HS 3
Vandaag is de eerste dag dat ik terug naar school ga sinds Hyun Su’s dood. Mijn ouders lieten me niet toe om een dagje vrijaf te nemen. Het is toch ‘maar een vriend’ die overleden is, zeiden ze vanmorgen toen ik hen smeekte om thuis te mogen blijven. Elke persoon, die hetzelfde schooluniform als ik draagt, volgt me met een nauwe blik tot ik uit hun zicht verdwenen ben. Die blikken maken me nerveus en nijdig. Ik wil hen vragen wat er aan de hand is, maar ik weet goed genoeg waarom ze me aanstaren. Ik haast me naar school en zet me op een bank vlakbij de hoofdingang, maar die toch voldoende uit het zicht ligt. Plots bibbert mijn gsm in mijn broekzak. Een beetje verbaasd lees ik snel het berichtje.
“Veel succes op school. Je komt er wel door, ook al wordt het zwaar. Als je me nodig hebt, ik laat mijn gsm dag en nacht opstaan. Nam-Kyu.”
Ik zucht diep. Eigenlijk is hij toch een vriendelijke gast, die Nam-Kyu. Hij heeft me enorm gesteund in het ziekenhuis, alsof we al jaren goede vrienden zijn. Daarbij is hij de enige met wie ik mijn herinneringen aan Hyun Su kan delen. Ik snap niet dat ik ooit jaloers ben geweest op die onschuldige jongen. Hij verdient zo’n behandeling niet. Eigenlijk zou ik me moeten excuseren, maar hij zou niet weten waarom ik me excuseer. Ik heb nooit mijn jaloezie naar hem toe geuit, enkel Hyun Su merkte mijn vreemde gedrag op en dat heeft tot vele ruzies geleid. Die onbegrijpelijke gevoelens opbergen diep vanbinnen zal ook wel voldoende zijn, denk ik bij mezelf. Het eerste belsignaal haalt me uit mijn overpeinzingen. Ik sta op en besluit om nog even te passeren langs het drinkkraantje op weg naar mijn eerste les. Een fijn waterstraaltje loopt uit het kraantje wanneer ik op het knopje duw. Wanneer ik me naar voren buig om te drinken, voel ik plots een tinteling op mijn lippen, alsof er iemand mijn lippen aanraakt. Ik verschiet zo hard van de herkenbaarheid van de tinteling dat ik een stap achteruit zet. Ik kijk om me heen, maar zie niemand. Met een hart dat nog steeds als een gek tekeer gaat, wandel ik naar mijn eerste les.
Wanneer ik het leslokaal binnenkom, zwijgt plots iedereen en staren ze me met grote ogen aan. De blikken maken me ongemakkelijk, maar gelukkig proberen de leerlingen en leerkrachten me zo veel mogelijk te mijden en houden ze hun mond over het gevoelige onderwerp. Ondanks het feit dat de mensen hun mond houden, word ik toch de hele dag, elke les opnieuw, geconfronteerd met het pijnlijke verlies. De lege stoel in de klas, die niet langer wordt gevuld door het mooiste wezen dat ik ooit heb ontmoet, wekt steeds het nare gevoel op dat ik in het ziekenhuis voelde toen ik in de ogen van de dokter keek. Ook de tinteling die ik ‘s morgens voelde aan het drinkkraantje, vult mijn gedachten vaak. Een week geleden zou ik blij geweest zijn om die tinteling te voelen, omdat het dezelfde tinteling was die ik altijd voelde wanneer Hyun Su mijn lippen kuste. Nu kreeg ik er enkel kippenvel van.
Er zijn nog geen reacties.