~3~
'Geen idee maar komt het je niet bekent voor alsof we hier eerder zijn geweest'
"Ik weet het niet.", zei ik en ik voelde mijn boekentas in mijn rug. "Jezus, je ziet er ook charmant uit." Dana's broek was gescheurd, haar topje ook en ze zat over onder de blauwe plekken, schrammen en krassen. Toen ik naar mezelf keek zag ik dat ik er niet veel beter uitzag. Het enige wat onbeschadigd leek was mijn Rosalie's Pendant Necklace. En op het moment dat ik dat merkte snapte ik waar Dana het over had. "Het is een bos... Dat lijkt overal op elkaar.", mompelde ik. Ik wilde het gewoon niet geloven. Of wel, maar dan voelde ik wat voor de droomtheorie. "Wacht, waar zijn onze fietsen?", vroeg Dana. "Ik weet het niet, maar ik blijf hier liever niet zitten.", zei ik. Ik stond op en keek rond. Mijn gevoel voor richting was belabberd. Ik kon in het winkelcentrum nog verdwalen en hier wist ik nou ja niks. "Dus, wat doen we?", vroeg ik terwijl Dana inmiddels in mijn tas zocht. "Wat doe je?" "Had jij niet vanochtend, of wanneer dat was, dat geïllustreerde ding in je tas gestopt?", vroeg ze. "Wat wil je daarmee?", vroeg ik. "Kijken of het ons kan helpen..." Oké, tuurlijk. "Het zou helpen. Als we weten waar we zijn!" We waren een tijdje stil en ik luisterde naar de geluiden van de omgeving. "Wat we ook kunnen doen is richting het strand lopen.", zei ik. "Weet je dan waar het is?", vroeg Dana sceptisch. "Luister maar. Daar komt het geluid van de golven vandaan." Ik wees achter me. "Kom dan."
Er zijn nog geen reacties.