Foto bij De onverwachte kleine aanval

dit is een van mijn slechte HS, ik beloof dat de volgende beter worden,

de man op het plaatje is Sauron, een van zijn vele gedaantes die hij gebruikte

4.
De volgende ochtend werden Isildur en Angel vroeg wakker.
“ Goede morgen liefje.” zegt Isildur lachend en neemt haar in zijn armen. “ Goede morgen.” zegt Angel geeuwend. “ Het was leuk hé gister avond?.”
“ Jazeker.” zegt Isildur. En hij glimlacht naar haar en aait over haar hoofd.
Angel droomt even weg en zegt dan tegen Isildur: “ Is. ik moet je iets vertelen.”
“Vertel maar mijn lief.” Hij gaf haar een kus.
“ Wel, er is eens een voorspelling gedaan bij mijn geboorte.” Isildur kijkt haar aan.
“ Wat voor voorspelling?.” Vraagt hij verbaast. Angel zucht even.
“ Over een meisje, ik geloof mijn erfgenaam, niet van deze wereld en deelde een lichaam met een ander.” Isildur kijkt haar aan. ‘ Eh was er nog meer daar over?” vroeg hij.
“ Ja.” Zegt Angel. “ Ze zal haar krachten helemaal krijgen als de zon en de maan op gelijke lijn staan, het noch regent noch droog, noch warm of koud en ze zich zelf wil tonen voor wie ze is en dus niet langer in schaduw gehuld.” Angel gaat tegen Isildur aan zitten.
“ En je weet zeker dat het niet over jou gaat.” Vraagt Isildur aan haar. Angel schud haar hoofd.
“ Nee dit ging over een meisje en ik ben al een volwassen vrouw.” Angel glimlacht naar hem en Isildur glimlacht terug en geeft haar een kus op haar mond. “ Kom dan gaan we naar mijn vader om te vertellen over wanneer we gaan trouwen.” Zegt Isildur en trekt Angel uit bed. Samen gaan ze naar de kamer van Elendil. Isildur klopt op de deur. “ Vader. ” vraagt hij en kijkt naar binnen.
Elendil ligt nog in bed en kijkt op als Angel en Isildur binnen komen lopen. “ Wat is er zoon?” vraagt hij. “Angel en ik hebben besloten om aan het einde van de week te trouwen.” Antwoord Isildur. Elendil lacht. “ Maar dat is geweldig, maar als jullie het niet erg vinden wil ik me nu aan kleden.”
Isildur glimlacht “goed vader.” Hij en Angel verlaten het vertrek en gaan naar beneden. Meteen komen er bediendes op hun af. “ Wat mag het zijn prins Isildur?” vraagt er één. “ Zet de tafel maar neer.” Antwoord Isildur. De mannen knikken. “ Zo waar heb je gister over gedroomd?” vraagt Isildur aan Angel. “ Over dat we kinderen hadden.” Isildur glimlacht. “ Je weet dat ik samen met je kinderen wil.” Zegt hij. “En ik weet ook dat je een goede moeder zal zijn voor onze kinderen.” Angel bloost. “ Je zal een geweldige vader zijn.” Zegt ze tegen hem. Isildur streelt over Angels buik. “Misschien op een dag.” Fluistert hij in haar oor. Angel knikt.
“ Zeg ik heb een vraagje” zegt Isildur. “ Vraag maar raak liefje.” Isildur streelt door Angels haar. “Hoe lang is jullie soort zwanger?”. Angel begint te lachen. “Gewoon negen maanden.” “ Net zo als bij ons dus” zegt Isildur. Angel knikt. “ Dus als we een erfgenaam hebben hoeven we maar negen maanden te wachten.” Isildur drukt een kus op Angels buik. “ Geweldig.” Zegt hij lachend.
“ Maar ik moet vanavond wel trainen.” Zegt Angel. “Dat is een deel van de traditie bij ons. ” Isildur knikt. “ Dat is goed, maar.” Zegt hij dreigend. Angel kijkt hem angstig aan. “ Als je wel weer naast me komt liggen.” Angel lacht en kust hem vol op. Isildur kust terug. Ze hadden niet door dat Elendil achter hun was gaan staan. “ Hebben we het naar ons zin?” vroeg hij toen zowel Angel als Isildur keken hem. “ O vader u liet ons schrikken.” Zegt Isildur tegen zijn vader. Elendil ging zitten en lachte naar hun. Een tijdje aten ze in stilde toen vroeg Isildur: “ Vader wat zou u zeggen als Angel en ik een kind namen?” Elendil kijkt hem vrolijk aan. “ Prima” zegt hij. “ Ik hoop dat ze gezegend zijn.”
Angel en Isildur kijken elkaar lachend aan.
“ Zeg Isildur ik stel voor dat je Angel de stad liet zien.” Zegt Elendil. “ Maar zorg er wel voor dat niemand haar herkent, we willen geen vragen. Nog niet te minsten.”
“ Oké, vader.” Zegt Isildúr en staat op. “ Wacht hier Angel ik ben zo terug.” En daarop rende hij de trap naar boven op. En kwam toen 5 minuten later terug met een blauwe zijde mantel. “Sta me toe, My Lady.” Zachtjes slaat hij de mantel om Angel heen.
“ Hij is prachtig.” Zegt Angel en Isildúr lacht. Samen lopen ze naar buiten.
Buiten lopen ze onder een stralende blauwe lucht en terwijl ze door iedereen in de stad worden aan gekeken, genieten Angel en Isildúr van de warme zon. Angel kijkt over de muur heen. “ Kijk, Isildúr daar heb je Ceres.”Angel rent meteen naar beneden om naar haar vriendin te gaan. Ceres loopt de stad in. “ Ceres.” Roept Angel als ze haar vriendin ziet in de eerste ring van de stad. “ Angel.” Riep Ceres blij verrast en rende naar haar vriendin toe en omhelsde haar. “ Alles goed met je?” vraagt Angel.
“ Goed , en met jou?” Antwoord Ceres glimlachend. “ Ook goed.” Antwoorden Angel.
“ Ik moet je iets vertellen,” zegt Angel tegen haar vriendin en Ceres kijkt haar vragend aan.
“ Nauw vertel maar.” Zei Ceres tegen haar.
“ Isildúr en ik gaan trouwen,” fluistert Angel stralend tegen haar vriendin.
“ Gefeliciteerd..” begint Ceres maar dan worden ze ruw verstoord door mensen die luid roepen dat Sauron er aan kwam met een aardig leger. De soldaten beginnen te vechten en de mensen worden in veiligheid gebracht. “ Meng je in de menigte,” zegt Ceres. “ Hij is hier vast en zeker voor jou, ik lijd hem wel af.” En ze rent naar Sauron toe.
Angel gaat naar de muur en kijkt het van een afstandje gaande.

