The eyes of my childeren
Mijn boog gespannen, kijkend naar mijn prooi. Ik trok de pees dichter naar mijn gezicht. Gespannen keek ik toe naar het dier dat rustig knabbelde van het gras en niks door had. Misschien zou ik hem al met een pijl neer kunnen schieten. Zacht geritsel in de bosje liet het beest opschrikken en ik vloekte binnensmonds en loste mijn pijl. Ik schoot mis en het dier ontsnapte aan mijn pijlen die ik zo snel mogeliijk achterna schoot. Ik schoot overeind kijkend naar wat het dier had laten schrikken. Een meisje een kop kleiner dan ik stond met een pijl een boog klaar om het dier te schieten. Haar ogen zo groen als de bladeren die aan de hoogste bomen hingen vroeger. Haar ogen spraken duidelijk dat ze geschrokken was. Haar lippen bewogen maar ik hoorde niks. Haar licht bruine haar zaten in een vlecht gebonden. Het meisje draaide zich met een ruk om en rende door het bos weg. Door de dichte rook en mist dat door de verdorde bomen hingen zag ik nog een laatste glim van de licht groene ogen. Even stond ik aan de grond genageld, verbijsterd door het meisje. Al snel voelde ik mijn ledematen weer en rende ik dezelfde richting op als het meisje. Ik wist dat ik hier geen tijd voor had, ik moest terug naar huis met eten om mijn moeder en zusje eten te geven. Door de jaren heen zijn de prachtige bossen verdord en mistig geworden. Het eten is schaars en zelfs niet te vinden tenzij je kon jagen. Iedereen in het dorp heeft honger er worden zelfs moorden gepleegd om de mensen te voeden. Door de vochtigheid kunnen planten niet goed groeien. Ik rende hard door de bossen alle dieren zal ik wel wegjagen door mijn gestamp en gekraak van takjes onder mijn voeten. Tot dat ik stopte voor een meer. Helder blauw, rustige golfjes gingen door het meer. Ik ging op mijn knieen zitten en streek met mijn hand door het meer. Mijn hand leek niks achter te laten. De groene gloed in het water herkende ik uit duizende ookal had ik ze maar een keer gezien. Haar ogen onderwater keken mij door dringend aan en langzaam kwam ze boven water. Het meisje keek even zonder woorden te zeggen, wees ze naar mijn boog. Ik keek naar mijn boog en probeerde te begijpen wat ze bedoelde. Het meisje zag mijn twijfels en draaide zich om in het water en wilde weg zwemmen. 'Wacht.' Prevelde ik zachtjes en strekte mijn hand uit naar het meisje. Het meisje keek even om en vroeg met een vragend blik waarop? 'Ga niet weg.' Fluisterde ik nu met een zekere stem. Het meisje deed wat ik zei maar haar vragende blik bleef hangen. 'Wat doe jij hier alleen in het bos?' Vroeg ik haar en trok mijn hand terug. Het meisje zei niks, ze bleef in het water en keek mij alleen vragend aan, Waarop moest zij wachten? 'Kan je praten?' Vroeg ik nu maar om misschien beter te weten wat ik moest doen. Het meisje knikte zachtjes. 'Ja.' Fluisterde haar stem honing zoet. Even stond mijn hart stil en was ik even vergeten hoe ik moest ademen. 'Waar op moet ik wacht?' Fluisterde het meisje en ze zwom naar de kant. Ik wist hier niet op te antwoorden. 'Waarom moet ik altijd wachten? Wachten op de eerste zonnenstralen zodat mijn kinderen groeien? Wachten op regendruppels zodat mijn kinderen kunnen spelen met wind?' Vroeg het meisje. Haar kinderen? was ze uitgehuwelijkt, haar ogen keken omhoog. Ik volgde haar licht groene ogen omhoog, door dichte mist scheen een straal zonlicht dat op de groene bladeren scheen. Zachtte regendruppels vielen op de groene bladeren en de wind ritselde zachtjes erdoor heen. 'Mijn kinderen wachten al veelste lang.' Fluisterde het meisje en ze streek met haar vingers door het water. Ik keek op naar het meisje dat nog zwijgend zat te kijken naar haar kinderen. 'Hoe kan ik uw kinderen helpen?' Vroeg ik zachtjes aan het meisje en ze keek mij aan met haar licht groen ogen. Een glimlach speelde op haar lippen en ze keek mij verblijd aan. 'Zou je mijn kinderen willen helpen?' Vroeg haar zoete stem. Ik knikte onzeker niet wetend wat er mij te wachten stond. 'Volg mij.' Fluisterde lokte ze mij met haar vinger en zwemde ze verder het water in. Ik deed wat ze zei en volgde haar in het water, ik zwom achter haar aan. Het meisje dook onderwater en ik volgde haar onderwater. Al snel zwom ze naar beneden en verdween in een grot. Ik volgde haar door de grot waar ik naar boven zwom weer. Ik klom over rand en proeste het uit. Het meisje stond rustig op de grot vloer en wachtte totdat ik op de kant klom. Dat deed ik dan ook en keek even in het rond. De grot was met groen en bloemen gehuld en in het midden stond een goude zetel gehuld in donker groene klimop. 'Ga zitten.' Zei het meisje en ze wees op de goude zetel. Ik liep naar de zetel en ging zitten. Het meisje liep met een goude kom en gaf deze aan mij. 'Drink op.' Fluisterde het meisje en ze streek het haar vingers langs mijn wang. Ik dronk rustig van het water uit de kom en voelde me doezelig worden. Met een waas voor mijn ogen keek ik het meisje met de groene ogen aan. 'Fluister je naam.' Fluisterde het meisje. 'Juli.' Fluisterde ik zachtjes. 'Juli, moge jij de nieuwe vader van het woud zijn.' Fluisterde het meisje in mijn oor en drukte haar lippen op de mijne. mijn ogen zakte dicht en ik viel in een diepe slaap...
Een fel licht liet mijn ogen openen en doorzochte de kamer. Ik dacht dat ik gedroomd had maar dat was niet zo. Het meisje lag levenloos op de grond en haar groene ogen waren dof. Ik hoorde kleine stemmetje overal, allemaal vertellend wat er was gebeurd. 'We hebben een nieuwe koning, moge zijn eeuwigheid in onze nerven stromen.' Fluisterde de kleine stemmetjes in mijn hoofd. Ik stond op van de goude zetel en liep naar het meisje. Ik ging zitten op mijn knieen en streek over het haar van het meisje dat meteen verpulverde in as. Haar ogen stonden in mijn geheugen gegrifd. Ik streek door het as en liet het door mijn vingers glijden. Daarna stond ik op en liep naar het water waar ik in ging. Ik leek geen adem te hoeven halen om onderwater te kunnen zwemmen. Ik kon ademen onderwater en zwom dezelfde weg terug zoals ik hier gekomen was. Ik moest wennen aan het felle licht dat ik hier nog nooit had gezien in de bossen. Ik sloot mijn ogen en genoot van het licht en de zachtte zonnenstralen. Ik zou nu voor eeuwige koning van het bos zijn.
Er zijn nog geen reacties.