1. De Armbanden
Als je niet weet wat het betekent, vraag het maar (:
Ik kan hier wel een lijst plaatsen maar dan weet ik zeker dat ik woorden vergeet (>__<)
Konnichiwa, ik ben Michelle Schulte, 13 jaar, leerlinge op het Amsterdam College. Na de zomervakantie ga ik naar V2.1. De zomervakantie is echter al bijna voorbij, maar eerst wil ik een verhaal vertellen. Een verhaal dat bijna te mooi is om waar te zijn. Een verhaal waarin ik samen met mijn vriendinnen een andere, sprookjesachtige wereld red…
Het was bijna half één in de middag toen ik richting het wc huisje op camping Bakkum liep. Ik kwam hier al sinds klein baby’tje, en kende het zowat uit mijn hoofd.
Dit jaar stond ook mijn beste vriendin Ashley van Gool op de camping. Haar ouders hadden na veel smeekbeden een caravan gekocht en toevallig hadden ze een plaatsje recht tegen over de stacaravan van mij en m’n moeder weten te bemachtigen.
Ashley was echter niet in haar caravan te bekennen, dus ik nam aan dat ze nu pas aan het douchen was. Ik wilde dat ik ook zo lang kon uitslapen! Ik viel altijd laat in slaap en werd dan soms al voor zessen wakker…
Ik zuchtte en keek op. Daar was het wc huisje. En ja hoor, daar kwam Ashley de deur uit.
Ik rende naar haar toe om haar te begroeten.
‘’Goedemiddag!’’ gilde ik vrolijk. Ashley slaakte een gilletje van schrik. Ik grinnikte.
‘’Nog niet helemaal wakker?’’
Ashley schudde haar hoofd.
‘’Nu wel, dankzij jou!’’
‘’Gomen.’’ verontschuldigde ik me. Ashley wuifde het weg.
‘’Sinds when douche jij zo vroeg?’’ vroeg ze geschokt. Ik lachte.
‘’Vroeg? Ash het is al half één!’’
‘’Ghehe,’’ lachte Ashley beschamend en ze wreef over haar achterhoofd. ‘’Wat zullen we vandaag eens doen?’’
Ik dacht na. Gisteren hadden we al de hele dag random stuff opgenomen. Zoals gewoonlijk sloeg het nergens op, maar dat was juist het leuke.
Dus wat konden we vandaag doen? Opeens kreeg ik een idee.
‘’Zullen we naar het strand?’’
Ashley keek me verbaasd aan.
‘’Het strand? Maar je haat het strand!’’
Ik grijnsde.
‘’I know, maar ik wil die grot wel eens van dichtbij bekijken!” liet ik haar weten. Niet ver van de kust vandaan lag een mysterieuze grot. Niemand wist wat er was, één groot mysterie dus. Des te groter was mijn verlangen om de grot eens te bezoeken. Ook voelde ik me erg aan getrokken tot de grot als ik daar was. Ik kon het niet uitleggen, maar het leek wel of iets of iemand me daar riep…
Ashley knikte enthousiast.
‘’Awesome idee!’’ vond ze.
Even later liepen we het strand op en zagen één boot liggen. Op de boot zat een dikke, vrolijke man met een Hawaï shirt en shorts aan. Op zijn grote roze neus bevond zich een zwarte zonnebril en in zijn hand hield hij een cocktail met een parasol.
Ashley en ik kenden de man maar al te goed. Het was Piet, een man die altijd rond hing op het strand of op zijn boot lag te zonnen.
Ik keek Ashley aan en die knikte. We liepen naar de pier, richting de boot van Piet.
In mijn hoofd hoorde ik het weer. De stem die me riep. Het begon echt irritant te worden!
‘’Ha die Piet!’’ zei Ashley vrolijk. Piet keek op en keek ons achterdochtig aan. Ik schonk hem mijn meest vriendelijke glimlach en hoopte dat hij ons naar de grot wilde brengen.
Piet was niet echt een waaghals, en er gingen velen - niet bepaald positieve - geruchten de ronde over de grot.
‘’Ashley, Michelle.’’ begroette Piet ons en hij nam een slok van zijn cocktail.
‘’We vroegen ons af...’’ begon ik en Piet zuchtte.
‘’Jullie willen naar de grot.’’ maakte hij mijn zin grommend af. Ashley en ik keken hem verrast aan.
‘’Hoe wist je dat?’’ vroegen we verbaasd in koor. Piet haalde zijn schouders vermoeid op. Het koste vast veel energie, met dat dikke lijf van hem.
‘’Ik vermoedde het al een tijdje. Ik verwachtte elke keer dat jullie hier waren dat jullie het zouden vragen. En vandaag hebben jullie de moed gekregen.’’
Ik keek hem beledigd aan.
