Het was ongelofelijk hoe snel we wel niet konden rennen, en we raakten geen boom. Plotseling stopte Alice. Sluit je ogen. Ik sloot ze, met tegenzin, ik hield van het om me heen kijken. Concentreer je. In de verte hoorden ik de poten van een hert over het gras lopen. In het oosten? Ruik. Ik rook. Vier? Ik opende mijn ogen en zag haar knikken. Ik glimlachte en rende met haar verder. Toen de herten in het zicht waren begon ik sneller te rennen en dook er op een af. Ik zette mijn tanden in zijn nek, maar zodra ik in de ader beet liep ik geschrokken naar achteren. Ik voelde de pijn van het hert, zijn pijn was verschrikkelijk. Zodra ik het bloed rook dook ik weer op hem af en dronk hem leeg, zijn pijn was al gestopt. Alice kwam bezorgd naar me toe. Gaat het? Ik knikte. Ik voelde zijn pijn. Mompelde ik. Sommige vampiers hebben een gave, ik kan de toekomst zien, Edward kan gedachten lezen en Jasper kan gevoelens voelen en manipuleren. Ik wist al dat jij met dieren zou kunnen praten, maar blijkbaar voel je ook wat zei voelen. Ik knikte. Maar ik hoorde hem niet praten. Misschien werkt het alleen als jij ook wilt praten, met Pepijn lukte dat toch ook? Ik knikte. Arme Pepijn, hij zal wel denken dat ik dood ben. Misschien moet je je niet op het dier concentreren, gewoon ergens anders aan denken, dan voel je misschien de pijn niet. Ik knikte. Zullen we verder gaan? vroeg ik. Alice knikte. Bij de andere herten bleef ik hun pijn voelen, maar ik ging gewoon door. Toen mijn dorst behoorlijk gelest was gingen we terug. Toen het grote open huis in zicht was gingen we langzamer lopen. Alice, hoe moet het met je ouders? Ze hadden al een Carlisle verteld dat ze terug zouden verhuizen. Ik knikte. Maar hoe ga je z vertellen dat ik dood ben, zonder dat ze mij kunnen zien en begraven? Alice zuchtte. Je ouders komen vanavond.
Reageer (11)