The most strange meeting
Thom liep langs de baai. het leek alsof de wereld haar adem inhield, letterlijk de stilte voor de storm. nog ongeveer 15 meter, dan kwam hij bij de steiger. hij begon sneller te lopen en binnen een halve minuut stond hij aan het uiteinde van de steiger, die ongeveer 40 meter lang was. hij sloot zijn ogen en spreidde zijn armen, de wind blies door zijn haren en in zijn gezicht, een warme en drukkende wind. hij draaide zich om en keek naar de kustlijn. er fietste een meisje langs. ze had rood haar. hij hield van rood haar, dat was ten minste anders dan normaal. het meisje reed op een groene fiets en ze leek haast te hebben. niet gek, met dat stormweer op komst. ze keek even naar hem. in een reflex stak hij zijn hand op, die daar hulpeloos in de lucht bleef hangen. hij had niet door hoe knullig dat er uit zag, tot hij haar zag lachen en snel zijn hand omlaag deed. ze zwaaide, en hij glimlachte naar haar.
toen, ineens, barstte het onweer in zijn volle geweld los. het meisje wendde haar blik af, de bliksem schoot over de zee. 'thom! verdomme!' hoorde hij, een vaag geschreeuw in de verte. een windruk liet hem bijna in de kolkende zee vallen, hij besefte zich dat het eigenlijk heel gevaarlijk was daar. binnen een minuut was hij doorweekt en hij rende terug, de steiger af, het strand af, naar de kant. aan de kant van het Dorp zag hij Robin aan komen rennen vanuit het Huis. het meisje was gestopt met fietsen, met deze windvlagen had dat geen zin. ze ploeterde lopend door de stromende regen. hij wist dat hij de boulevard had bereikt, hij was het strand over gerend. nu rende hij over het cement richting het Huis, richting Robin. nog ongeveer 200 meter, het meisje was iets verder voor hem, hij had hem bijna ingehaald, toen alles ineens zwart werd.
het duizelde hem even, hij wankelde op zijn benen, maar liep door. hij wist dat hij het Huis niet meer zou kunnen bereiken, dat was te ver. het meisje rende ongeveer 20 meter voor hem. hij zag hoe ze het opgaf en haar fiets tegen een fiets neer zette tegen een boom en er achter ging zitten. hij besloot haar te volgen, het was zijn enige kans. het meisje keek naar hem terwijl hij zich een weg baande door de windrukken en de stromende regen, richting de boom. het meisje schoof zwijgend haar fiets weg, terwijl hij er bij kwam zitten. 'ik ben Louise' schreeuwde ze door de storm heen. 'Thom,' riep hij terug. en samen bleven ze daar zitten, onder de boom, in het onweer.
Er zijn nog geen reacties.