007
Griffoendor! De tafel van Griffoendor stond tegelijk op om te juichen. Fred en George hadden een lach van oor tot oor. Snel liep ik ernaar toe en ging tussen hen inzitten. De tweeling gaf boven mijn hoofd een high-five aan elkaar. Na een tijdje was het aan de beurt voor Deborah. Het duurde even maar toen schreeuwde de hoed, Griffoendor! Nu kon het geluk niet meer stuk. Helemaal blij om bij elkaar te zitten omhelsden we elkaar. De tweeling had intussen nog meer plek vrij gemaakt. “Draco” riep de vrouw en natuurlijk schreeuwde die hoed Zwadderich. Helemaal blij en zelfingenomen liep hij naar zijn tafel waar hij thuis hoorde. Na nog een paar namen riep de vrouw “Harry Potter”. Iedereen werd stil en hield de adem in. Ik keek naar Deborah en ze keek net zo niet begrijpend naar mij als ik naar haar. Het was die jongen met dat zwarte haar, het is toch niet zo’n verrassing dat hij bij Zwadderich komt? Toen riep de hoed “Griffoendor!” en onze tafel ging helemaal los. Ik bleef verbaasd zitten. Hoezo moet hij nu aan deze tafel dacht ik geirriteerd. Alleen leuke mensen gingen naar Griffoendor toe.
Perkamentus begon aan zijn speech. Het duurde best lang, aangezien ik de concentratie heb van een vis. Opeens hoorde ik iets interessants in de stem van Perkamentus en ik begon op te letten. “O, nog één ding. Ik moest met nadruk zeggen van meneer Vilder dat de derde gang op de derde verdieping volstrekt verboden is.” Ik grijnsde, daar moet een bezoekje worden gebracht. George en Fred zagen dit ook en begonnen te lachen. “Waarom trekken wij toch altijd regelovertreders aan?” vroeg George lachend. “Soort zoekt soort” zei ik lekker bijdehand. Het eten verscheen voor ons op tafel. Druk lachend maakten we kennis met de derde jaars. Omdat we tussen de tweeling zijn gaan zitten, zaten we niet bij ons eigen jaar. “Dat is ons broertje Ron, lekkerding is het hè.” Zei Fred blij. Ron werd knalrood en draaide zich weg. Ik zag dat hij die roodharige was die Draco 'Wemel' had genoemd. “Wat is een Wemel?” vroeg Deborah zich hardop af die dezelfde constatering had gemaakt. De tweeling proeste het uit maar hielden het drinken nog net binnen. “Dat is onze achternaam.” Zei George toen hij zijn drinken had doorgeslikt. “In de tovenaarswereld staan we erom bekend grote families te hebben met rood haar.” "vandaar" zei Deborah
We waren met zijn allen druk aan het praten en lachen. Opeens hoorde ik een verdachte stilte. Ik luisterde en kreeg in de gaten dat de hele grote zaal stil was geworden op ons na. Ik keek achterom en schrok. Dit is niet goed, en aan de reacties om me heen te zien had ik gelijk…
Er zijn nog geen reacties.