Foto bij Hoofdstuk 1 - deel 2

Ok dit is niet hoe ik het in mn gedachten had, maarja er moest toch een plaatje bij:)

Het ging niet goed met zijn macht. Koning Coax de Eerste van Cable zat op zijn troon, te staren in het niets. Buiten scheen de zon, floten vogels en fladderden vlinders. Maar binnen heerste ijzige stilte. De lakeien wisten dat als ze ook maar één geluid zouden maken, de woede van de koning naar buiten kwam. En als die woede kwam was hij ongenadig, ongenaakbaar en onvermurwbaar. Daarom stonden ze stil, probeerden de onweerswolken langzaam op te laten lossen, en wachtten op wat er komen ging. De koning zei niets. De lakeien ook niet. Wat verlangden ze nu naar vakantie. Liggen in het park, wat weliswaar slecht onderhouden was, maar heerlijk in de zomer. Als de hoog oprijzende eiken hun schaduw wierpen over de heerlijk zachte met gras en mos bedekte bodem, en als men verkoeling zocht onder hun bladerdak, dronk uit de beek die tussen de stammen doorliep, en geluiden hoorden van vogels en insecten. Dat was nog eens leven! De lakeien schrokken op uit hun gedachten, omdat de koning was gaan verzitten. Daarna was alles weer zoals een paar seconden geleden, toen iedereen een veldslag leverde met zijn eigen gedachten en verlangens. Het leek wel of het, naarmate het buiten warmer werd, binnen de kilte toesloeg. In de zaal zelf, maar ook in de harten van de koning en zijn dienaren. Buiten lachte een kind, en weer schrok de koning op. Zijn dienaren keken voorzichtig naar hem, en hij gebaarde dat ze weg moesten gaan, dat hij alleen gelaten wilde worden. Ze gehoorzaamden snel op zijn wenken, en de laatste sloot voorzichtig de deur. Even later hoorden de bedienden een gedempt snikken uit de troonzaal komen, en ze keken elkaar verbaasd aan. Dit was niet wat ze van hun koning gewend waren. Even later was het opgehouden en hoorden ze een belletje rinkelen. Dat was het teken dat de koning zijn bedienden weer nodig had. Ze openden de deur weer voorzichtig, en namen hun post weer in. De koning zat weer in gedachten verzonken, alsof er niets gebeurd was. Iedereen nam zijn post weer in. Af en toe biggelde er een traan over de wang van de koning, maar hij merkte het niet. Af en toe keken de lakeien elkaar vreemd aan, maar niemand wees de koning op zijn tranen. Opeens begon de koning in zichzelf te mompelen. De bedienden die het dichtst bij hem stonden konden ieder woord letterlijk verstaan. “Ik had een zoontje, een jongetje zoals dat jongetje wat net buiten speelde. Ik had een meisje leren kennen, we waren nog maar een paar maanden bij elkaar toen ze erachter kwam dat ze zwanger was. Het duurde niet lang of haar ouders wisten het ook. En niet lang daarna wist het hele dorp het. Alleen, niemand wist wie de vader van het kind was, behalve haar ouders. Zij geloofden niet dat ik een goede vader voor hem kon zijn, en ze geloofden niet dat zo een jonge vader een prins op kon voeden. Ook wilden ze niet dat hun dochter koningin werd, omdat dat veel te zwaar voor haar zou zijn. Haar ouders besloten om te verhuizen, en waarheen, ik weet het niet. Mijn zoon leeft daar, ergens, met mijn koningin. Ik heb hem nog nooit gezien...” En weer stroomden de tranen over de wangen van de koning, maar dit keer stuurde hij niemand de troonzaal uit. “Waarschijnlijk is ze al lang getrouwd, en heeft mijn zoon een goede vader gekregen. Maar ook al heb ik hem nog nooit gezien, ik mis hem. Ik mis hem.” Hij werd verstikt door verdriet. Toen hij weer diep ingeademd had, vervolgde hij: “Ik regeer waarschijnlijk niet al te lang meer. Het volk wil mij niet meer, en ik ben te oud om er tegenin te gaan.” De bedienden voelden zich ongemakkelijk worden bij die woorden. Zij hielden van hun koning, zoals een kind van zijn moeder houdt. Als het moest zouden zij hem tot de laatste man verdedigen. En nu zei de koning dat hij opgaf?! Maar dat lieten ze niet zomaar gebeuren! Al liet het volk hem vallen, zij bleven hem trouw! De bediende die het dichtst bij de koning stond draaide zich naar hem om, en zei: “Koning, met uw welnemen, als ik tegen u mag spreken?”
“Gaat uw gang, Hademi,” antwoordde de koning.
“U moet niet opgeven, wij staan nog achter u, heer koning, u heeft nog vele aanhangers onder het volk. U bent nog gezond, u bent nog niet oud, u heeft een hele schare wachters en bedienden die u steunen. U staat hier niet alleen voor!”
“Dankjewel, Hademi, voor je opbeurende woorden, maar je weet dat het grootste gedeelte niet waar is. Ik ben een oude, gebroken man. Het volk haat mij. En onder de wachters en bedienden zit een hele schare deserteurs die mij het liefste onder de zoden zien liggen. Nee, ik ben het niet meer waard om koning van dit land te zijn. Ik weet het, het was goed bedoeld van je, maar nee, het is niet waar.” Verslagen ging Hademi weer op zijn plek staan. Hij was één van de trouwste bedienden van de koning, en af en toe ook zijn vriend, ondanks het standsverschil. Hij wist niet wat hij moest zeggen op deze laatste woorden van de koning. Toen werd er op de deur geklopt, en de twee deurwachters openden de deur als antwoord op het knikje van de koning. Iedereen schrok. Daar stond een schare met met mensen, bewapend tot de tanden. En aan het hoofd stond Jisa. Hademi schrok nog erger dan de rest. Hij had iedereen verwacht, behalve zijn tweelingbroer! Hidja, die naast Hademi stond, reageerde vliegensvlug. Hij wierp zijn speer, die rakelings langs Jisa scheerde. Hij trof één van de mensen daarachter, die met een verschrikt geluid een pijnlijke kreet uitstootte. Toen gebeurde alles heel vlug, de vreemde troepen bezetten de zaal, namen de koning en zijn wachters gevangen, en stormden de trappen af, naar de ondergrondse gewelven, waar de kerkers waren. Hademi werd eigenhandig door Jisa opgesloten. “Daar zit je nou, he broertje. Had je je maar niet bij de zwakkelingen aan moeten sluiten,” sneerde hij, en gooide met een klap de deur van de kerker dicht. Hademi kon nog net zien hoe Hidja werd weggevoerd naar de volgende kerker.

Reageer (2)

  • Debussy

    Oowww, spannend!!!!!!!!!_O__O_

    1 decennium geleden
  • Debussy

    Jeah, nieuw hoofdstuk, (yeah), heb nu alleen geen tijd om het te lezen (huil)maar ik moet en zal hem vandaag nog lezen:((xD

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen