Opdr. 1 [Fawkes]
"Ben je zeker?" vroeg hij terwijl zijn lippen tegen mijn slaap rustten en er een kusje op gaf. "Ja. Ik ben zeker dat ik het wil," antwoordde ik zacht, met een onvaste stem. Was ik wel echt zeker van het volgende plan? Hij nam mijn hand vast en samen liepen we door de zwak verlichtte straten naar het park. Hij drukte me tegen een grote eik en begon me te zoenen. Zijn warme lippen zorgden ervoor dat ik me veilig voelde, en zeker, zeker dat ik kon wat ik moest doen. Ik voelde iets zwaars in mijn achterzak, en wist dat hij zojuist het mes in mijn zaak had laten glijden waarna zijn handen over mijn billen streken. Zijn lippen dwaalden van mijn mond over mijn wang naar mijn oor. Zacht drukte hij een kusje onder mijn oor waarna hij fluisterde dat ik mijn best moest doen.
Mijn best, om de man te vermoorden die nu zijn ronde in het park zou maken. Mijn vader, een politieagent. De man die me nooit geloofde. De reden dat mijn moeder ongestoord haar gang kon gaan.
Ik voelde zijn hand over mijn nek strijken, precies over de laatste wond die ze me bezorgd had. Zes hechtingen zaten netjes op een rij, nadat ze me had aangevlogen met een mes en het wapen in me had willen steken. Ik sloot mijn ogen en snoof even. Vanavond was ze van mij. Zijn bruine ogen keken me vragend aan. "Je hoeft het niet te doen als je niet wil." "Ik moet wel, anders krijg ik nooit rust." Hij knikte begrijpend en zoende me weer. Niet veel later kwam mijn vader de hoek om, en deed precies wat ik verwacht had. Hij kwam direct op ons afgelopen, richtte zijn zaklamp op ons en schreeuwde dat we hier niets te zoeken hadden. Dev hield me op mijn plaats tot hij dicht genoeg genaderd was. Voorzichtig trok hij het mes weer uit mijn zak en klapte het uit waarna hij het in mijn handen drukte. Het koude handvat maakte me bewust dat mijn vader ook zo aan zou gaan voelen, en mijn moeder. Vooral mijn moeder. Toen mijn vader bijna bij ons was probeerde hij Devs arm te pakken. Hij deed een stap achteruit en gaf mij de ruimte. Ik draaide me naar mijn vader toe en viel de man aan. Het mes vloog eerst op zijn gezicht af waardoor hij zijn handen voor zijn gezicht sloeg en de rest van zijn lichaam onbeschermd liet. Het staal penetreerde zijn lichaam alsof ik met een mes door de boter ging. Een bloedstraaltje welde op en het mes verliet zijn buik, om ergens anders weer toe te slaan. Ik gilde, verblind door woede. "Waarom was je er nooit? Waarom geloofde je me nooit? WAAROM BESCHERMDE JE HAAR?!" Pure haat raasde door mijn lichaam terwijl de man kermde van de pijn. Pas als Dev een hand op mijn schouder legt lijk ik wakker te worden uit een trance en kijk de stervende man in zijn ogen. Hij probeert nog wat te zeggen maar het enige dat uit zijn mond komt is bloed. Zijn laatste zucht klinkt rochelend, en pijnlijk. De pijn die mijn moeder moet krijgen. Met een trillende hand pak ik de walkietalkie op die aan zijn broek hangt en maak een melding bij de centrale dat er een agent gewond in het park ligt. Met een woeste ruk trek ik zijn nummer van de politie van zijn borst en prop het stukje stof in mijn zak. Ik sta op, en hand in hand rennen we het park uit, de drukte weer in, en op weg naar het huis van mijn ouders, met geluiden van sirenes op de achtergrond.
De complete straat was donker, het enige licht was afkomstig uit de slaapkamer van mijn moeder. Mijn ouders sliepen al jaren niet meer in hetzelfde bed, of dezelfde kamer wat dat betreft. Hij hield nog steeds ontzettend veel van haar, maar zij voelde zich opgesloten en wilde haar gang gaan. 'Depressie' zeiden de artsen. In mijn ogen was ze gewoon gestoord. De achterdeur was gewoon open, zoals altijd. Mijn moeder is het type dat iedereen vertrouwd, zelfs als ze met een pistool tegen haar hoofd staan. Vanavond zal niet anders blijken.
Voorzichtig open ik de deur en lopen we naar binnen. Zacht hoor ik de treden onder ons kraken. "Ben je zeker?" vraagt Dev weer, het enige dat ik kan doen is knikken. Ik heb geen keuze meer, ik ben al zover gekomen. Ik moet het nu ook afmaken. Haar deur staat op een kier. Ik wenk naar Dev dat hij naast de opening moet blijven. Ze zou flippen als ze hem ziet. Met een zwaai gooi ik de deur open waardoor ze verschrikt opkijkt, met een spuit in haar arm. "Weer bezig?" "I- ik- Ik wist niet dat je hier was," mompelt ze zacht. "Hoe lang al weer?" "Nee, nee zo is het niet." Ze gooit de spuit gauw op de vloer en peutert aan de riem die om haar arm zit. "Laat maar zitten. Na die woorden wordt het weer rood voor mijn ogen en zie ik hoe het mes in haar pols verdwijnt. Ik hoor haar ijselijke gil, maar het is alsof ik naar een film kijk. Langzaam jaag ik het lemmet naar boven, over haar arm, vlak langs haar keel, en zie het bloed naar beneden stromen. Veel langer laat ik het niet duren. Ik haal het stukje stof uit mijn broekzak en laat het haar zien. Haar ogen worden groot en ze opent haar mond weer. Met een krachtige duw beland ze op haar rug op het bed. Het lapje stof ligt op haar borst, het mes steekt er doorheen.
"Ik ben zeker."
Reageer (1)
Dit verhaal was echt fantastisch. Het is origineel en goed uitgewerkt. Ook laat je alles in de verloop van eht verhaal duidelijk worden en geef je niet alle informatie meteen bij het begin.
1 decennium geledenJe schrijfstijl is lekker vlot en leuk om te lezen. Alleen, op sommige plekken wissel je plots van de verleden tijd naar het heden en weer terug. Dit leest niet zo lekker en verwarde me een beetje.
Voor de rest vond ik het een geweldig verhaal, met een leuk plot, een goed einde en een lekkere woordenschat. Let alleen een beetje op je tijden, dat is het enige dat ik kan opmerken.