2. Lucht
Daar vonden we een kistje waar vier armbanden in zaten: een blauwe, een rode, een zilveren en een groene. De blauwe vloog naar mij toe, en de rode naar Ashley. Nu vermoed ik dat ik water ben, en zij vuur…
‘’Dus je denkt dat jij het element water hebt ontvangen, en ik het element vuur?’’ vroeg Ashley me. Ik knikte.
‘’Mijn armband is blauw, zoals water. Die van jou rood, zoals vuur. En dan die tekst op de muur. ‘Open het kistje en je ontvangt je krachten.’ Dat is gebeurd, denk ik. Door de armbanden te dragen, hebben we onze krachten. Voel jij je niet veel sterker nu je het om hebt?’’
Ashley keek naar de armband en knikte. Verassend snel keek ze op, wat haar duizelig maakte. Gauw greep ze haar hoofd.
‘’Baka.’’ lachte ik. Ashley keek me zuur aan.
‘’Dat heb ik nou altijd! Anyways, wat ik wilde zeggen,’’ ze zuchtte. ‘’Het klinkt misschien raar, maar met deze armband voel ik me… Compleet. Elke keer als we in de buurt van de grot kwamen, voelde ik me aangetrokken, alsof iets of iemand me riep.’’
Ik knikte. Dat was precies hoe ik me voelde en had gevoeld.
‘’Dat had ik nou ook.’’
Ik keek weer naar de armband en toen naar de muur waar de tekst was verschenen. Mijn ogen werden groot.
‘’Wat?’’ vroeg Ashley ernstig en ze draaide zich om. Hoewel ik het niet zag, wist ik dat haar ogen ook groter werden.
‘’De tekst is veranderd!’’ riep ze uit. Ik sloot het kistje en snelde er naar toe, Ashley volgde me.
Om de deur die naar antwoorden leidt te openen, moeten jullie Lucht en Aarde vinden.
‘’Lucht en Aarde…’’ mompelde Ashley. ‘’Enig idee wat het betekent?’’
Ik twijfelde. Het leek er op dat er nog twee kinderen waren die een element zouden ontvangen.
‘’Ik denk,’’ begon ik. ‘’Dat we de juiste personen voor die armbanden moeten vinden.’’
Een paar dagen later zaten we op de schommels in de speeltuin. We hadden Aarde en Lucht nog steeds niet gevonden. Sterker nog, we hadden geen idee hoe we ze moesten vinden. We hadden onze krachten al geprobeerd op het strand - er zijn speciale dagen dat Piet er niet is - en het was ongelofelijk wat we allemaal konden. Ashley kon gewoon vuur uit het niets creëren! En niet een klein vlammetje, nee!
Ik zelf kon al het water besturen; zweet, vocht, regen, zelfs de zee! Het was echt ongelofelijk, zoals ik al eerder zei.
‘’Dus, hoe gaan we Lucht en Aarde vinden?’’ zuchtte Ashley. ‘’We weten niet eens wat we zoeken, jong of oud, meisje of jongen. Het kan misschien zelfs een dier zijn!’’
Ik schudde mijn hoofd.
‘’Het ziet er op dit moment niet echt positief uit, nee. Maar een dier? Laten we gewoon uit gaan van een meisje, dat vind ik het meest logisch.’’
Ashley knikte instemmend.
‘’Dus wat is het plan? Aan ieder meisje vragen of ze even mee wilt naar de grot om de armband te passen?’’
Binnen in me wist ik het antwoord al lang, maar het sloeg nergens op.
Ashley bestudeerde mijn gezicht.
‘’Je weet het.’’ besloot ze. Ik keek verrast op.
‘’Heh?’’
‘’Je weet hoe we ze moeten vinden. ‘’
Ze trok een wenkbrauw op en ik keek naar beneden. Het was een onmogelijk idee, hoewel het net was als toen ik de runen op die wand zag. Ik wist het gewoon.
‘’Ash, het is een belachelijk idee, maar iets in me zegt me gewoon dat dat de manier is.’’
Ashley knikte.
‘’Je bent heus niet de enige die dat heeft. Ik weet ook opeens dingen, dingen die ik eerst niet wist. Ik ken opeens mensen die al lang dood zijn! Ik weet alles over ze, dingen die je niet kan weten door een boek over ze te lezen ofzo. Ik bedoel, dat is toch eng?’’
Ik knikte. Als ik dat zo hoor, is wat ik allemaal weet zo erg nog niet. Dus ik herkende wat runen en wist hoe we Lucht en Aarde moest vinden. Ashley kende dooien zo goed alsof ze ze persoonlijk kende!
‘’Wist jij dat mijn overoverovergrootvader, die ik nooit ontmoet heb, die nooit wat aan iemand vertelde, vroeger als klein kind ontvoerd is?’’ vroeg Ashley en ze schudde haar hoofd.
‘’Ash, ik leefde toe nog niet hoor,’’ lachte ik. ‘’Maar dat is eng. Hoe kan je dat weten?’’
Ashley schudde haar hoofd.
‘’Ik weet het ook niet. Hoewel ik wel wilde dat ik het wist,’’ ze zuchtte. ‘’Maar vertel nou hoe we Lucht en Aarde kunnen vinden!’’
Ik aarzelde. Het klonk zo idioot!
‘’Ik denk dat we gewoon over de camping moeten lopen, dat we ze dan wel vinden.’’
Ashley keek me verbaasd aan.
‘’Het is dat je gister opeens wist van die runen, anders had ik je niet geloofd.’’
Ashley schudde ongelovig haar hoofd. ‘’Over de camping lopen?’’ mompelde ze, maar ik reageerde er niet op. Ik wist heus wel dat het heel idioot leek, maar ik wist dat we ze zo zouden vinden.
Dus daar gingen we dan. We liepen een pad in en Ashley keek om zich heen. Waarschijnlijk was zie hier nog nooit geweest. Ik daarentegen kende het pad heel goed, maar ja, ik kwam hier al sinds ik een baby was.
‘’Mies we lopen nu al bijna een half uur en we hebben ze nog niet gevonden.’’ klaagde Ashley. Ik schudde mijn hoofd.
‘’Het gaat of course niet zo snel!’’
‘’Right, of course not.’’ mompelde Ashley, ze rolde met haar ogen. Ik keek glimlachend naar een klein lief vogeltje in een boom. Hoe cute!
Opeens begon mijn armband hevig te gloeien. Het brandde zo erg dat ik hem vast greep- niet dat dat veel uit maakte. In mijn ooghoek zag ik dat Ashley hetzelfde deed en ik keek gauw om me heen. Wat had er voor gezorgd dat de armband zo was gaan gloeien?
En toen zag ik haar. Een meisje van onze leeftijd met blond lang haar.
‘’Ash!’’
Ik wees met me hoofd in de richting van het meisje en Ash keek naar haar.
‘’Dat moet wel Aarde of Lucht zijn!’’ fluisterde ze opgewonden. Ik knikte, ook enthousiast.
‘’Dus de armbanden geven ons een teken als één van hen in de buurt is, handig om te weten!’’
Ashley knikte.
‘’Erg handig ja. Die gene die die tekst had geschreven op de muur had dat er wel bij mogen schrijven!’’
Ik schudde mijn hoofd.
‘’Zo makkelijk is het nooit Ash!’’ lachte ik. Ashley haalde haar schouders op.
‘’Het zou toch wel fijn zijn, niet?’’
Ik knikte. Heel fijn ja, maar ik heb het gevoel dat ze het ons niet makkelijk zullen maken.
‘’Anyways Ash, als we niet op schieten zijn we haar kwijt!”
Ik liet mijn pols los- de armband gloeide niet meer. Geen goed teken.
Ashley draaide zich snel om in de richting waar het meisje had gelopen.
‘’Kuso!’’ vloekte ze. Zo hard als we konden renden we het pad af. Daar, in de verte, zag ik haar nog lopen. Als het geen andere blondine was…
‘’Daar!” riep Ashley en ze wees. Gelukkig, het was haar dus wel!
