Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 4
“Neve? Neve!!!!” hoor ik een bezorgde jongensstem roepen.
ik voel dat iemand me vast heeft en dat ik met mijn hoofd tegen iemands borst aanlig.
Ik doe mijn ogen open maar moet even knipperen zodat ik het beeld weer helder krijg en niet alles dubbel zie.
Ik voel iets nats langs mijn wangen lopen. Ik ben zo opgegaan in mijn herinnering dat ik niet gemerkt dat ik ben gaan huilen.
“wat.. wat is her gebeurt?” vraag ik met een klein stemmetje aan degene die me vast heeft.
“Ow, gelukkig je bent je ogen open. Nou, we waren aan het mediteren en toen opeens zakte je opeens weg. Je hebt volgens mij uren weg geweest met je gedachte. Je schreeuwde en spartelde alsof je leven ervan afhing. Je schreeuwde dingen als ‘Waarom, klootzak, waarom?’ en nog meer dingen, maar dat was wat ik het beste kon verstaan. Ik heb nog nooit zoiets engs gezien.” Zei de stem nog steeds bezorgt. Toen kwam het weer bij me terug. Ik was hier met Eran. Het is Eran die me stevig vast heeft, en bezorgd klinkt. Heb ik alles wat ik in mijn herinnering had geschreeuwd echt hardop geschreeuwd?
“s-sorry” stotterde ik, nog steeds biggelde de tranen over mijn wangen door het moment dat ik net weer heb moeten herleven. Zijn shirt is helemaal doorweekt door mijn tranen.
“ssst, het is al goed, je bent veilig, je bent veilig.” Eran veegt met zijn duim mijn tranen weg.
“kom, dan gaan we, ik denk dat je wat moet eten. Sorry dat ik het zeg, je ziet er verschrikkelijk uit Neve.” Eran staat op en ik volg zijn voorbeeld. Maar als ik rechtop sta zak ik door mijn benen. Eran is gelukkig snel en vangt me op.
“als je niet normaal op je benen kan staan wil ik je best dragen.” Hij grinnikt zacht. Het klinkt heel aanlokkelijk maar toch schut ik mijn hoofd en zeg: “nee dankje, ik denk dat het zo wel weer gaat. Mijn hoofd tolt gewoon nog een beetje van wat ik net weer heb moeten doorstaann.”
Hij legt zijn arm om mijn middel zodat ik nog een beetje steun heb.
Zijn arm voelt sterk, en warm tegen mijn klamme lichaam.
We lopen via de Deur van Rust de nog steeds lege gang op.
“je moet weten dat we op de gangen alleen mogen fluisteren, maar alleen als het echt moet.” Fluister Eran.
Ik knik en loop achter hem aan.
We lopen dezelfde weg terug naar zijn kamer. Nu zie ik al af en toe wat mensen lopen. Iedereen die we tegenkwamen zagen er voor mij hetzelfde uit. Zwart haar, een witte huid en donkere kleding.
Ik zag mannen en vrouwen van alle leeftijden, kinderen die zachtjes lol aan het trappen waren. En spijtig genoeg zag bijna iedereen ons. Blijkbaar kent iedereen Eran. Aan alle kanten werd er naar hem gezwaaid en hij werd zachtjes begroet door sommige. En iedereen keek naar de arm van Eran die nog steeds om mijn middel lag.
“hé Eran. Wie heb je bij je? Deze ken ik nog niet volgens mij” fluistert een jongen die in een deuropening stond grijnzend. Hij keek ook naar Erans arm om mij, hij keek zo lang dat ik me ongemakkelijk ging voelen en blooste.
De jongen zag het en zijn grijns werd nog breder.
De jongen was ongeveer Erans leeftijd, misschien iets jonger.
Hij zag er totaal anders uit dan de rest van de mensen hier, maar toch hetzelfde.
Hij had gewoon net zoals iedereen een porselein witte huid, zwart haar en zwarte kleren aan. Hij was iets minder gespierd dan Eran maar zijn spieren waar maar al tegoed aanwezig.
Maar het was iets in zijn uitstraling wat heb zo anders maakte dan de rest van de mensen. Wat er dan zo anders was aan zijn uistraling wist ik niet.
“goedemorgen Sam” zei Eran beleeft en trok mee naar het einde van de gang, waardoor ik de jongen die blijkbaar Sam heette niet nog beter kon bekijken. Ook al had ik dat wel graag gewild.
We lopen nog een stukje en staan dan weer voor zijn kamerdeur.
Eran draait de goede combinatie in het slot en doet de deur open.
“Wie was die jongen eigenlijk? Eran, degene die die rare opmerking maakte?” vraag ik alsof ik de begroeting van Eran naar Sam niet had gehoord.
“Dat was Sam.” Antwoord hij.
“Wat voor een karakter heeft Sam?”
“Bij hem moet je uit de buurt blijven Neve. Hij is een echte player.” Zegt Eran opeens boos.
“en stel dat ik niet naar je waarschuwing luister en wel met hem om zou gaan?”
“Dan ga ik je niet helpen om een uitweg te vinden en dan mag je hier ook niet meer komen” Zegt Eran nog bozer.
“oké, ik wou het gewoon weten” Zeg ik terwijl ik in kleermakerszit op zijn bed ging zitten.
“oké… als jij nou even hier blijft dan ga ik wat te eten halen oké?”
“ja is goed” En glimlach naar hem terwijl hij mij achterlaat in zijn kamer.
Ik kijk wat rond en zie een opgevouwen wit papiertje op de grond liggen. Dat lag er daar straks toch nog niet?
Ik sta op en pak het papiertje op.
Ik wil het openvouwen maar bedenk dan dat rondneuzen in andermans spullen slecht is. En laat het weer op de grond vallen. Maar mijn nieuwsgierigheid naar de inhoud van het papier is te sterk. Dus pak ik het weer van de grond, ga weer op het bed zitten en vouw het open.
Het is een briefje. Er stond maar een zin in. In een modieus jongens handschrift. Wat ik volgens mij herkende.. waarvan? I don`t know.
Er staat op:
IK HOU JE IN DE GATEN!!!!!!
Ik hoorde een klik en schrok me te pletter.
Ik was even vergeten dat Eran wat te eten was gaan halen voor ons.
Hij keek me aan en glimlachte. Hij ziet mijn uitdrukking op mijn gezicht en zijn mondhoeken zakken en trekt een gepijnigd gezicht.
“wat is er?” vraagt Eran terwijl hij naast me komt zitten.
“D-dat weet ik niet.”
Ik moet en zal erachter komen waarvan, van wie en wat de bedoeling is van dit briefje neem ik mezelf voor.
Eran pakte een zakte uit zijn broekzak, grabbelde er even in en gaf me een croissant.
“meer hadden ze niet meer, sorry”
“geeft niet.”
We aten in stilte onze croissants op. Eran had zijn croissant zo op, in tegenstelling tot mij. Ik had hem nog lang niet op. Je zou denken dat ik hartstikke honger zou moeten hebben, het laatste wat ik op had was een snoepje uit de snoeppot die op Patricia`s balie stond. Maar doordat ik de dood van mijn vriendin weer heb moeten herleven krijg ik geen hap door mijn keel.
“wat is er?” vraagt Eran weer.
“ik heb niet zoveel honger.” Antwoord ik maar. Ik heb geen zin om alles te moeten uitleggen.
“zal ik je anders aan mijn vrienden voorstellen?” probeert Eran me op te vrolijken.
“ja, is goed” zeg ik maar. Ik was ook eigenlijk best nieuwsgierig naar zijn vrienden.
“kom dan maar mee.” Eran heeft een glimlach op zijn gezicht als hij opstaat en mij gelijk mee omhoog trekt aan mijn arm.
Reageer (1)
gaaf!! ik lees snel verder!
1 decennium geleden