Welcome to Stockholm!
Met de jongens en onze koffers lopen we naar de bushalte. 'Oké, de bus komt over 5 minuten. Maar we hebben geen geld' zegt Dio. 'Dat is waar' bevestigt Dylan. Lachend schud ik m'n hoofd. 'Wat zit jij nou weer te lachen?' vragen ze in koor. 'Jongens, jongens, jongens. Daar heb ik voor gezorgd' 'Hoe dan?' vraagt Dio. 'Nou ik heb zo mijn connecties' lach ik.
De bus komt aangereden en ik steek mijn hand op. Hij stopt voor ons en de buschauffeur stapt uit. 'Jennifer! Meid! Wat kan ik voor jou en je vrienden doen?' vraagt hij in het gebrekkig engels. 'We moeten naar dit hotel' zeg ik in het echte engels en geef een papiertje met de naam van het hotel erop. Dio en Dylan kijken me raar aan. 'Oh, jongens dit is mijn stief oom, ik had hem gevraagt of hij ons wilde brengen' Ze knikken en kijken elkaar raar aan. Ik schud mijn hoofd en praat weer verder met mijn stief oom.
'Dat is dan geregeld?' vraag ik. 'Ja, bel me maar als jullie verder gaan met de reis' zegt hij en pakt onze koffers die hij in de bus zet. 'Klaar om te gaan?' Alle drie knikken we en stappen we in de bus. Op weg naar het hotel waar we een weekje blijven.
Met z'n drieën lopen we het hotel binnen. Ik heb net mijn stief oom bedankt voor het brengen. Als we hebben in gecheckt gaan we naar onze hotelkamer.
Het is midden in de nacht en ik lig als maar te woelen in m'n bed. Er schiet van alles door mijn hoofd. Riley die ik gezoend heb, skaters die me haten, pap die flipte in zijn e-mail toen ik het hem vertelde waar ik zat. Gelukkig was hij wel blij te horen dat ik aan school werk ging werken. Maar hoe zou het nu dan zitten met de skater die ik ken? Haten zij me ook? Na twee jaar moet die haat wel weg zijn. Hoop ik.
Er zijn nog geen reacties.