Vlug renden we er achter na, zo vlug, dat we haar zelfs inhaalden. Het meisje keek verbaasd toe hoe we tot stilstand kwamen. Hijgend liepen we naar haar toe.
‘’H-hoi!’’ hijgden we tegelijk.
‘’Eh, hoi?’’ zei het meisje terug. Ik vond mijn adem terug en stelde ons voor. Het meisje keek nog steeds een beetje verbaasd, maar stelde zich toch voor als Sophie.
‘’Zo, Sophie, heb je zin om met ons naar het strand te gaan?’’ vroeg Ashley. ‘’Het klinkt misschien raar, maar we moeten je daar iets laten zien.’’
Sophie keek ons verrast aan.
‘’Wat dan?’’
‘’Dat zul je wel zien.’’ glimlachte ik.
Even later waren we op het strand. Het was één van de speciale dagen dat Piet er niet was, thank God. We moesten Sophie overtuigen, dus lieten we zien wat we allemaal konden.
Ik tilde het water op, liet het bewegen en bevroor het. Ashley zette zichzelf in vuur en vlam, maar verbrande niet, maakte er de mooiste figuren mee en smolt mijn bevroren water.
Sophie keek al die tijd gefascineerd toe.
‘’Wauw!’’ fluisterde ze. ‘’Hoe doen jullie dat toch?’’
We lieten haar onze armbanden zien en vertelden wat er een paar dagen geleden gebeurd was.
‘’We denken dat jij Aarde of Lucht bent.’’ vertelde ik haar. Sophie’s mond viel open.
‘’Ik? Waarom ik?’’
‘’Toen je langs liep begonnen onze armbanden te gloeien, alsof ze ons wilden vertellen dat jij de derde was.’’ legde Ashley uit.
Sophie liet het even tot zich doordringen. Opeens keek ze op.
‘’Hoe willen jullie nu dan naar die grot gaan? Ik zie geen boot…’’
Ashley keek me grijnzend aan en ik grijnsde terug.
‘’Is niet nodig.’’ liet ik Sophie weten en ik liep naar de zee. Ik strekte mijn armen uit en gebruikte al mijn wilskracht om de zee in tweeën te splijten. Ik zag voor me hoe er een pad gecreëerd werd en uiteindelijk gebeurde dat ook.
Sophie’s mond viel weer open en Ashley grijnsde.
‘’Goed gedaan Mies!’’
‘’Arigatou, maar schiet op! Ik houd dit niet lang vol! Enig idee hoe sterk de zee is? Hij vind het by the way niet zo leuk…’’
Vlug staken Ashley en Sophie het pad over. Ik volgde, achter me sloot de zee weer. We liepen de grot in, zo ver als we konden. Ik had mijn zaklamp aangeklikt, voor we tegen de wanden aan zouden knallen. En geloof me, als er iemand is die tegen de wanden aan knalt, ben ik het wel. Ik zie me zelf er voor aan om er zelfs tegen aan te knallen als het licht is. Jup, that’s me.
Sophie keek een beetje om zich heen terwijl we bij de wand met de runen aankwamen.
‘’Oké Miesie, doe je trucje!’’
Ik begon de runen weer te vormen en te werpen. Ondertussen noemde ik de namen weer. Sophie keek net zo verward als Ashley een paar dagen geleden, and I can’t blame her.
De muur splitste in tweeën en Sophie’s mond viel open.
Ashley en ik liepen naar binnen. Ik zag hoe Sophie twijfelde, maar ze kwam toch.
‘’En nu?’’ vroeg ze. Ik wees op de kist, maar Ashley gaf antwoord.
‘’Je moet het kistje openen.’’ vertelde ze. Ik knikte Sophie bemoedigend toe.
Aarzelend liep ze naar het kistje en ging op haar hurken zitten. Ik begon nu best wel een beetje nerveus te worden. Wat nou als we het mis hadden? Nee, we konden het niet mis hebben. De armbanden hadden ons zelf verteld dat zij het was.
Sophie opende het kistje. Ik zag hoe de zilveren armband uit het kistje vloog, richting Sophie.
