11. Narcissa Zwarts
Toch wist hij veel over haar. Ze kwam uit een trots maar verscheurd gezin. Cygnus Zwarts en Druella Roselier, haar ouders, waren net als de zijne veeleisende en troste mensen. Ze hielden er de zelfde idealen en toekomstplannen op na, wat hun vriendschap waarschijnlijk verklaarde. Zwarts had drie dochters gekregen. Bellatrix, een van de trouwste en meest toegewijde aanhanger van de Heer van het Duister; Andromeda, een walgelijke bloedverraadster die verliefd was op smerig moederbloedje en als laatste Narcissa, jong, verwaand maar machteloos onderworpen aan de wil van haar ouders. ‘Kan ik je spreken?’ vroeg ze met hoge stem. In haar ogen laag een holle blik die Lucius het gevoel gaf dat het dringend was. Snel stond de jonge Severus op ‘Ik ga wel, ik wilde toch al gaan.’ De jongen stond snel op uit zijn fauteuil en liep richting de uitgaan van de leerlingenkamer. ‘Denk aan mijn voorstel,’ herinnerde Lucius de jongen voor hij door de opzijgeschoven muur verdween. Met een doffe klap schoof de muur weer op zijn plaats.
Ze waren alleen, misschien wel voor de eerste keer in hun leven. Lucius richten zijn aandacht weer op Narcissa wiens schouders nu hevig schokte. Lucius keek Narcissa onderzoekend aan, opzoek naar een aanwijzing wat deze plotselinge uitbarsting had veroorzaakt. Narcissa wende haar gezicht af en wilde weglopen. ‘Laat het maar ik…,’ mompelde ze met schoren stem. Hij stapte dichter naar haar toe, pakte haar schouder vast en trok haar tegen zich aan. Narcissa klampte zich op haar buurt stevig aan Lucius vast. Lucius voelde zijn gewaad nat worden door haar tranen maar dat interesseerde hem nu zeer weinig. Rustige liet hij zijn hand door haar blonde haren glijden. Narcissa’s gesnikt, dat in de eerste instantie zachtjes was geweest, werd steeds heftiger. Lucius trok haar naar een van de fauteuils en wiegde haar zachtjes heen en weer, in een poging haar rustiger te krijgen. Dit leek in de eerste instantie geen enkel zin te hebben maar na een paar minuten werd ze rustiger. Toen ze uiteindelijk haar gezicht, wat ze tot die tijd in Lucius’s gewaad had verstopt, op hief zag ze er weerloos uit. Iets wat hij niet van de altijd even waardige Narcissa gewend was. Lokken blond haar plakte tegen haar smalle betraande gezicht en in haar ogen lag een radeloze blik. Hij schoof zorgvuldig de blonde haren uit haar gezicht we en toverde vlug een glas water te voorschijn. Deze nam ze dankbaar aan en nam een slok. ‘Ze is met hem getrouwd,’ kraste ze met haar nog altijd schorren stem. Lucius had geen verdere uitleg nodig. Hij herinnerde Andromeda nog goed; ze had een jaar hoger dan hij, ook bij Zwadderich gezeten. Andromeda was altijd al anders geweest dan haar familie, minder zuiverbloed gericht. Toch leek het allemaal nog wel mee te vallen, ze was ijdel en trots net als de meeste Zwadderaars en had het, ondanks hun meningsverschillen, altijd goed kunnen vinden met haar twee jongere zusje, Narcissa. Maar het liep mis halverwege haar 6e jaar. Ze leerde dat modderbloedje, Tops, kennen. Hij was een charmante 7e jaars Raveklauwer die het had weten te schoppen tot Hoofdmonitor. Hij had de dromerige Andromeda tegen het eind van het jaar zo bewerkt dat ze verliefd was geworden. Haar ouders verboden haar nog contact te hebben met Tops. Dit leek het einde te zijn van hun walgelijke relatie; tot vorig jaar, vlak voor de zomer, Amycus een brief onderschepte van Tops aan Andromeda en dit doorgebrieft aan de Zwarts. Druella en vooral Cygnus waren buitenzinnen geweest. Ze hadden Andromeda uit villa Zwarts verbannen en haar gezicht was van het familiekleed geschroeid. Sinds die dag had niemand nog wat vernomen van de jonge bloedverraadster. Men vermoeden dat ze naar Tops was gevlucht; dit vermoeden was bij deze bevestigd. Ze had het officieel gemaakt, haar pure bloed onrein verklaart. Wat voor Narcissa betekende dat ze haar zus verloren had, op een ergere manier dan de dood. ‘Hoe kan ze hem verkiezen boven haar familie?!’ vroeg ze met betraande ogen. ‘De Heer heeft ons gewaarschuwd voor misleidende manipulerende modderbloedjes als Tops,’ antwoordde Lucius met scherpe toon in zijn stem. Narcissa liet haar hoofd zakken. ‘Bellatrix heeft over hem verteld. Is het waar? Is hij werkelijke zo groots als iedereen beweerd?’ fluisterde Narcissa zachtjes. Lucius hief met zijn linker hand haar hoofd op zodat ze nu recht in zijn ogen keek. ‘Grootser. Hij zal de toverwereld zuiveren van al het onreine bloed. Zorgen dat zuivere families zoals de onze nooit meer verscheurd kunnen raken door ongedierte, als Tops.’ Lucius sprak zijn worden krachtige en stuk voor stuk zonder aarzeling uit. Hij geloofde in de heer, net als hij geloofde dat als er ooit een kans was voor hem om indruk te maken op zijn ouders, deze bij de Heer lag.
Er zijn nog geen reacties.