Hoofdstuk 1

Met een zucht gaat Miranda zitten op het kleedje dat ze in het weiland neer had gelegd. Ze pakt haar notitieblok en schrijft verder aan een verhaal over paarden. Miranda houdt van paarden, maar van haar vader mag ze er niet bij in de buurt komen. Hij zegt dat ze gevaarlijk zijn. Miranda vindt van niet. Ze gaat weleens naar de manege net buiten het dorp, om daar te helpen met het verzorgen van de paarden. Haar vader weet niet dat ze daar komt. Hij zou het haar meteen verbieden. Verdrietig kijkt Miranda voor zich uit. Ze legt haar notitieblok onder haar tas en gaat op het kleed liggen. Ze kijkt naar de wolken die langzaam van links naar rechts zweven. De wind blaast Miranda's haar in haar gezicht. Ze gaat weer rechtop zitten en veegt haar lange, zwarte haren naar achteren. Dan bindt ze een elastiekje om haar haren en staat op. Ze stopt haar spullen weer terug in haar tas en loopt naar haar fiets, die tegen het hek van het weiland staat. Ze haalt haar fiets van het slot af en fietst terug naar huis. Het is etenstijd