Ik liep naar buiten, in de hoop dat Jake er al zou staan, maar ik zag alleen een fiets. Ik begon er naartoe te lopen. Plotseling voelde ik een windvlaag langs me heen gaan, en ik draaide me om om te kijken wat het was. Ik zag een flits hemelsblauw, en toen stond Jake voor mij. Hij knuffelde me.
Ik was zo blij dat Jake er was, dat ik niet meer dacht aan de hemelsblauwe flits die ik had gezien. Ik omhelsde hem.
‘Nou, uwe majesteit de Jarige,’ zei hij. ‘Wil je vandaag zelf rijden of wil je een lift op mijn fiets?’
‘Ik zou heel graag mee willen rijden, meneer de Goddelijke,’ zei ik lachend. Nu was hij degene die bloosde. Ik lachte, en krompelde daarna meteen in elkaar. de pijn die ik vanmorgen in mijn benen en rug had gevoeld was nog niet over. Jake stond meteen naast me.
‘Wat is er?’ vroeg hij bezorgd.
‘Niks, niks, alleen een beetje pijn,’ zei ik. ‘het is alweer over.’ Ik loog om hem gerust te stellen, want de pijn was helemaal niet weg, het was alleen erger geworden.
Ik stapte bij hem op de fiets, en we reden weg. Ik probeerde stil te blijven zitten, want iedere keer dat ik bewoog had ik meer pijn. Ik dacht erover na om een aspirientje te nemen. Maar ik wou Jake niet ongerust maken, dus ik leed in stilte.
Toen we op school aankwamen, tilde Jake me voorzichtig van de fiets af.
‘Weet je zeker dat je vandaag naar school wilt?’ vroeg hij. ‘Ik kan je ook gewoon naar huis brengen.’ Hij keek alsof hij wist hoeveel pijn ik aan het lijden was.
‘Waarom? Er is niks met mij aan de hand.’ Ik liep verder naar binnen. Josien en Elsa kwamen naar mij toe gelopen.
‘Lilanna!’ riep Josien.
‘Houd je echt een feestje bij jou thuis?’ ging Elsa verder. Ik was helemaal vergeten dat ik straks een feestje had. Ik was nog aan het nadenken over een smoesje.
Ik had niet gemerkt dat Jake naast mij was komen staan.
‘Een feestje?’ vroeg hij. ‘Waarom ben ik niet uitgenodigd?’
‘Mijn moeder had jou telefoonnummer niet. Natuurlijk ben je uitgenodigd.’ Er ging nog een pijnscheut door mij heen. Ik probeerde niks te laten merken. Jake trapte er niet in.
‘Weet je zeker dat je niet naar huis wil?’ vroeg hij.
‘Wat is er met haar aan de hand?’ vroeg Josien.
‘Niks,’ zei ik, nijdig naar Jake kijkend.
‘Het feestje gaat tog nog wel door, hé?’ vroeg Elsa.
‘Ik denk het wel,’ zei Jake.
‘Ok. Tot in de les,’ zei Josien, en liep weg. Elsa liep achter haar aan. ‘Waarom gaat Jake nog met haar om?’ hoorde ik Elsa zeggen.
‘Dat gaat zo wel over als hij eenmaal ziet hoe zij is,’ zei Josien.
Er ging een steek door mij heen, want ik wist dat wat Josien zei waar was. Ik moest moeite doen om mijn tranen te bedwingen. Ik voelde Jake’s armen om me heen.
‘Je hoeft niet zo moedig te zijn, hoor,’ zei Jake. Ik wou weer gaan protesteren. ‘En je hoeft het niet te ontkennen,’ ging hij verder toen ik mijn mond opendeed,’ ik weet dat je pijn hebt. Dus zeg maar niks meer.’ Ik deed mijn mond weer dicht. Hoe wist hij dat?
Er ging op dat moment weer een pijnscheut door me heen. Deze keer kon ik me niet staande houden. Jake ving mij op.
‘Ga alsjeblieft naar huis,’ smeekte Jake. Ik keek in zijn ogen, probeerde te zien wat hij wist dat ik niet wist. Ik zag niks, alleen zijn bezorgdheid om mij. Ik moest weer denken aan wat Josien zei. Deze keer ontsnapte een van mijn tranen, en hij biggelde langs mijn wang naar beneden. Jake veegde hem weg.
‘Doet het erg pijn?’ fluisterde hij. ik schudde mijn hoofd.
‘Ik was me alleen aan het afvragen hoe lang het nog zou duren,’ zei ik.
‘Wat bedoel je?’ vroeg hij.
‘Voor je eindelijk ziet dat ik geen goede vriendin ben,’ zei ik.
Hij zette me voorzichtig overeind en kuste mijn voor hoofd.
‘Dat zal nooit gebeuren,’ beloofde hij.
‘Ik weet dat het zal gebeuren. Ik ben zo raar, en bovendien ook nog lelijk.’
‘Je bent niet lelijk. En waarom vind je jezelf raar? Alleen maar omdat je een paar dromen hebt…’
‘Wacht,’ onderbrak ik hem. ‘Hoe weet jij dat?’
hij aarzelde. ‘Ik zit ’s avonds een beetje langer dan jij denkt in jou kamer. Je woelt veel en praat een beetje.’
Ik bloosde. ‘Wat zei ik?’
‘Je mompelde steeds “ik moet, ik moet” of zoiets.’
‘Heb je ’s nachts niet iets beters te doen dan mij spioneren?’
‘Nee, niet echt,’ antwoorde hij.
Ik keek naar hem. Hij meende het ook nog. Ik kreunde.
‘Hé, kom op. Je bent jarig. Zou je dan niet moeten springen van blijheid?’
‘Ik zou liever over een bad met hete kolen lopen dan mijn verjaardag vieren. Het is echt niet iets om blij over te zijn.’
‘Waarom?’ vroeg hij.
‘Ik word er dan altijd aan herinnerd hoe alleen ik ben. Geen echte ouders, geen vrienden, niks.’
‘Nu niet meer,’ zei hij, en kuste me.
‘Voor nu,’ zei ik toen hij klaar was.
‘Voor altijd,’ verbeterde hij.
Hij hield me stevig vast. ‘Ik vind dit jurkje wel leuk,’ zei hij plotseling. ‘Blauw past goed bij je ogen.'
‘Het was het verjaardags cadeau van mijn moeder,’ antwoorde ik. ‘En ze heeft ook nog dat feestje georganiseerd.’ Ik kreunde weer. Een verjaardagsfeestje! ‘Weet jij misschien een goede smoes?’
‘Ga naar huis,’ offerde hij.
‘En hoe kom ik thuis?’ vroeg ik.
‘Ik breng je wel.’
‘En jou de helft van de lessen laten missen? Geen denken aan.’
Ik draaide om om naar de les te lopen, maar vergat dat ik nog steeds pijn had aan mijn benen. Ik voelde dat Jake me ving, maar daarna werd alles zwart.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen