Deel 2
Het lijkt alsof ik bewust de herinnering verdring, zo ver weg lijken de taferelen die ik wil beschrijven. Ik herinner me dat ik hem een sms’je gestuurd had met de boodschap dat ik graag eens met hem wou praten. Het was vlak na de verschrikkelijke schoolreis en ik haatte het feit dat ik het nog niet eerder gedaan had. Ik zat op mijn limiet. Hij antwoordde dat het goed was en we spraken de volgende vrijdag af na school in het park. Ik voelde me de hele dag verschrikkelijk. De zenuwen waren ongelofelijk en voelbaar in elke vezel van mijn lichaam. Ik had constant het gevoel dat er messen doorheen mijn zij gingen en me naar adem deden happen. Ik kon er maar niet bij dat ik werkelijk de woorden ‘ik ben verliefd op jou en nee, het is geen bevlieging’ over mijn lippen zou moeten krijgen. Er ging ook geen hap door mijn keel, hoewel dat al veel langer aan de hand was. Het was alleen zo dat het die dag zijn hoogtepunt bereikte. Het zou me niet verbazen als ik de hele dag op water, pudding en appels overleefd heb.
Ik probeerde het moment ook zo lang mogelijk uit te stellen. Ik bleef langer dan gewoonlijk op het toilet en sleepte mijn voeten nog trager dan gewoonlijk vooruit. Ik aarzelde en stond eigenlijk op het punt om alles af te blazen, maar ik wist dat ik niet terug kon. Ik moest het doen, al was het alleen maar om de kwellende gevoelens wat in te perken.
Uiteindelijk bleven alleen ik en hem nog over op de verlaten speelplaats. Er zat geen andere mogelijkheid op dan ons te verplaatsen naar het park. Ik voelde de gespannen sfeer, de onuitgesproken woorden die tussen ons heen en weer zweefden, maar ik weigerde te praten vooraleer ik neerzat op het bankje. Ik wilde het zo lang mogelijk rekken. Hij merkte mijn zenuwachtigheid op en ondanks het feit dat hij me de dag voordien nog een sms gestuurd had dat ik me echt geen zorgen moest maken slaagde ik er maar niet in om mezelf te kalmeren. Ik weet nog precies hoe ik me voelde toen we beide neerzaten en ik probeerde de lef te vinden om hem in de ogen te kijken. Het gevoel dat ik toen had, is moeilijk te omschrijven. Ik wilde praten, de woorden eruit gooien, maar iets weerhield me. Ik moest mezelf over die denkbeeldige drempel zetten en de woorden gewoon uit mijn mond gooien. Ik frustreerde mezelf. Het was alsof ik inwendig met mezelf aan het worstelen was.
Er zijn nog geen reacties.