Hoofdstuk 2
Celine Pov:
Ik zit in de bus naar school, mijn eerste dag op deze nieuwe school.
ik kende nog niemand. hopelijk was er iemand die me de weg wilde wijzen. ik keek op mijn rooster het 1e uur had ik geschiedenis.
Ow fijn! eerste dan van m’n nieuwe school krijg ik zo'n saai vak voor m’n neus. De bus stopte ik stapte uit en stond voor de school. hij was groter dan mn oude school. ik zuchtte diep, pakte mijn tas stevig vast en liep naar binnen toe. toen ik de deur opende liep ik al bijna tegen iemand aan. 'weet je waar ik moet zijn?' vroeg ik hem.
'kom,' begon hij. 'ik breng je naar de conciërge. als je nieuw bent moet je je eerst melden en dingen invullen. daarna neem ik je mee naar je lokaal, ik heb geschiedenis, wat jij?' vroeg hij en hij keek me aan.
'ik umm.. ook,' stotterde ik. we liepen door de gangen naar de conciërge toe. hoe moest ik ooit de weg vinden in dit doolhof? dacht ik bij mezelf.
'Das mooi, dan loop ik met je mee,' zei hij en hij lachte naar me. ik voelde dat ik erg begon te blozen.
‘Hunter’ zei hij terwijl hij zijn hand uitstak, ‘Celine’ zei ik en toen ik merkte dat ik nog steeds moest blozen, keek ik snel de andere kant op.
‘Wat is er?’ vraagt Hunter terwijl hij me probeert aan te kijken, ‘uum niets hoor’ zeg ik terwijl ik weer terug kijk.
Opeens komt er een meisje hevig pratend met een wat jonger jongentje binnen, ‘je moet je wel melden hé Frank!?’ ‘jaha, maak je maar geen zorgen hoor Hope!’
Ik vraag me af of dat meisje aardig zou zijn, maar denk het wel, toeminste, ik heb gezien dat er een Hope bij me in de klas zit.
Al snel komen de 2 kinderen de kant op van de conciërge, ze sluiten achteraan, ‘Ik moet nog even wat uit mijn kluis pakken, zie ik je bij de kluisjes?’ hoor ik Hunter zeggen, ik kijk hem aan en knik langzaam.
Ik keek hem na en daarna was het mijn beurt bij de conciërge, snel vul ik alles in en lever het in, als ik daar mee klaar ben is dat broertje van dat meisje aan de beurt, alleen kan ik haar niet vinden, ik kijk maar eens goed om me heen en zie dat ze half hangend tegen het glas aan leunt.
Voorzichtig loop ik naar haar toe, ‘hoi, ik ben nieuw hier, weet jij misschien waar de kluisjes zijn?’ vraag ik een beetje beleefd.
‘Mens, tegen mij hoef je niet beleefd te doen hoor. Mijn naam is Hope, loop zo maar met mij mee, moet ook even mijn broertje naar de kluisjes leiden.’ Zegt ze lachend.
‘Celine’ zeg ik ook lachend, want de manier waarop Hope het zei, was opzich best grappig.
Ik zag dat het kleine broertje van Hope aan kwam lopen ‘kom’ zei ze snel en we liepen naar de kluisjes, waar Hunter zoals afgesproken op me stond te wachten.
Reageer (1)
wouwww
1 decennium geledenverderr zegg:)