Hoofdstuk 5

Als ik de klas binnen kom. Zie ik een groepje meiden zitten, ze zien er leuk uit en zou daar wel bij willen horen. Zal ik er gewoon heen lopen? Denk ik bij mezelf. Maar dan kijkt 1 van die meiden naar me. Ze komt naar me toe lopen. Hoi, zegt ze. Ik ben Jole en dat zijn Avalanche en Lana. En hoe heet jij? Ik kijk haar aan en zeg; Ik ben Linda. Kom je bij ons zitten? Vraag Jole. Ik zeg ja en ga bij ze in de klas zitten. Dan loopt er nog een meisje binnen ze ziet er aardig uit. Als ik nog naar haar kijk komt onze mentor binnen. Hij stelt zich voor en hij heet Timo van Dereecken. Hij vertelt nog een aantal dingen maar ik luister niet echt. Ik hoor de meiden waar ik bij zit af en toe wat praten en lachen. Als ik eindelijk in de gang sta komt dat meisje wat als laatst de klas in kwam, naar me toe. Hoi, zegt ze. Ik ben Meike. Ik kijk haar aan en zeg; Ik ben Linda. Dan hoor ik op de gang 2 mensen lachen. Een jongen en een meisje. Ik zie Meike haar hoofd schudden en kijk haar vreemd aan. Kent ze een van die twee? Of kent ze hun allebei? Ik had geen zin om het te vragen. Ik hoor de bel gaan en we lopen weer richting lokaal. Na 2 lesuren zijn we eindelijk klaar met school. Ik fiets naar huis toe en dan zie ik Jole huilend langs de weg..