Foto bij 7. Melchior Wolfskers

De deur zwaaide meteen open en ze zagen een lange tovenaar met zwarte vettig haar, een hoekige neus en een tanige huid. Hij droeg een zwart lang gewaad. ‘De eerstejaars, professor Sneep,’ zei de reus. ‘Bedankt, Hagrid. Ik neem het wel over,’antwoorden hij kil. Astoria besefte gelijk dat ze Sneep beter te vriend kon houden wilden ze een leuke schooltijd meemaken.
Hij deed de deur wijd open. De hal was kolosaal. De stenen muren werden verlicht door vlammende toortsen, net als thuis, het plafon was zo hoog dat ze het niet eens konden zien en recht tegenover hen leidde een schitterde marmeren trap naar de bovenverdiepingen.
Ze volgde professor Sneep over hardstenen vloer. Astoria hoorde geroezemoes van honderden stemmen opklinken uit de deuropening rechts – de overige leerlingen waren er natuurlijk al – maar professor Sneep ging de eerstejaars voor naar een leeg kamertje dat aan de hal grensde en ze dromen naar binnen. Ze stonden heel wat dichter op elkaar dan ze anders gedaan zouden hebben en keken nerveus om zich heen.
‘Welkom op Zweinstein,’ zei professor Sneep. ‘Zo dadelijk begint het banket om het begin van het nieuwe schooljaar te vieren, meer voor jullie plaatsnemen in de Grote Zaal, worden jullie verdeeld over verschillende afdelingen. Die indelingsceremonie is belangrijk want tijdens je verblijf hier fungeert je afdeling min of meer als je familie. Jullie volgens lessen met de rest van de afdeling, slapen op de afdelingszaal en brengen jullie vrije tijd door in jullie eigen leerlingenkamer. Die vier afdelingen zijn Griffoendor, Huffelpuf, Ravenklauw en Zwadderich. Elke afdeling heeft zijn eigen, nobele geschiedenis en heeft opmerkelijke heksen en tovenaars voortgebracht. Tijdens jullie verblijf op Zweinstein leveren eventuele triomfen afdelingspunten op en worden bij overtredingen van de regels punten afgetrokken. Aan het eind van het schooljaar wordt aan de afdeling met de meeste punten een beker toegekend. Ik hoop dat iedereen zijn of haar afdeling eer zal bewijzen. De indelingsceremonie begint zo in aanwezigheid van de overige leerlingen en leraren. Ik stel voor dat jullie je een beetje opknappen terwijl jullie wachten,’ zei hij scherp terwijl hij een hatelijk blik wierp op de verschillende eerstejaars.
Astoria wierp een blik op haar smetteloze gewaad en kwam tot de conclusie dat er weinig op te knappen viel. Haar jaargenoten daarentegen begonnen grotendeels zenuwachtig aan hun gewaden te plukken.
‘Ik kom jullie halen als we zover zijn,’ zei professor Sneep. ‘Maak geen herrie terwijl jullie hier wachten.’
Hij vertrok en gelijk barste er een fluistert geroezemoes los. Op dat moment verscheen er een zwart harige jongen naast Astoria. Zijn lange zwarte haar hing tot op zijn schouders en zijn donkere haast zwarte toegeknepen ogen keken haar inschattend aan. ‘Astoria Goedleers, toch?’ vroeg de jongen. Astoria knikte en een tevreden glimlach verscheen op het gezicht van de jongen. ‘En jij bent?’ vroeg ze iets wat kil. ‘Melchior, Melchior Wolfskers,’ stelde de jongen zich voor. Astoria knikte waarderend. Wolfskers was een bekende volbloedfamilie; kleiner dan Malfidus of Zwarts maar nog steeds zeer gewaardeerd. ‘Ik ben blij dat er toch nog een volbloed in mijn jaar zit. Ik was al bang dat ik de enige was,’ glimlachte Melchior opgelucht en hij wiep en walgende blik naar de andere leerlingen, ‘Niemand van hen weet ons op waarde te schatten.’
‘De indelingsceremonie gaat beginnen,’ melde Sneep ons, die blijkbaar alweer terug was gekeerd. ‘Ga in een rij staan en volg me,’ zei professor Sneep tegen de eerstejaars. Astoria nam plaats in de rij, gevolgd door Melchior. Zo liepen ze de kamer uit, staken de hal over en gingen door de dubbelen deuren de Grote Zaal binnen.
De zaal werd verlicht door duizenden kleine kaarsjes die in de lucht leken te zweven. In de zaal stonden vier langen tafels waaraan de overige leerlinge zaten. De tafels waren gedekt met glanzende gouden borden en bekers en aan het uiteinde van de zaal stond een lange tafel waaraan de leraren zaten. Professor Sneep liet de eerstejaars halthouden tegenover de andere leerlingen, met de leraren achter zich. De honderden starende gezichten leken net bleke lantaarns in het flakkerende kaarslicht. Hier en daar zaten spoken tussen de leerlingen, dof glanzend als beslagen zilver.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen