How are you?
Het was al weer twee weken geleden sinds Enrique was aangevallen. Danila en ik kwamen niet zo vaak langs, want hij sliep nog steeds. Nouja, eigenlijk lag hij in een soort coma, maar slapen klonk minder eng. Volgens de Helers (soort van dokters) zou hij snel wakker worden.
Ik keek verbaasd naar de jurk die Danila voor mij gemaakt had. De elven maakten traditionele kleren zelf, als er speciale gelegenheid was.
‘Maar… dat kan ik toch niet aandoen?’ vroeg ik. ‘Jawel, kijk maar.’ En ze kleedde zich om. Ze had een kort jurkje aan… gemaakt van bladeren. ‘En dat blijft heel?’ vroeg ik vol ongeloof. ‘Ja, dit zijn bijzondere bladeren, met een special laagje eroverheen zijn ze onverwoestbaar.’ ‘Oke’ zei ik, terwijl het mij nog steeds onwaarschijnlijk leek. Ik trok de jurk aan, met een vaag gevoel dat het elk moment uit elkaar zou vallen. Maar dat deed het niet. ‘En nu je haar’ zei Danila meteen. ‘Ga zitten.’ Ik ging op de stoel zitten die ze aanwees. Ik keek in de met planten versierde spiegel en zag wat Danila allemaal met mijn haar deed. Ik kon niet zien hoe ze dat deed, maar het zag er geweldig uit. ‘Kom op, we gaan naar Enrique!’ zei ze toen ze klaar was.
Toen we de kamer binnenliepen waar Enrique lag, was hij al wakker. Hij keek met grote ogen naar mij. ‘Wauw… Je bent echt prachtig!’ zei hij zacht. ‘Dankje’ zeiden Danila en ik tegelijkerijd. We keken elkaar aan en schoten spontaan in de lach. Omdat Enrique pijn had bij het lachen, waren we snel weer rustig. Ik ging aan zijn bed zitten en keek naar zijn ogen. Ze waren nog steeds helderblauw maar het leek alsof ze veel minder fel waren. ‘Het spijt me,’ zei ik ‘door mij lig je hier.’ ‘Nee, zonder jou lag ik hier juist niet’ zei hij en had gelijk. ‘Hoe gaat het nu met je?’ vroeg ik zachtjes. ‘Ik heb overal pijn, maar het gaat beter nu jij er bent’ zei hij zacht, en het maakte me warm van binnen. ‘Awwwhhh…’ hoorde ik achter me en ik draaide me meteen om. ‘Oeps, sorry’ zei Danila. ‘Ik ga al’ zei ze en rende met een rood hoofd weg. ‘Wat heeft zij?’ vroeg ik, maar niemand gaf antwoord. Er volgde een ongemakkelijke stilte. Zoiets had ik nooit met Enrique, hij had altijd wel iets te vertellen, of anders ik. Misschien wilde hij liever weer slapen. Dat kon ik me ook wel voorstellen, in je slaap voel je geen pijn. ‘Waarneer ben je weer beter?’ vroeg ik om de stilte te verbreken. ‘Ik weet het niet’ zei hij. ‘Wil je nu slapen?’ vroeg ik, omdat ik dat kon zien. ‘Ja’ zei hij kortaf en sloot langzaam zijn ogen.
Ik was verbaasd toen ik hoorde dat hij over een week al weer beter zou zijn. Danila legde me uit dat elven veel sneller genezen van wonden dan mensen en dat het bij mensen veel langer zou duren.
Ik keek uit naar volgende week, ik miste Enrique zo erg.
Reageer (1)
Aawh. Ze mist hem. Cute !
1 decennium geleden