APWBP Boek 1 Hoofdstuk 1 deel 3
“Een wat?”, vroeg ze verbaasd.
“Een zuurtje, een soort Dreuzelsnoepje. Ik vind ze eerlijk gezegd erg lekker.” Ik verwachtte niet dat ze ja zou zeggen, dat deed ze nooit, maar ik vroeg het toch maar. Het was zonde dat ze het niet probeerde.
“Nee, bedankt”, zei Minerva koeltjes. “Zoals ik al zei, zelfs als Jeweetwel inderdaad is verdwenen …” Ik onderbrak haar, ik ergerde me er aan dat iedereen altijd maar over Jeweetwel sprak.
“M’n beste professor, zo’n verstandig iemand als u kan hem toch wel bij zijn naam noemen? Altijd maar dat onzinnige ‘Jeweetwel’, ik probeer al elf jaar om de mensen zover te krijgen dat ze hem bij zijn naam noemen: Voldemort.” Ik liet mijn blik even verschuiven naar de twee zuurtjes in mijn handen, die ik niet uit elkaar kreeg. Ik pulkte verder terwijl ik vervolgde: “Het is zo verwarrend als iedereen steeds maar ‘Jeweetwel’ roept. Ik heb nooit begrepen waarom het zo beangstigend is om Voldemorts naam uit te spreken.”
“Dat weet ik”, zei Minerva. Ze leek me een beetje geërgerd, maar niet alleen dat. Ik kon het tweede niet meteen thuisbrengen. Bewonderend, misschien? Hoewel ik niet zou weten waarom ze me zou bewonderen. “Maar u bent anders. Iedereen weet dat u de enige bent voor wie Jeweet, nou goed, voor wie Voldemort bang was.” Ik merkte dat ze het moeilijk vond die naam uit te spreken.
“U vleit me”, zei ik zogenaamd kalm. “Voldemort bezat krachten waar ik nooit over zal beschikken.”
“Alleen omdat u te, hoe zal ik het zeggen, te nobel bent om ze te gebruiken.” Meende ze dat echt? Zo geweldig was ik nu ook weer niet. Ik merkte dat ik bloosde.
“Gelukkig is het donker. Ik heb niet meer zo gebloosd sinds madame Plijster zei dat ze mijn nieuwe oorwarmers zo mooi vond.” Ik was gegeneerd. Ze moest eens weten. Ooit was ik heel anders … Maar daar dacht ik liever niet aan terug.
Reageer (2)
SUPER!
1 decennium geledenOw ja dat gedoe met Grindewald...
1 decennium geledensnel verder