Ceres loopt op de groep orks af en beveelt hun opzij te gaan. De orks die nog leven gaan snel op zij en laten haar door gaan. “ Hallo, Sauron,” zegt ze als ze tegen over de man staat. “ Dat is lang geleden of niet?”
Sauron kijkt de vrouw geschokt aan. “ Cer. Ceres” brengt hij moeizaam uit. “ Hoe kom jij hier, ik dacht dat je dood was.” Hij zocht naar worden. “ Ik had je zelf zien sterven..” verder kwam hij niet want Ceres drukte een kus op zijn mond. “ Dat is voorbij mijn lief, ik ben er nu weer.”
Sauron maakt een gebaar naar zijn orks om aan te geven dat ze gewoon door moesten gaan met aan vallen. De orks knikten maar voor dat ze de kans kregen werden geruisloos verbrand door Angel die zin had om iets te doen. Sauron zelf merkte het niet.
“ Sauron,” zegt Ceres. “ Laten we gaan, ik wil graag weer naar huis. En laten we deze mensen met rust.” Ze glimlacht naar hem en kust hem weer. Sauron knikt en zegt: “ Ga maar alvast ik kom er aan.” Ceres knikt en gaat weg. Sauron wend zich tot de mensen van Minas Tirith. “ Jullie mogen blij zijn dat jullie nog leven,” riep hij met luide stem. “ Mijn vrouw vroeg me om jullie met rust te laten dus dat zal ik dan ook doen. Maar jullie zullen op een dag mijn slaven worden.” Hij keek de mensen een voor een aan en zag toen de vrouw die hij moest hebben. Dus hier verstop ze zich dacht hij. Geen probleem binnen kort is de kracht van de familie Angel van mij. Ze kunnen nooit winnen. Hij lacht en draait zich om en rijd snel naar Mordor om daar met Ceres het bed te delen.

Bij Minas Tirith staan alle mensen van de stad om Angel heen. Ze hadden gezien hoe ze een paar orks zomaar in een keer had verbrand en begonnen haar van alles te vragen. Isildur besloot om haar te helpen. “ Angel,” roept hij en de mensen gaan voor hem op zij. “ Is alles goed met je?” hij was erg bezorgd. Angel knikt en glimlacht. “ Ja hoor alles is goed. “ en terwijl ze alle vragen beantwoord droomt Isildur van zijn eigen gezin. Daarna lopen Angel en Isildúr terug naar de citidadel, om Elendil op de hoogte te brengen van Sauron’s kleine, onverwachte aanval.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen