Opdracht 2
'Ben ik weer!' riep ik door mijn kamer. Niemand was aanwezig, maar dat maakte niet uit. Hij hoorde me toch wel. Bovendien was er wel iemand, maar die zag je niet.
'Oké, ik kom!' klonk een gedempte stem, en hij zweefde door mijn kastdeur.
'Ah, ik zie dat je eindelijk uit je kast gekomen bent,' grapte ik.
'Haha, heel grappig. Trouwens, de veren springen bijna uit het matras.'
'Welk matras? Jij hebt geen matras nodig, je bent een géést.'
'Ik had het ook niet over míjn -tussen haakjes denkbeeldige- matras.'
hintte hij.
'Hé! Beledig mijn matras niet zo! Hij was van mijn overleden opa, en dat weet je best! Een beetje respect, graag,' zei ik beledigd.
'Oké, oké, al goed.' In een verdedigend gebaar hief hij zijn handen op.
'Pff... Huiswerk, ik haat het. Ik haat het echt, vanaf de grond van mij hart.' pufte ik toen ik mijn tas openmaakte.
'Het is bijna vakantie, nog even volhouden,' troostte hij. 'Trouwens, het is geen huiswerk. Het is leren voor een toets. Je hebt nu toetsweek, geen normale lesweek met huiswerk.' Ja hoor, hij moest weer eens de betweter uithangen.
'Herinner me er niet aan, dat is zo mogelijk nóg erger.' kreunde ik.
'Ik help je wel. Kijk, één plus één is twee, snap je? Dus als je één appel hebt, en je doet er één bij, hoeveel appels heb je dan?' grapte hij.
'Oh, ga Thriller dansen jij.' Ik rolde met mijn ogen en boog me over mijn proefwerk.
Een gebonk achter me stoorde me. 'Waar ben je mee bézig?' Geërgerd draaide ik me om en mijn mond viel open.
'Thriller dansen. Dat moest toch?' hijgde hij.
'Mike...' kreunde ik. 'Ooit gehoord van SARCASME?'
'Hm... Zit wat in.'
'En bovendien, dat je een geest bent, die in mijn kamer woont, wil niet zeggen dat je geen eigen wil hoeft te hebben.' legde ik hem vermoeid uit, en keerde me weer naar wiskunde. Rotvak is dat.
'O. Misschíén had je dat niet moeten zeggen,' grijnsde hij.
'Uh-oh...'
Michael knipte met zijn vingers en plots droeg hij zijn Dangerous-tour-pakje. Mijn mond viel open en ik sloeg de handen voor mijn ogen.
'Aaaah!!!! NEE!!!! Het is... Te... Erg... Mijn ogen.... Ik...' deed ik dramatisch, en overdreven en vooral heel, heel langzaam viel ik op de grond.
'Marin! Néé!! Marin! Ga niet dood!' deed Michael quasi-verdrietig. 'Alhoewel... Dan kan je me gezelshap houden in je kast!' Ik vloog overeind. 'Ik voel me al beter!'
Michael schoot in de lach. 'Hier, ik zal je helpen met je wiskunde.'
'Hè hè, wat je allemaal niet moet doen om de hulp van een gestorven popster te krijgen bij je wiskunde-proefwerk in de laatste proefwerkweek van het jaar.' mompelde ik. En alweer gegrinnik van Michael's kant.
Reageer (1)
Heeeeeeerlijk!
1 decennium geledenWaarom is mijn verhaal niet zo grappig? (you are not alone)