Aarzelend keek ze ons aan. We knikten haar bemoedigend toe en ze greep de armband uit de lucht. Vlug deed ze hem om. Het leek wel of Sophie veranderde. Ze leek sterker, zelfverzekerder, en bovenal; opgelucht. Opgelucht omdat zij het was.
Ze stond op.
‘’Dus betekent dit dat ik Lucht ben?’’ vroeg ze ons.
‘’Ik denk het wel, je armband is zilver, dus…’’ antwoordde ik. Ze knikte.
‘’Het klinkt misschien vreemd, maar ik voel me rustiger. En niet alleen vanwege de zenuwen. Hoe dichter we bij deze grot kwamen, hoe harder iets of iemand in me hoofd naar me riep. Nu is dat weg.’’ vertelde ze. Ashley en ik knikten.
‘’Dat is niet vreemd, Sophie. Dat hadden wij nou ook.’’ vertelde Ashley haar.
Sophie keek ons verrast aan.
‘’Echt waar? Gelukkig maar!’’ riep ze opgelucht.
‘’Luister Sophie,’’ begon ik. ‘’Het is heel belangrijk dat je ons al het vreemde dat om je heen en in je gebeurd, aan ons verteld.’’
Naast me knikte Ashley ernstig. Sophie keek ons echter verbaasd aan.
‘’Hoe bedoel je?’’
Ik keek Ash aan en die opende haar mond.
‘’Sinds ik de armband heb, weet ik dingen over doden mensen die niemand weet. Mies kende opeens deze runen - hoewel ze haar armband nog niet had, maar wel er van in de buurt was - en kon ze werpen. Ik denk niet dat het zou werken als één van ons het deed. En dat is niet alles. Ze wist hoe we jou moesten vinden, maar ze weet niet hoe ze dat wist.’’ vertelde ze.
Sophie keek ons met grote ogen aan.
‘’Dus jullie denken dat ik ook dingen weet die ik niet hoor te weten ofzo?’’
We schudden allebei onze hoofden.
‘’Geen idee, het kan ook iets heel anders zijn. Misschien heb je wel meerdere ‘gaven’, en wij misschien ook wel.’’ zei ik. Tenslotte had ik eigenlijk wel twee gaven. Dat ik runen kon lezen en werpen stond los van het feit dat ik wist hoe we Aarde en Lucht konden vinden.
‘’Nou ja, laten we maar weg gaan hier. Ik krijg het nogal benauwd.’’ stelde Ashley voor. Sophie en ik stemden er mee in. Ik kreeg het eerlijk gezegd ook een beetje benauwd. Net toen we de ruimte wilden verlaten, herinnerde ik me wat.
‘’De tekst!” riep ik. Sophie keek me aan alsof ik gek was, maar Ashley begreep me.
‘’Die moet natuurlijk weer veranderd zijn!’’ riep ze enthousiast. Ik knikte, ook enthousiast. Vlug draaide ik me naar de tekst.
‘’Kuso, er is niet veel veranderd. Alleen Lucht is weg.’’
Om de deur die naar antwoorden leidt te openen, moeten jullie Aarde vinden.
‘’Dus nu is alleen aarde over.’’ besloot Ashley. We liepen de ruimte uit en de wand sloot zich weer. Zodra we de grot uit waren, kwamen we er achter dat we werden opgewacht. Helaas was het niet Piet, die er achter was gekomen dat we weer naar de grot waren gegaan, en ons kwam ophalen.
Nee, het was een onbekende man, en ik vertrouwde hem niet. Zijn huid was sneeuwwit, zijn lippen waren rood - iets zei me dat dat geen lippenstift was… - en vormde een glimlach. Zijn bloedrode ogen keken hongerig, iets wat me de rillingen gaf.
‘’Goedemiddag, dames.’’
Hij boog. Ik hoorde Ashley mompelen; ‘’Jeez, waar is dat nou weer voor nodig?’’
De man kwam omhoog.
‘’Wat fijn om elkaar dan eindelijk te ontmoeten. Maar ik zie dat er iemand ontbreekt.’’
Ik keek hem achterdochtig aan en wist dat Ashley en Sophie hetzelfde deden.
‘’Sorry?’’ vroeg Sophie dapper.
‘’Oh doe niet alsof je neus bloed, meisje,’’ snauwde de man, en Sophie voelde verward aan haar neus. ‘’Je weet heus dat ik bedoel, dat Aarde ontbreekt.’’
Ik keek Ashley geschokt aan, en keek toen naar Sophie. Beiden keken net zo geschokt als ik me voelde. Hoe wist hij dat?
‘’Nu, geef me de armbanden, en er overkomt jullie niets.’’ zei hij vriendelijk.
‘’En wat zou jij ons kunnen aandoen dan?’’ vroeg Ashley dapper. Ash, moet je hem nou zo nodig uit de kast lokken? Dat was de gedachte die in mijn hoofd tolde.
Ik was dus totaal niet blij met Ashley haar vraag.
De man liet ons zijn tanden zien. Twee er van liepen uit in puntjes en zagen er erg scherp uit. Je raad het misschien al; hij was een vampier.
Ashley keek naar beneden en mompelde iets wat leek op; ‘’Oh, never mind.’’
Inderdaad, never mind.
‘’Dus, geef me de armbanden.’’ zei de vampier met een vleiende stem. Ik peinsde er echter niet over. Wie weet wat hij met de armbanden zou doen! Misschien zelf gebruiken om zo een vampieren leger te creëren of de wereld over te nemen! Nou, daar zeg ik dus echt nee, maar arigatou, tegen. Plus, de armband was een deel van me geworden. Het weggeven was hetzelfde als mijn voet weggeven, om maar een voorbeeld te noemen.
‘’Forget it!’’ snauwde ik. De vampier glimlachte.
‘’Onnozele meisjes. Jullie weten niet wat jullie doen. Jullie weten niet eens wat jullie moeten doen.’’
‘’Dat weten we wel,’’ vertelde Sophie hem dapper. ‘’We moeten Aarde vinden. Dus als je nu eens uit de weg wilde gaan…?’’
Ik kon Sophie wel slaan. We hadden geen idee hoe sterk deze vampier was. Oké, ik gaf toe, hij zag er niet al te slim uit. Maar wat zegt uiterlijk nou?
Ook Ashley keek haar verslagen aan.
‘’Soph, dat was nou niet zo slim van je…’’
‘’Precies, Soph,’’ grinnikte de vampier - Ashley en ik schonken hem een kwade blik -. ‘’Wat wilde je doen? Me de zee in blazen, terwijl je nog geen weet van je krachten hebt? Kom op meisje, je weet toch wel beter?’’
Ik begon deze vent echt zat te worden. Wie dacht hij wel niet dat hij was?
‘’En jij bent zo geweldig!’’ snauwde ik.
De vampier haalde zijn hand door zijn zwarte haar.
‘’Lieve schat, ik ben geweldig.’’
Ik voelde me gewoon koken. In de verte hoorde ik Ashley proberen om me te bedaren, maar ik negeerde haar.
‘’Misschien moet je ego even afkoelen.’’ besloot ik. Ik maakte een paar handgebaren en het zeewater bewoog mee.
‘’Meisje toch, er gebeurd helemaal niets! Misschien moet je wat meer oefenen!’’ lachte de vampier. Toen het zeewater hem echter van achteren greep en meesleurde, lachte hij niet meer.
‘’Vervloekt kreng!” schreeuwde hij, voor hij kopje onder ging.
‘’Way to go, Mies!’’ riep Ash blij. ‘’Jammer dat vampieren niet verdrinken…’’
Ik haalde mijn schouders op.
‘’Whatever, hij is pissed, dat is alles wat ik wilde bereiken.’’
‘’Maar ik heb zo’n gevoel dat hij niet de enige is die onze armbanden wilt.’’ zei Sophie aarzelend. Ashley en ik keken haar aan. Inderdaad, hij was vast niet de enige…
Er zijn nog geen reacties.