22. my parents
Het gevecht was voorbij. Alle gewonden waren door de Notara’s naar het ziekenhuis gebracht. De resterende Qualfs waren gevlucht. Iedereen ging nu terug naar huis om uit te rusten. Ik bleef hier, samen met Jake en mijn ouders. Jake had zijn armen om me heen geslagen, en het leek er niet op dat hij me snel los zou laten.
Ik keek vanuit Jake’s armen gefascineerd naar mijn ouders. Ze leken zoveel op mij dat ze mijn ouders wel moesten zijn. Ik was blij dat ik ze nu eindelijk gevonden had. Maar er was een deel diep binnen in mijn hart die boos was, omdat ze mij jaren geleden zomaar op straat hadden laten liggen. Waarom hadden ze mij achtergelaten? Hielden ze wel echt van me?
Ik keek naar Jake.
'Kunnen we even naar mijn ouders toe?'
Jake keek me lachend aan.'Natuurlijk, ik had ook al verwacht dat je wist dat Florine en Stephen je ouders waren.'
Samen liepen we naar mijn ouders. Verlegen keek ik omlaag. Nu ik ze eindelijk zag wist ik niet wat ik moest zeggen. Ook al had ik vroeger zoveel voor de spiegel geoefend.
'Hoi pap en mam,' zei ik dus maar verlegen.
'Haha,’ zei mijn vader. ‘Die verlegenheid heb je niet van mij meid. Kom eens hier.'
hij hield zijn armen open om me te knuffelen. Jake liet me met tegenzin los. Toen ik mijn vader omarmde had ik het gevoel dat ik thuis was. De geur was vertrouwd, ik kende de geur.
Zodra hij mij losliet sloeg Jake weer zijn armen om me heen. Ik keek weer naar mijn vader
'Pap?' vroeg ik.
'Ja meid?' antwoordde hij grinnikend.
'Ken je mijn vriendje en lifemate Jake al?' vroeg ik.
'En of ik Jake ken! Toch Jake?' ik zag Jake blozen.
'We zijn beste maatjes!'
Beste maatjes? Ze kenden elkaar pas een paar uur.
'Jaja papa.' zei ik lachend. 'Maar hij is mijn vriendje en lifemate, en ook nog mijn redder. Hij is zo aardig.' ik keek naar Jake en zag hem blozen. Wat bloost hij toch leuk, dacht ik.
'ik kan je wel horen, Lilanna,' zei Jake plagerig. Hij had mee geluisterd in mijn gedachtes. Ik voelde me betrapt.
'zullen we even samen gaan wandelen, Jake?' wat zou ik toch graag meer over de Notara's willen weten dacht ik.
'Ik zou graag willen maar je moet wakker worden in het ziekenhuis. Je ouders zijn erg bang.’
‘Nee!’ riep ik uit. Ik had net mijn echte ouders gevonden, en nu moest ik weer weg. Ik wou ze niet weer kwijtraken.
‘Geen zorgen, lieverd,’ zei mijn moeder. ‘We zien elkaar zondag weer.’
‘Zondag?’ vroeg ik.
‘Dat leg ik later wel uit,’ zei Jake. ‘ nu moeten we echt terug.’
Ik knikte. Ik wou mijn pleegouders niet zo ongerust maken.
Ik liep naar mijn ouders toe en omhelsde ze.
‘Tot zondag,’ zei ik. Ze zeiden hetzelfde.
Ik liep terug naar Jake.
'Maar Jake, Hoe moeten we terug?' vroeg ik nieuwsgierig.
'Ooh gewoon, we vliegen naar het westen tot de ster, dan gaan we liggen en trekken we onze vleugels terug. Vertrouw me maar.'
Ik pakte Jake's hand. Hij vloog alvast naar boven. Ik bleef op de grond.
‘Wat is er?’ vroeg Jake. ‘Heb ik het niet goed uitgelegd?’
‘Jawel,’ zei ik. ‘Ik ben alleen een beetje nerveus.’
Hij lachte. ‘Geen zorgen. Ik heb je de hele tijd vast, dus je kan niet neerstorten.’
Ik twijfelde even, maar spreidde toen mijn vleugels. Ik deed mijn ogen dicht. Ik voelde ze fladderen en mij van de grond tillen. Toen ik mijn ogen open deed
was ik al hoog boven de grond. Ik slaakte een zachte kreet en Jake lachte. Ik keek nog een keer achterom naar mijn ouders en zwaaide. Ze zwaaiden terug.
Samen met Jake vloog ik naar huis.
Er zijn nog geen reacties.