Foto bij Hoofdstuk 11

Op haar gehakte laarsjes rende Lily door de school. Haar gesprek met Zack had haar meer vertraagd dan ze had verwacht, of beter gezegd: meer vertraagd dan ze had gewild. Ze was de conciërge voorbij gerend en had nu nog welgeteld vijftien seconden om haar jas op te hangen en het lokaal aan de andere kant van de gang te bereiken. Tot haar geluk zag ze een grote groep leerlingen voor haar lokaal staan, wat betekende dat de leraar nog niet was gearriveerd. Ze zuchtte opgelucht en sloot zich aan bij de rest.

‘Hé Lily,’ begon Nina, een meisje uit haar klas met wie ze normaal nooit sprak. ‘Ik heb nog geen stukje van jou ontvangen.’
Lily sloeg zichzelf tegen haar voorhoofd. Haar stukje voor de schoolkrant was ze straal vergeten te schrijven. Zoals elk jaar was een zesdeklasser de hoofdredacteur van het krantje, en dit jaar was Nina dat.
‘Ik zal het zo snel mogelijk doen,’ antwoordde ze.
‘Niet vergeten, hè? De deadline is vanavond.’
Lily knikte braafjes, maar vroeg zich af hoe ze dat in vredesnaam ooit zou kunnen redden. Ze had nog geen letter op papier staan, ze had zelfs nog geen onderwerp gekozen. Ze zou die avond laat gaan slapen, realiseerde ze zich. Ze kreunde, slaaptekort was iets waar ze echt niet goed tegen kon. Ze werd er chagrijnig van en haar weerstand ging dan snel omlaag.

‘Vergeet niet dat jullie volgende week allemaal jullie verslag in moeten leveren!’ riep de leraar biologie nog snel voordat de klas het lokaal verliet. Lily glimlachte zwakjes, ze had met Ariëlle afgesproken die dag in een gezamenlijk tussenuur het begin van het verslag te maken. Het was een hele vooruitgang dat ze had aangeboden ook iets te doen. Het lachje verdween toen ze moest hoesten. Haar keel deed pijn, hij leek wel van schuurpapier.

‘We gaan zo toch biologie doen?’ vroeg Ariëlle.
‘Ja, het zesde,’ zei Lily ter bevestiging.
‘Maar het is heel veel, we hebben toch nooit genoeg aan een uurtje? Kunnen we het niet beter een andere keer doen?’
‘We kunnen beter een begin maken, dan kunnen we thuis gemakkelijker doorwerken. Misschien kunnen we ook een taakverdeling maken.’ Lily hoorde hoe Ariëlle geërgerd zuchtte.
‘Maar het zesde wilden een paar mensen en ik koffie halen.’
‘Dat is dan jammer,’ antwoordde Lily met een glimlach. ‘Als we het nu niet doen, doen we het nooit. We gaan het gewoon het zesde doen. Samen.’
Ariëlle keek geïrriteerd, maar veranderde naar bezorgd toen ze langs Lily keek. ‘Laure, wat is er?’
Een huilende Laure met haar mobieltje stevig tussen haar vingers geklemd voegde zich bij hun. ‘Steven is vreemdgegaan,’ piepte ze.
Ariëlle stootte een verontwaardigde ‘oh, nee toch?’ uit en sloeg haar armen om het gekwetste meisje heen.
‘Twee maanden geleden al,’ zei Laure, zelf nog in shock. ‘En hij heeft er al die tijd over gelogen. Hij zegt dat het niet erg was, aangezien hij dronken en was, zij hem zoende en het kort was.’ Ze balde haar vuisten. ‘Toen vroeg ik hem hoe hij zou reageren als ik hem dat zou vertellen. Hij zou me een slet noemen, zei hij, het uitmaken en die jongen een klap geven.’ Ze snikte. ‘En ik mag van hem niet eens boos zijn.’ Ze drukte zich stevig tegen Ariëlle aan. ‘Ik dacht juist dat het zo goed ging tussen ons.’
Lily keek verbouwereerd naar het tafereel. Ze wist niet wat ze moest doen, blijven staan of stilletjes weglopen. Ze koos voor het eerste en legde haar hand voorzichtig op Laure’s schouder.
‘Wil je nog met hem verder?’ vroeg ze voorzichtig.
Laure snoof en keek haar aan. Lily schrok van al het rood dat haar reebruine irissen omsingelde. ‘Ik weet het niet.’ Ze zuchtte. ‘Ik heb behoefte aan een peuk.’
‘Nee,’ zei Ariëlle streng voordat Lily haar mond had open kunnen trekken. ‘Dat is slecht voor je, en je verpest je radiostem er mee.’
Laure giechelde zachtjes. Ze trok ook Lily naar zich toe, waardoor hun hoofden niet onzacht tegen elkaar botsten.
‘Bedankt, allebei,’ fluisterde Laure.
‘Graag gedaan,’ klonk het uit twee monden.

