Het vertrek van papa ;;
“Triiing, triiing, …”, ik duw de wekker af en draai me terug om. Zuchtend stap ik uit bed. Ik kijk op de wekker en zie dat het 6 uur in de ochtend is. Opeens herinner ik me dat het vandaag de dag is. Snel trek ik mijn rode badjas aan en loop naar beneden. Ik kijk naar buiten. Daar staat papa klaar voor vertrek. Hij gaat naar het leger , hij moet naar de oorlog. Ik loop naar buiten en kijk hem triest aan, we staren een lange tijd naar elkaar. Voor dat ik het weet pakt hij me vast, de knuffel doet me deugd. Het is een lange en warme knuffel.”Ik, ik , …”, stotter ik.”Zeg maar niks, we zullen elkaar snel zien.”, zegt hij met tranen in zijn ogen. Ik draai me om en wil een kort afscheid, maar ik mag hem niet laten gaan, hij moet blijven! Hij neemt uitgebreid afscheid met mama en stapt in zijn auto. De motor start, ik loop naar de auto en klop op het raam.”Nee je mag niet gaan , blijf hier!”, schreeuw ik luid. Hij draait zijn raam open en streelt me in mijn lange, wilde haren. Het raam gaat langzaam dicht en ik krijg het erg benauwd. Hij rijdt achteruit en staat even stil op straat. We zwaaien hem uit , en voor we het weten is hij weg. Mama pakt me vast. Ik wil achter hem aanlopen, maar ik weet dat het niet kan!Het is te laat. Mama en ik lopen naar binnen. Ik laat me in de zetel vallen, ik kan niet geloven dat het opnieuw gebeurt. Mama komt naast me zitten. Ze staart naar een foto van ons gezin die boven de open haard hangt. Een traan glijd over haar wang. Hier kan ik niet langer blijven zitten dus loop ik de trap op. “Kan dat wat zachter misschien ?!”, roept Mimie. Mimie is mijn oudere zus , haar kan het helemaal niet schelen dat papa weg is. Ze wil alleen zijn geld zien. Als ze dat niet krijgt moet ze niks van hem weten of hebben . Ik snap het gewoon niet dat ze hem zomaar laat gaan. “Moet je niet gaan werken, of ben je te lui ?”vraag ik. “Ach, hou je mond toch !” Ze werkt tijdens de vakantie in de bar. Daar gaat ze meestal alleen maar heen voor een nieuw liefje. Jongens hebben geen gevoel dus je kan ze niet kwetsen zegt ze dan. Wat denkt ze wel niet ? Zuchtend ga ik verder. Ik loop naar mijn kast en kijk erin. Ik heb alleen maar kleren in felle kleuren,ik hou niet van zwart. Maar vandaag wil ik alleen maar zwart dragen. Dus loop ik naar Mimie haar kamer en doe haar deur open.Daar ligt ze ingewikkeld in haar dekens.Zachtjes sluip ik naar haar kast, trek de deur open en begin erin te hooien. Al snel vind ik iets zwart.Het is een zwarte legging met witte veters aan de zijkant. Daarboven een t-shirt dat tot aan mijn knieën komt.Stil sluip ik terug weg en ga naar mijn kamer. Ik laat me op mijn bed vallen. Pak ondergoed en sokken. Trek de kleren aan en ga naar beneden. Ik zie mama in de keuken zitten met foto’s van papa , ze huilt. Ik ga naar de kast een neem een kom en wat ontbijtgranen.Ik zet ze op de tafel en loop eerst nog naar de koelkast voor wat melk. Eigenlijk heb ik niet veel honger , maar het ontbijt is te belangrijk om te laten staan,dus eet ik een klein beetje.Ik trek mijn jas aan en loop naar buiten neem mijn fiets en vertrek. Ik rij naar oma Olga.Ze weet niet dat papa vandaag is vertrokken.Ze is altijd heel bezorgt om papa.Dus vind ik het belangrijk dat ze weet dat papa weg is.Dus ik spring op mijn fiets en rijd naar oma.Onderweg is het koud, stil en donker.Ik zie een man met een hele lange zwarte jas aan.Hij stapt in een grijze auto.Hij heeft een lange sigaar in zijn mond zitten. En puntige schoenen ook zwart, wat een vreemde man is dat! Ik deed mijn jas helemaal tot boven toe. Het is echt heel koud. “Liilaa,lilaaa,lililaaa, …” mijn beltoon.”Hallo, met Lana”, zeg ik stilletjes. “Hallo meisje, mama hier. Ik wou even zeggen dat papa veilig is aangekomen.” “Oh oké is super goed, maar nu moet ik verder he.” zeg ik. “Oké, daag schat.” Ik steek mijn GSM terug in mijn jaszak en rij verder. In de verte zie ik het huisje van oma al. Een klein,oud huisje dat helemaal van hout is gemaakt. Het is er best gezellig. Het lijkt wel een boshuisje. In de brievenbus steekt de krant. Ik neem hem mee en klop op de deur. Een bel heeft ze niet , die is stuk. Kraaak..kraaak… De deur gaat open. “Hallo oma, is hier iemand ?!” roep ik. Ik ben doodsbang ,ik raap al mijn moed bij elkaar en loop naar binnen. Alles ligt door elkaar. Overal gaten in de muren en al de meubels liggen op de grond. Er brand licht in de woonkamer. De krant leg ik op het kastje tegen de muur. “Hallo oma, ik ben het Lana.” Geen antwoord. Stilletjes loop ik verder naar de deur. De tv ligt kapot op de grond. Ik loop de woonkamer binnen. Er is niemand te bespeuren of toch? Er zit iemand in de zetel. “Ben jij dat oma?Wat is er hier gebeurd oma?” Op de grond ligt het hoedje van oma. Oma heeft namelijk altijd een hoedje op, ook met heel warm weer. Al jaren heeft ze hetzelfde hoedje. Ik loop naar de zetel, twijfel even maar toch doe ik mijn ogen open en kijk..
Er zijn nog geen reacties.