''De moed gekregen?’’ herhaalde ik. ‘’Toevallig wilden we gewoon steeds niet. Toevallig wilden we iets anders doen. Ashie en ik zijn geen types die lang wachten tot we zoiets vragen.’’
Ashley knikte instemmend. Ik zag aan haar dat zij ook beledigd was.
‘’Wij durven alles. Nou ja, veel dan.’’ verbeterde ze zichzelf. Piet zuchtte en schudde zijn hoofd.
‘’Wat jullie willen. Maar jullie hebben de geruchten toch wel gehoord?’’ vroeg hij bezorgd. Ondanks dat hij soms een beetje bot uit de hoek kon komen, had hij toch een groot hart.
We knikten en verzekerden hem dat als er iets in de grot gebeurde, we hem niet de schuld zouden geven.
‘’Stap dan maar in.’’
Piet glimlachte en leek weer te veranderen in zijn vrolijke zelf. Juichend liepen we de boot op en gingen bij de reling staan. De zee was hier prachtig. Het was doorzichtig, dus je zag alle vissen zwemmen.
‘’Waah visjes!” riep ik opgetogen. Ashley grinnikte naast me.
‘’Wacht maar tot ze je bijten. Dan ben je niet meer zo vrolijk.’’
Terwijl we langzaam - Piet zijn boot ging niet zo snel, of hij hield gewoon niet zo van snelheid - naar de grot vaarden, zong Piet vage liedjes zoals ‘Piet Heijn’ en ‘Oh Was Ik Maar Een Matroos’. Die laatste moest hij wel zelf verzonnen hebben. Ik had er in ieder geval nog nooit van gehoord.
Na dat hij voor de zoveelste keer het couplet van ‘Hij At Van Twee Walletjes’ zong, kwamen we eindelijk aan bij de grot. Opgelucht stapten we uit. Eindelijk waren we af van Piet zijn gezang! My God wat zingt die vent vals, zeg! Je moet blij zijn dat je er niet bij was.
‘’Om de zoveel tijd kijk ik deze kant op, dus als jullie weg willen, zwaaien jullie maar naar me.’’ vertelde Piet. We namen afscheid van hem en de boot voer weg. Het duurde een tijdje voor hij uit het zicht was. We keken de boot nog een tijdje na en liepen toen de grot in. Het was pikkedonker, maar leek tot nu toe een normale grot.
‘’Niet veel bijzonders,’’ zei Ashley teleurgesteld. ‘’Heb je een zaklamp bij je?’’
Ik grijnsde en opende mijn heuptasje. Al gauw had ik mijn zaklamp er uit gepakt en knipte hem aan.
‘’Always, Ash.’’ liet ik haar weten. We liepen verder de grot in, tot we niet meer verder konden. Ik scheen op de achterste wand. Heh, was er iets in de muur gegraveerd?
Ashley leek het in ieder geval niet door te hebben .
‘’Ik blijf bij mijn mening.’’ zuchtte ze. Ik liep naar de achterste wand en keek wat beter. Ja hoor, er stond wat in gegraveerd! Ik wreef er over. Het voelde aan alsof het al eeuwen zo was, maar ja, who am I? Geen archeoloog in ieder geval.
‘’Ook nadat je dit heb gezien?’’
Ashley draaide zich om.
‘’Wat heb gezien?’’ vroeg ze verrast. Ik wees op de muur.
‘’Dit.’’
Ashley keek er met open mond naar.
‘’Wat zijn dat?’’
Ik bekeek de tekens aandachtig.
‘’Runen.’’ zei ik vastbesloten. Hoewel ik me achteraf afvroeg hoe ik dat wist.
‘’Ru- wat?’’ vroeg Ashley verward. Maar ik negeerde de vraag. Sterker nog, de vraag drong nauwelijks tot me door. Ik had alleen nog oog voor de tekens die ik zelf ‘runen’ had genoemd. In mijn hoofd hoorde ik die stem weer roepen. De aantrekkingskracht was groter dan ooit.
Ik draaide me om. Opeens wist ik heel goed wat runen waren. Ik wist zelfs wat we er mee moesten.
‘’Het zijn runen, een oude magische taal. Ik denk dat we ze tegen de muur moeten werpen.’’
Ashley keek me aan alsof ik niet goed bij me hoofd was.
‘’Waar heb je het over? Sterker nog, hoe weet je dat?’’
Ik luisterde al lang niet meer. In plaats daar van staarde ik naar de wand met runen.
Achteloos vormde ik de eerste en wierp die naar de wand.
‘’Thuris!’’ riep ik. Hoe wist ik die naam?
‘’Wie?’’ vroeg Ashley verbaasd. Als ik niet in die vreemde trance was geweest, had ik gelachen om die vraag. Maar waarschijnlijk alleen omdat ik wist wat Thuris was. De vraag was echter, hoe wist ik wat Thuris was?
