Time Turner || Three
~
Oké brothers from different mothers: ik heb een dealtje voor jullie,
Als jullie mij vanavond in de top krijgen, dan krijgen jullie er drie bij!
Klinkt goed toch?
August 4th 1983.
'Morning Papa Joe.' Joseph smiled as his daughter came in. 'Goodmorning to you Lynnie,' he said. Joseph folded his paper and put it on the low light wooden table next to his old leather lazy chair he was sitting on. He looked round to see Evelyn get a glass of juice from the fridge. 'Where are you going today dear?' he asked pointing at the fact that his daughter took her summerholiday as a way to disappear to a new place -or perhaps the same- every day. Evelyn simply smiled and said, 'We'll see. Maybe I'll fall down a rabbithole.' Her father laughed and picked up his paper again. Shaking his head at his daughters strange ways he started to read the paper.
Evelyn walked over the back lawn. She took one last sip of juice and put her glass next to her mother's lounge chair. Evelyn stroked over her mother's black flap hat, hearing a giggle coming from underneath the big hat. 'You're going again?' she heard her mother say. 'Yup,' she said back. 'Don't wander off too far dear. I'll have supper ready at five.' Evelyn glanced back at her mother. Her lightbrown curls were draped over her shoulder and her chestnut eyes were fixed upon her daughter. 'OK, I'll be back before five.' Her mother laughed, her eyes upon her book again. 'You've got a watch with you then?' Evelyn merely smiled and walked on, as she walked past the ivy climbing up the fence between her garden and her nextdoor-neighboors, she pulled a wild white flower and put it behind her ear.
The sudden noise of tweetering birds and playing children made Severus's orientation a little queezy. He grasped the book in his pocket and made way to leave the place he just appeared. A while away he recognised a thick tree with low hanging branches, he had first seen the tree with Evelyn. It was near her home and they had their first kiss there. She had drawn him a picture of him using the marmelade of the picknick he had made and all the while he had to sit still, he couldn't. He had to look at her. Severus shook his head, squatted next to the tree and pulled the diary out of his pocket. Severus flipped through the pages looking for an empty one. When he found one, he ripped it out and wrote on the paper with the use of his wand. He looked his words over quickly and decided this should be enough. Severus added the timeturner and made way towards her house. On the corner of her row of houses he stood waiting. Not a long while later the man he was hoping for appeared around the corner of the houses opposite Evelyn's. The postman delivered post to three houses when he got distracted by two boys throwing a ball. The man dropped his bag and made way to the tiny peck of green where the boys were playing. 'You get faster when you throw from out your upper arm,' Severus heard the man say. When he decided the man was well away from his duties, Severus walked to the bag and searched for a certain letter. When he found the piece of parchment he was looking for he opened it, included his own and closed the letter with a wave of his wand. 'Here's hoping,' he whispered and then he Disapparated.
~
'Morgen Papa Joe.' Joseph glimlachte toen zijn dochter binnenkwam. 'Goedemorgen naar jou Lynnie,' zei hij. Joseph vouwde zijn krant dicht en legde deze neer op het lichthouten tafeltje naast zijn oude leren stoel. Hij keek om en zag dat Evelyn een glas sap uit de koelkast haalde. 'Waar ga je vandaag heen, schat?' vroeg hij, doelend op het feit dat zijn dochter haar zomervakantie iedere dag gebruikte als een manier van verdwijnen naar een nieuwe plek -of wellicht dezelfde. Evelyn glimlachte en zei, 'We zullen zien. Misschien val ik wel door een konijnenhol.' Haar vader glimlachte en pakte zijn krant weer op. Hij schudde zijn hoofd om zijn dochters gedrag en begon zijn krant te lezen.
Evelyn liep over het veld van haar achtertuin. Ze nam nog een slokje sap en zette het glas naast haar moeders loungestoel. Evelyn aaide over haar moeder zwarte flaphoed en hoorde een grinnik van onder de grote hoed vandaan komen. 'Ga je weer?' hoorde ze haar moeder zeggen. 'Yup,' zei ze terug. 'Ga niet te ver weg lieverd. Het eten staat om vijf uur op tafel.' Evelyn keek over haar schouder naar haar moeder. Haar lichtbruine krullen lagen gedrapeerd over haar schouder en haar hazelbruine ogen waren gefixeerd op haar dochter. 'Oké, ik ben terug voor vijven.' Haar moeder lachte, haar ogen weer gericht op haar boek. 'Heb je een horloge bij je dan?' Evelyn lachte simpelweg en liep door, toen ze langs de klimop liep, de schutting op klimmend tussen hun tuin en de tuin van hun buren, trok ze een wilde witte bloem uit de klimop en stak deze achter haar oor.
Het plotselinge geluid van tsjilpende vogels en spelende kinderen maakte Severus' oriëntatie een beetje slap. He greep het boek in zijn zak stevig vast en liep weg van de plek waar hij net was verschenen. Een eindje verder herkende hij een dikke boom met laag hangende takken, hij had de boom voor het eerst gezien met Evelyn. Het was dichtbij haar huis en hier had hij haar voor het eerst gekust. Ze had een tekening van hem gemaakt met gebruik van de marmelade die hij had meegenomen met de picknick, en hij kon niet stil zitten. Hij moest gewoon naar haar kijken. Severus schudde zijn hoofd, hurkte naast de boom en haalde het dagboek uit zijn zak. Severus bladerde door de pagina's op zoek naar een lege pagina. Toen hij er een vond, trok hij deze er uit en schreef er op met behulp van zijn staf. Hij keek zijn woorden vluchtig over en besloot dat dit genoeg zou zijn. Severus voegde de tijdverdrijver toe en ging op weg naar haar huis. Op de hoek van haar rij huizen wachtte hij. Niet lang daarna verscheen de man op wie hij stond te wachten, op de hoek van de huizen tegenover die van Evelyn. De postbezorger leverde post aan drie huizen voordat hij afgeleid werd door twee jongens die een bal aan het overgooien waren. De man liet zijn tas vallen en liep naar het kleine stukje groen tussen het blok huizen, waar de jongens aan het spelen waren. 'Hij gaat sneller als je vanuit je bovenarm gooit,' hoorde Severus de man zeggen. Toen hij besloot dat de man ver genoeg van hem verwijderd was, liep Severus naar de grote tas en zocht naar een specifieke brief. Toen hij het stuk perkament vond waar hij naar zocht opende hij het, stopte zijn eigen erbij en sloot de brief met een zwaai van zijn toverstok. 'Laten we het hopen,'fluisterde hij en Verdwijnselde hij.
Reageer (7)
mooi mooi mooi<3
1 decennium geledenSnel verder<3
Zo mooi au,
1 decennium geledensnel verder <3333