Foto bij HS 4

Het is muisstil in het huis. Ik zal dus weer een avond alleen zijn met mijn verdriet. Zelfs na zo’n zware dag voor hun zoon, blijven mijn ouders niet thuis om me te steunen. Ik vind het niet erg, want mijn ouders begrijpen niets van mijn gevoelens. Dat komt deels omdat ik hen nooit de waarheid heb verteld. Niets weten ze van mijn geaardheid of mijn relatie met Hyun Su. Maar wat voor een ouder ben je als je je zoon niet eens steunt wanneer zijn ‘beste vriend’ (zo heb ik Hyun Su altijd voorgesteld aan mijn ouders) is gestorven en die dag wordt begraven? De tranen stromen alweer over mijn wangen. Ik vraag me af of een tranenreserve ooit droog kan komen te staan, want dan heb ik mijn limiet wel stilletjes aan bereikt. Enkele tranen vallen op mijn lege hand, alsof ze me willen verwijten dat ik geen doodsprentje heb meegebracht van de begrafenis. Na de plechtigheid stond ik in de rij om een prentje te gaan halen, zoals het hoorde. Ik stond achter Nam-Kyu, die me de hele begrafenis en de week ervoor had bijgestaan. Toen we aan het mandje aankwamen en ik de prachtige, glimlachende jongen op de sepiafoto zag, stortte ik in. Ik schreeuwde zo wat heel de kerk bijeen en kalmeerde niet tot de frisse buitenlucht mijn neus instroomde.

Ik zucht diep en besluit om in bed te kruipen, ook al weet ik dat ik niet zal kunnen slapen. Elke keer als ik mijn ogen sluit, verschijnt zijn prachtige glimlach weer voor mijn ogen en hoor ik zijn tinkelende stem mijn naam fluisteren. Ik leg me neer op mijn rug en staar naar het plafond. Ik neem zijn ring vast, die vanaf nu om mijn nek hangt aan een fijne halsketting. Opnieuw beginnen de tranen over mijn wangen te stromen. Waarom hij? Waarom moest net zijn leven op zo’n jonge leeftijd worden beëindigd? En waarom heeft hij nooit afscheid genomen, als hij toch wist dat het snel afgelopen kon zijn? De vragen razen door mijn hoofd en ik kan niet langer blijven liggen. Snikkend sta ik op en wandel ik naar beneden. Ik dwaal de trap af en in het donker zwerf ik rond in het huis. Ik doe geen enkele moeite om een licht aan te doen. Dan open ik de deur die naar de stille en donkere woonkamer leidt. Ik kijk even naar de witte pianotoetsen van de zwarte piano, die het maanlicht reflecteren en lijken op te lichten in het donker. Daarna staar ik de donkere ruimte in. Plots hoor ik een zacht, tinkelend geluid achter me. Ik draai me om en ga op zoek naar de bron van het geluid. Opnieuw hoor ik hetzelfde geluid, enkel een beetje luider, en zie ik de pianotoetsen op en neer bewegen. Slechts enkele tonen en dan is het weer muisstil. Mijn hart gaat als een gek tekeer, net als aan het drinkkraantje enkele dagen geleden. Uit angst zet ik een paar stappen achteruit, val over mijn vaders werktas, die in het midden van de woonkamer rondslingert, krabbel overeind en ren opnieuw naar boven.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen