwijl hij me negeerde. “Ik haat je. Alweer. Nee, nog steeds.” Maar hij ging niet naar boven. Hij liep naar de zee. “Ehm, je weet dat ik geen schone kleren bij me heb hè?”, vroeg ik. “Ja. Weet ik. Je wilde toch dat ik je neer zou zetten?” “Niet in de zee. Dat doe je niet.”, siste ik. “Oh nee.” “Waag het niet.” “Oké.”Hij ging nog dieper tot ik nog steeds helemaal nat was. “Haat. En jijgaat mee naar Port Angeles volgende week. Deze schoenen kunnen namelijk NIET tegen zout!”
Reageer (1)
JEEEEJ nog een hfs
1 decennium geleden