Bij Nederlands plofte Lily naast Simon neer. ‘Heb jij het ook zo koud?’ vroeg ze, terwijl ze met haar handen over haar armen wreef om warmte te creëren.
Hij trok een wenkbrauw op. ‘Het is hier hartstikke warm, joh. Voel je je wel goed?’
Bezorgd legde hij zijn hand op haar voorhoofd. ‘Je bent best heet.’
‘Dat weet ik toch,’ antwoordde Lily flauwtjes. ‘Maar bedankt dat je het nog even zegt.’
Simon zuchtte. ‘Je weet best wat ik bedoel.’
‘Ik voel me echt goed. Het is hier een beetje koud, maar dat is alles.’
Simon wilde protesteren, maar tot Lilys genoegen praatte Leonie door hem heen. ‘Goedemiddag, jullie twee! Mijn feestje is overmorgen al, niet vergeten hè! Jij komt toch, Lily? Kom jij ook, Simon? Ik zou het wel heel leuk vinden als je kon komen.’ - Zag Lily nou blosjes op haar wangen? - ‘Oh, en Lily, blijf jij eigenlijk slapen? Dat lijkt me wel handig, je woont best ver weg en ik vind het eng om je zo laat nog over straat te sturen, zeker omdat je een groot deel alleen moet fietsen, waarschijnlijk. Je bent geen last, mocht je dat denken, iedereen mag blijven slapen. Mijn ouders zijn er toch niet. Ik moet alleen van tevoren weten hoeveel logees ik ga hebben, dan kan ik daarmee rekening houden als ik ontkopen doe voor het ontbijt.’

Het was opvallend dat Leonie altijd eerst haar gehele eigen verhaal kwijt moest, voordat ze anderen toe stond om antwoord te geven op de vragen die ze stelde. Lily moest er zachtjes om lachen.
‘Ik kan niet komen, sorry,’ zei Simon, zoals Lily al had verwacht.
‘Wat jammer,’ zei Leonie met teleurstelling in haar stem. ‘Je zal wel een goede reden hebben. Het wordt echt gaaf, hoop ik. Je zult maandag wel spijt hebben, als je alle leuke verhalen hoort.’ Ze lachte om haar eigen grapje. ‘Maar Lily, blijf je nou slapen of niet? Ik heb ook een mailtje de wereld in gestuurd, maar daar heeft tot nu toe nog maar een iemand op geantwoord. Waarschijnlijk komt dat doordat ik het naar hun mail van school heb gestuurd, dat is voor mij een stuk sneller, maar ik heb dus geen idee hoeveel mensen ik kan verwachten, dus vraag ik het iedereen maar persoonlijk.’
‘Ik blijf wel slapen, graag zelfs. Midden in de nacht over straat gaan is niet mijn favoriete bezigheid.’
‘Mooi zo! Ik schrijf het wel even op mijn hand.’ Ze bukte en pakte een zwarte marker uit haar tas, waarmee ze in een slordig handschrift ‘Lily’ op schreef.
‘Je realiseert je wel dat dat niet gaat passen als je iedereen op gaat schrijven die blijft slapen? Zeker niet als je vijftig mensen uitnodigt.’
Leonie keek Simon aan. Haar gezicht werd een beetje rood terwijl ze schattend naar haar hand keek. ‘Daar zal je wel gelijk in hebben. Ik scheur wel even een blaadje uit een schrift en ga dan heel hard hopen dat ik dat niet kwijtraak, want daar heb ik aanleg voor. Ik ben echt vreselijk met dingen die ik niet kwijt mag raken.’ Lily herinnerde zich dat toen ze een keer haar oorbellen bij Leonie had laten liggen, zij haar gedwongen had ze weer op te komen halen, aangezien ze ze niet durfde te verplaatsen, bang ze kwijt te maken. ‘Moet deze les trouwens niet een keer beginnen?’

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen