Foto bij Klaprozen

Nog een verhaal dat ik voor school heb geschreven. Dit keer moest er een nummer in verwerkt zijn (hier is dat The man who can't be moved van The Script). Uit een stukje dat ik hier uiteindelijk niet in heb verwerkt is een ander verhaal voortgevloeid, ook genaamd Klaprozen.

Nerveus liep Elise het over zandpaadje, dat ooit door dure koetsen was uitgesleten, maar nu alleen nog werd gebruikt door wandelaars en een enkele fietser. De bomen weken steeds verder terug aan beide kanten van het pad naar mate Elise verder omhoog ging. Uiteindelijk kon ze de open hemel weer zien, die zich in drie windrichtingen uitstrekte tot hij de horizon bereikte.
De vierde kant, waar ze niet zo ver kon kijken, lag recht voor haar. Ze moest nog een stuk omhoog om ook daar het einde van de wereld te kunnen zien, waar het water leek samen te smelten met de helder blauwe lucht.
Elise stapte stevig door, en algauw kon ze de bovenste wiek van de vervallen molen zien opdoemen boven op de heuvel. Toen ze boven stond, in de schaduw van het oude gebouw, zag ze echter dat het helemaal geen heuvel was; het land eindigde onverwachts, en als je een stap te ver zette zou je geen gras meer onder je voeten voelen. Je zou vallen, meer dan honderd meter diep, tot je op de scherpe, uitstekende rotsen onder aan de klif terechtkwam. En zelfs als je de sprong in het ondiepe water zou overleven, zouden de wilde, ongetemde golven je te pletter slaan op de harde wand van steen die de klif vormde.
Elise rilde. Het waaide hard hierboven. Ze keek om zich heen, maar zag niemand. Ze zocht met haar hand in haar jaszak, en vond het opgevouwen stukje papier dat de schoonmaakster haar vanochtend had overhandigd. Ze vouwde het open en las het nog een keer door.

Going back to the corner where I first saw you
Gonna camp in my sleeping bag, I'm not gonna move
Got some words on cardboard, got your picture in my hand
Saying, "If you see this girl can you tell her where I am"

Some try to hand me money, they don't understand
I'm not broke, I'm just a broken hearted man
I know it makes no sense but what else can I do
How can I move on when I'm still in love with you

'Cause if one day you wake up and find that you're missing me
And your heart starts to wonder where on this earth I could be
I'm thinking maybe you'd come back here to the place that we'd meet
And you'd see me waiting for you on the corner of the street
So I'm not moving
I'm not moving


Onder deze woorden stonden in hetzelfde handschrift nog twee letters en vier cijfers, 1300 VR. Dit zou voor vele mensen niets betekenen, maar Elise kon er een heleboel uit opmaken. Het was van vitaal belang voor haar.
1300 VR was geen postcode. Het waren een dag en een tijd, namelijk vrijdag om één uur. Dan zouden ze het doen, het plan uitvoeren. Zijzelf en James, die de brief had geschreven. Hij had deze zinnen overgenomen uit een lied, hun lied, dat ze ontelbare keren hadden gehoord. Hij wist dat zij de woorden zou herkennen, en zou begrijpen dat hij een besluit had genomen.
De plaats had hij haar ook via de brief duidelijk gemaakt; er had een bloem op de brief gelegen, toen de schoonmaakster hem op de verandatrap had gevonden. Het was een bloem met dunne, rode blaadjes. Een klaproos. En de enige plaats in de weide omgeving waar je klaprozen kon vinden was in de weilanden.
Elise keek op, naar de groene zee die zich aan de linkerkant bevond, met rode spikkels waar een klaproos zijn kop tussen de grashalmen uitstak. Je had vanaf de top van de klif een prachtig uitzicht over de weilanden.
Ze schrok en haar hart maakte een sprongetje toen ze een hand op haar schouder voelde, en bonkte daarna weer op een regelmatig tempo door. Het leek sneller te gaan dan normaal, alsof het wist dat het het ervan moest nemen nu dat nog kon.
Elise draaide zich om en keek recht in de ogen van de enige persoon op deze genadeloze aardbol die haar echt begreep, die ze vertrouwde en die haar had gesteund door dik en dun. ‘Je bent gekomen,’ stelde James vast.
‘Natuurlijk ben ik gekomen,’ antwoordde Elise een beetje verontwaardigd. ‘Had je dat niet verwacht?’
‘Jawel. Het is alleen… Weet je zeker dat je dit wilt?’
‘Ja,’ zei ze, en ze probeerde haar stem niet te laten trillen. ‘Ben jij dan gaan twijfelen?’
‘Nee, nee. Zeker niet. Maar je hoeft niet met me mee te gaan. Je kunt hier blijven, en van je leven genieten.’ Hij zei het niet met zoveel woorden, maar Elise wist wat hij eigenlijk bedoelde. Zij was gezond; hij zou hoe dan ook niet meer dan een jaar leven tot zijn dood. Hij was ziek, terminaal ziek, en geld voor een behandeling was er niet.
‘Hoe kan ik nou van mijn leven genieten zonder jou?’
‘Je ouders zullen je missen.’
Elises gezicht verhardde. Haar ouders waren een goed voorbeeld van al het kwaad in de wereld. Ze hadden geld, maar weigerden het uit te geven. ‘Ik hen niet.’
James gaf een kort knikje. Het was duidelijk dat hij het niet uit haar hoofd zou kunnen praten. ‘Goed dan. Klaar?’
‘Klaar,’ antwoordde ze vastberaden. ‘Ik hou van je.’
‘Ik ook van jou. Ik zie je snel weer, op een betere plek.’ Met die woorden wendde hij zijn blik af van haar gezicht, naar het uiterste puntje van het land.
Het was gek hoe gemakkelijk het was om een besluit uit te voeren als je het eenmaal genomen had. Elise had de afgelopen maanden bijna vierentwintig uur per dag nergens anders aan gedacht dan aan dit ene moment. De voorbereidingen hadden weken gekost. En nu, binnen een paar seconden, was het gebeurd.
Ze liepen hand in hand over het gras. Steeds sneller, tot ze bijna renden. Ze hadden nog steeds elkaars hand vast toen ze sprongen. En eindelijk waren ze bevrijd van hun aardse leven, op weg naar een betere plaats. Ze vlogen…

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen