‘Ik ben bang.’ fluisterde ik verlegen tegen mijn collega Jim. ‘Wat als ze terug komen? Wij kunnen hier niet uit, maar zij kunnen hier wel in. Misschien gaan ze ons wel mishandelen.’ ging ik verder.
Jim kwam naast me zitten. ‘Lieve Katherine, maak je daar nu toch niet druk om. Het komt gegarandeerd goed, geloof me nu.’
Ik zuchtte. Dit was wel het laatste wat ik nu wilde geloven. Al helemaal nu ik hier rillend van de kou, naast mijn collega, ook wel vriend, zat.
Jim zakte naast mij op de grond. ‘Katherine, kom op. Ik weet dat je het kunt. Jij bent meestal diegene die overal het licht in ziet, hoe pessimistisch je ook bent. En ik weet zeker dat je hier ook het licht in zult zien.’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee Jim. Het spijt me. Het gaat echt niet.’
Jim legde zijn hoofd tegen de muur en sloot zijn ogen.
Voorzichtig keek ik opzij. Zijn blonde haren zaten door de war. Hij was veel langer dan mij. Ik was de kleinste van de club, hij de grootste.
Plotseling deed hij zijn ogen op. Zijn helder blauwe ogen keken mij recht aan.
‘Wist je dat je mooie ogen hebt?’ vroeg hij aan mij. Ik glimlachte. ‘Ja, de gen van mijn vader. En de haarkleur van mijn moeder.’
Jim duwde voorzichtig een pluk achter mijn oor. ‘Nu je het zegt, het is inderdaad wel een mooie kleur.’ was zijn antwoord. ‘Dat heb ik nooit gezegd.’ mompelde ik.
‘Wist je dat donker haar en lichte ogen een van de zeven schoonheden is. Net zoals sproeten.’ Hij raakte even mijn gezicht aan.
Ik glimlachte opnieuw. ‘Ja, dat wist ik. En wist je ook de lange, gekrulde wimpers een van de zeven schoonheden is?’
Jim dacht even na. ‘Ja, dat wist ik.’
Ik giechelde. ‘Dat wist je niet, leugenaar.’
Jim trok een pruillip.
‘Goed dan, je wist het.’
Jim begon te lachen.
Een geschrokken muis rende door de kelder waar we opgesloten zaten. Onze blikken scheurden zich van elkaar los en volgde de muis. Hij liep recht naar de kast en verstopte zich daar onder. Nog paar seconden later kwam zijn snuitje alweer onder de kast vandaan en bleef zo zitten.
Ik keek weer naar Jim. ‘We zijn tenminste niet alleen in deze kelder.’ zei ik.
Jim glimlachte. ‘Zo ken ik je weer, Katherine.’
Nog voor Jim was uitgesproken, liep het muisje weer onder de kast vandaan, en glipte door een gat in de muur.
Moedeloos viel ik weer terug tegen de muur. Een traan rolde over mijn gezicht. Voorzichtig veegde Jim hem uit mijn oog.
‘Het werkt averechts. Ik geef het op.’
‘Ik zie dit keer wel een lichtpuntje. Je bent het niet verleerd.’
‘Wat ben ik niet verleerd? Blij zijn? Nee, natuurlijk niet. Het is als ademen. Alleen ben ik nu bijna aan het verdrinken.’ zei ik woedend.
‘Sorry.’ mompelde Jim.
Ik barste in huilen uit, iets wat ik bijna nooit zou doen met andere mensen in de buurt, en al helemaal niet een collega. Voorzichtig drukte Jim mij tegen zich aan. Ik verborg mijn tranen in de stevige borst van Jim. Zachtjes wiegde hij me heen en weer. Het beeld van mijn moeder van vroeger met mij in haar armen dreef mijn hersenen binnen. Snel verdrong ik het beeld. Ik wilde niet aan vroeger denken. Vroeger waren vreselijke dingen gebeurd. Ik wilde aan nu denken. Wat er hierna zou gebeuren. En hoe dit zou aflopen.
Ik probeerde me voorzichtig recht te duwen, maar Jim hield me te stevig vast. Slap zakte ik terug en duwde mijn gezicht weer tegen zijn borst. Zijn bekende geur stelde me gerust. Net zoals het me al eens eerder gerust gesteld had. Om precies te zijn, vijftien weken geleden.
Het was niet de eerste keer geweest dat we gevangen waren genomen. De vorige keer waren we met ons vieren geweest. Mijn drie mannelijke collega’s en ik.

‘Iedere dag zullen we jullie mishandelen, iedere dag zullen we jullie het leven zuur maken, iedere dag laten we jullie meer zelfmoordneigingen krijgen.’ zei de langste vrouw. De andere vrouw die er naast stond, lachte alleen maar.
‘Zullen we dan maar beginnen.’ zei de ene weer handwringend en liep op Bart af.
Ze trok hem uit de kooi, en beval hem zijn kleren uit te doen. Ik wende mijn hoofd af.
‘Ook jij moet blijven kijken, of kun je er niet tegen?’ vroeg ze spottend.
Voor onze ogen werd onze oudste collega seksueel mishandeld door de twee vrouwen. Een voor een werden alle martelwerktuigen uitgeprobeerd.
En zo volgden ook de andere twee.
Het enige wat ik kon doen, was wachten. Wachten totdat ik zelf aan de beurt was. En wachten, leek misschien erger, totdat ze eindelijk naar mij toe kwam.
‘Jij bent een vrouw.’ constateerde ze.
Ik knikte. ‘Dat is correct. Tien punten voor u.’ antwoordde ik sarcastisch.
Ze maakte een grommend geluid en trok mij uit de kooi.
‘Een vrouw is minder vermakelijk dan een man.’ legde ze uit.
De andere vrouw fluisterde wat in haar oor. ‘Maar natuurlijk.’ zei de ene vrouw weer, ditmaal blij, ‘Waarom ook niet?’


Een misselijk gevoel kwam plots opzetten, en ik rukte me los uit zijn armen. Zo snel als ik kon draaide ik me om, maar er kwam niets uit.
Beschermend legde Jim zijn hand op mijn schouder.
‘Gaat het Katherine?’ vroeg Jim voorzichtig.
Ik draaide me om, en keek Jim recht in zijn ogen. ‘Ja hoor, prima. Jim, kun jij je nog de vorige keer herinneren dat we gevangen genomen waren?’
Jim knikte voorzichtig.
‘Ik ben zo bang.’ fluisterde ik weer.
Jim drukte mij weer tegen zich aan.
‘Het komt goed, Katherine.’ fluisterde hij.
‘Dat zeg je al de hele tijd.’ fluisterde ik terug.
‘Dat komt,’ hij haperde even, ‘dat komt omdat ik van je houd, Katherine.’
Ik kon zijn gezicht niet goed zien in het donker, maar ik wist zeker dat hij nu bloosde.
Voorzichtig ging ik iets rechter zitten, en keek in de helder blauwe ogen van Jim.
‘Ik ook van jou Jim.’

‘Jij, en jij,’ de vrouw wees naar mij en Jim, ‘beide jullie kleren uit.’
Bang keek ik naar Jim. Zijn blik stelde me gerust, dus deed ik wat gezegd werd. Rillend van de kou stonden we tegenover elkaar. Ik had daarnet al zijn naakte lichaam gezien, maar hij had dat van mij nog niet gezien. Als een echte heer draaide hij zijn hoofd weg.
De vrouw lachte. ‘Jij denkt daarmee weg te komen. Je kunt maar beter even kijken, waar je straks mee aan de slag moet.’
Ik hoorde zijn adem stokken in zijn keel.
‘Allemaal zijn jullie klaargekomen.’ zei de vrouw, ‘Behalve deze vrouw.’
Ze liep naar Jim toe. ‘En deze man gaat haar daarbij helpen.’ zei ze, terwijl ze hem met een zweepje op zijn kont sloeg. ‘Dan neem ik ondertussen de oudste heer, en mijn vriendin de andere heer.’
Ze liep naar de kooi toe, en trok mijn collega-vrienden eruit.
‘Ik hoop niet dat je partner een SOA heeft, want wij verstrekken geen condooms.’ zei ze, en lachte hard.
Ik liep naar Jim toe. ‘Toe maar, ik ben er klaar voor. Hoe eerder we eraf zijn, hoe beter.’


Een nieuwe welling van misselijkheid trad op. Snel draaide ik me om.
‘Katherine, wat is er?’ vroeg hij bezorgd. ‘Je bent toch niet?’
Ik knikte. ‘Ja Jim, ik ben zwanger. En ik draag jouw kind.’

Reageer (1)

  • Holmes

    Ik weet niet echt wat ik hiervan moet denken. Het is zeker en vast origineel, maar ik snap het niet goed. Ze zijn dus gevangengenomen door twee vrouwen. Maar wie zijn die vrouwen? Wat willen ze hiermee bereiken? je zegt dat Jim en Katherine collega's zijn, maar waar werkten ze? Hoe zijn ze gevangengenomen? Naar mijn mening laat je teveel vragen open, waardoor het verhaal wat onduidelijk wordt.
    Je schrijfstijl is vlot, maar ik merk toch wel heel wat fouten op. Vooral woordjes die je weglaat, misschien door te vlug te zijn, of vervoegingen die niet kloppen.
    Ik vind het idee wel leuk en fascinerend, maar ik denk dat je dit niet hard genoeg hebt uitgewerkt. Het einde vind ik dan wel weer leuk. Het is lekker verrassend en laat veel ruimte voor eigen fantasie open. Ik blijf een beetje met teleurstelling achter. Volgende keer zou ik graag een beetje meer zien, meer uitleg, meer details.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen