De buren van Jonathan zijn bij hem langs geweest, hier begint het verhaal.

Ik stap uit de auto en leg mijn tas op de grond, terwijl ik om mij heen kijk. Terug op de plek waar het allemaal begon, Beachy Head in Engeland. Ik krijg tranen in mijn ogen als ik denk aan wat ik hier allemaal heb meegemaakt. Hoeveel tranen ik hiervoor op deze plek gelaten heb, zilte druppels van liefde, geluk en nu, uiteindelijk, verdriet. Mijn knieën bibberen tegen elkaar aan, alsof ik bijna bevries, en mijn onderlip trilt mee op de maat.

Hals over kop ben ik hier weer heengegaan, nadat een paar dagen geleden mijn buurjongen en zijn vriendin aan de deur waren. “We maken ons zorgen.” was Sander begonnen. En ik? Ik begreep hen niet, totdat ze alles haarfijn uitlegden. De woorden bleven uit hun mond stromen, en ik bleef stilletjes luisteren. Het verhaal begon bij het feit dat ik net als voorheen elke ochtend mijn en haar fiets buiten zette, en deze 's avonds na werktijd weer binnen bracht. Ze zagen hoe ik voor twee personen boodschappen haalde, voor twee personen kookte, en voor 2 personen de tafel dekte. Soms moest Elisa, de vriendin van Sander, een traantje laten als ze zag dat ik mijn bordje leeg at, en de hare onaangeraakt leeg kieperde in de vuilnisbak. Ze vertelden me hoe ze me om de twee dagen in de tuin zagen terwijl ik bezig was met het ophangen van de was. Niet dat dat zo iets vreemds is, maar het feit dat ik de kleren van mijn meisje erbij hing klopte niet helemaal. Ze droeg ze immers niet meer. Toen ze mij de dag ervoor dat weer eens hadden zien doen, ditmaal in de plenzende regen, hadden ze besloten dat het tijd werd om eens met me te praten.
“Het is misschien niet onze taak,” was Elisa begonnen. “Maar je vrienden zeggen het je blijkbaar niet. Je vrienden zie ik trouwens sowieso niet zo vaak meer, terwijl ik ze voor dit alles dagelijks door de straat zag lopen naar je huis. Ik weet niet of ze het ook moeilijk vinden, of dat jullie geen tijd hebben, maar ik zie ze echt heel weinig, alleen dat al baarde me zorgen.”
Ik weet nog dat ik toen even fronste met mijn wenkbrauwen, mijn buren hielden mij wel erg goed in de gaten, maar stiekem vond ik het fijn dat er nog om me denken. Mijn naaste vrienden waren niet meer mijn naaste vrienden, sinds ik het te druk had met doorgaan zoals alles ooit was.
Elisa keek me ernstig aan terwijl ze tegen me sprak. “Het klinkt misschien hard, en moeilijk. Maar ze is er niet meer. Laat haar gaan. Neem afscheid, accepteer dat je verder moet hoe moeilijk het ook is. Als je los laat, zal ook het gewicht van je schouders afnemen. Het zal zwaar zijn, je zult moeten vechten om door te gaan, maar als je dit niet doet, kan het zomaar te laat zijn. Je moet naar ons luisteren, anders kunnen we je niet helpen.”
Met die woorden gaf ze me een knuffel, en samen liepen ze naar buiten.

Niet lang daarna had ik besloten om haar advies te volgen. Ik had thuis uitgezocht wat ik wou houden van haar, wat ik tijdelijk op zou bergen en wat ik weg kon doen. Alles waar ik afscheid van kon nemen, heb ik de avond voordat ik hierheen ging verbrand in de vuurkorf. Misschien een beetje radicaal, maar ik had het nodig. Ik stapte in de auto, reed richting de boot, van de boot af en nu ben ik weer hier.

Uit mijn tas pak ik één van de dingen die ik had meegenomen. Een wensballon. Op de ballon schreef ik alle woorden die ik nog aan haar kwijt wilde, en plakte er een kopie van mijn favoriete foto van ons tweetjes op. Ik stuntelde even omdat ik het vuur eronder niet aankreeg.
“Lieverd, help me, pak hem van me aan.” fluisterde ik tegen de lucht, en alsof ze het hoorde steeg de ballon op. Ik staarde hem na terwijl hij richting de hemel vloog, waar zij hem aan zal pakken.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen