Hoofdstuk 1 - deel 3
Tot zijn verbazing was de volgende bladzijde van boek leeg! 'Hier moet ik het mijne van weten,' dacht hij bij zichzelf, en nam het boek mee naar zijn veldbed, waar zijn kleinzoon al in een diepe slaap verzonken lag.
De volgende ochtend was het een drukte vanjewelste. Iedereen maakte iedereen wakker. Geschreeuw. Geur van lichamen. Geloop. “De koning komt, de koning komt!” En ja, het was waar, de koning klom op een verhoging, en de hele menigte dromde om hem heen. “Landgenoten!” schreeuwde de koning, “ik moet u meedelen...” Het werd ineens doodstil. De koning aarzelde, en vervolgde op een normaler stemniveau, “Ik moet u meedelen, dat we het contact hebben verloren met de Vuurlanders. Ik weet het, dit is een ernstige situatie, temeer daar de Vislanders al zijn veroverd door de Noorderlingen. Deze staan aan de grens, af en toe zelfs over de grens, ze plegen invallen, om ons uit te putten. Ze wachten op een moment dat zijn ook ons mooie land over kunnen nemen. Wij staan hier aan de vooravond van grote veranderingen, veranderingen in het wereldbeeld, welteverstaan. Ik weet niet of wij ooit nog de Boslanders zullen zijn, of dat wij Noorderlingen of hoe dan ook zullen heten. Wat ik wel weet, is dat wij moeten vechten voor ons bestaan, de bondgenootschappen moeten behouden of zelfs meer benutten en uitdiepen. Ik heb zojuist contact gehad met het vasteland, dat dus nog steeds tot de Boslanders behoort. Ook heb ik zojuist contact gehad met de Westerlingen. Zij hebben een voorstel gedaan waarvoor ik in een normale situatie eerst maanden met de raad van dorpshoofden had moeten overleggen. Maar omdat dit geen normale situatie is, heb ik besloten het heft in eigen handen te nemen. De koning van de Westerlingen en ik hebben besloten ten tijde van oorlog als één land verder te gaan, en wel als 'de Verenigde Staten van de Zee'. Dit in verband met het sneller nemen van beslissingen, het beter coördineren van legertroepen en het sterker zijn in deze wereld. Deze status zal duren totdat de oorlog voorbij is, of totdat de koning van de Westerlingen en ik besluiten deze status niet meer nodig te vinden. Voor jullie verandert er niets, behalve dat af en toe Westerlingse troepen door het gebied van de Boslanders trekken, en andersom, mocht dit nodig zijn. Ik zou zeggen, strijd voor het volk, en vaderland!” En na deze woorden liep de koning weg, gevolgd door zijn wachters. Sommigen klapten, anderen schudden mokkend hun hoofd. Van één ding was iedereen overtuigd: het zou een moeilijke tijd worden, voor zowel de Boslanders, de Westerlingen, als de rest van de wereld.
Na het eten pakte hij het boek weer op, om het nog eens te inspecteren. Hij vroeg zich ernstig af hoe het toch kon, dat zo'n oud boek nog zo leeg was. Hij sloeg het open waar hij gisteren gebleven was. Toen hij dat zag, liet hij het boek met een schreeuw op de grond vallen. Toen hij eenmaal van de schrik bekomen was, bekeek hij het boek van dichtbij, maar hij kon niets vreemds ontdekken. Hij streek met zijn vinger over de inkt, maar die was volledig droog. Zijn angst sloeg om in verbazing, en hij pakte het boek weer op. Hij begon nieuwsgierig te lezen.
Reageer (1)
spannend!!!!!!!!!!!
1 decennium geleden