Een stem in mijn hoofd zei me dat het uit de Noorse Mythologie was. Ik kende de Noorse mythologie goed, maar ik had nog nooit van runen gehoord. Ook niet van Thuris, hoewel ik wel wist dat het een rune was.
‘’Logr!’’ riep ik nu terwijl ik de volgende rune had gevormd en geworpen.
‘’Mies, kan je op ze minst uitleggen wat je in hemelsnaam aan het doen bent?’’
‘’Dat zul je wel zien.’’ mompelde ik, hoewel ik geen idee had van wat ze zou zien…
Weer vormde ik een rune en wierp hem op de muur.
‘’Ýr!’’ riep ik dit keer. Ashley keek me nog steeds aan alsof ik niet helemaal goed was.
‘’En nu?’’ vroeg ze een tikkeltje spottend.
‘’Ik ben nog niet klaar.’’ zei ik geïrriteerd. Ik vormde de laatste rune en wierp ook die.
‘’Aesk!’’
De rune had de wand nog nauwelijks geraakt, of hij spleet zich in tweeën. Ashley keek met open mond toe en ik werd wakker uit mijn trance.
‘’Hoe wist je dat?’’ vroeg ze onder de indruk. Ik schudde mijn hoofd.
‘’Ik heb geen idee, Ash. Het leek wel of ik in een soort trance verkeerde ofzo.’’
Ashley keek me verward aan.
‘’Ik vond wel dat je een beetje vreemd deed, maar een trance… Dat had ik nooit gedacht.’’
Ik keek naar de muur.
‘’Heb ik dat gedaan?’’ vroeg ik ontzet. Ashley knikte enthousiast.
‘’Laten we binnen gaan kijken!’’
Ze stapte naar binnen en ik volgde haar. Achter me sloot de wand zich weer. Vreemd genoeg was het nog licht in de ruimte.
Ashley keek omhoog.
‘’Er hangt geen lamp, hoe kan het dan nog licht zijn?’’
‘’Magie?’’ opperde ik, terwijl ik om me heen keek. Voor ons bevond zich een deur. Toen ik die probeerde te openen, was hij echter op slot.
‘’Waar zou die naar toe leiden?’’ mompelde Ashley, maar ze verwachtte geen antwoord. Ze keek naar een kistje op de grond, in de linkerhoek.
Ik had echter geen aandacht voor het kistje, nog niet in ieder geval. Naast de deur was opeens een tekst verschenen. Ik wist zeker dat die er net nog niet was geweest. Was het doordat ik geprobeerd had om de deur te openen?
‘’Ash…’’ fluisterde ik ontzet.
‘’Hmm?’’ vroeg Ashley terwijl ze het kistje gefascineerd bekeek. ‘’Wat is er, Mies?’’
Ze keek op en volgde mijn blik. Vervolgens hapte ze naar adem.
‘’Dat stond er net toch nog niet?’’
Ik schudde mijn hoofd. Het had moeten opvallen. De tekst leek wel te glinsteren. Aarzelend stapte ik naar de tekst en begon te lezen.
Open het kistje, en je zult je krachten ontvangen.
Achter me hapte Ashley naar adem.
‘’Misschien zijn we echt Super Ashley en Mega Michelle!’’ riep ze enthousiast. Lachend schudde ik mijn hoofd.
‘’Ik hoop het toch niet. Dat betekent dat ik zou kunnen vliegen, nou nee dank je. Ik bots tegen alle gebouwen aan voor ik veilig en wel bij de misdaad aan kom!’’
Ashley lachte ook.
‘’Oké, geen Super Ashley en Mega Michelle dan. Laten we het kistje openen!”
Vlug liepen we naar het kistje en ik bekeek het nu eens goed. Het was zilver en prachtig versierd met sierlijke lijnen en bloemen. Er stonden vier woorden in gegraveerd. Ik wist het niet zeker, maar ik dacht dat het Latijn was. Ik herkende in ieder geval twee woorden.
‘’Wat is dat voor taal?’’ mompelde Ashley geïrriteerd.
‘’Latijn,’’ antwoordde ik achteloos. ‘’Ik herken ‘aqua’, wat water betekent, en ‘aer’, wat wind betekent.’’
Ashley dacht na.
‘’Water en wind. Wind zou je ook lucht kunnen noemen, dus water en lucht. Water en lucht zijn twee van de vier elementen.’’
‘’Twee van de vier basis elementen,’’ verbeterde ik haar. ‘’Duisternis en licht zijn ook elementen.’’
Ashley rolde met haar ogen.
‘’Whatever. Zullen we het openen?’’
Ze keek aarzelend naar het kistje.
‘’Why not?’’ vroeg ik haar en ik opende het kistje. In het kistje bevonden zich vier armbanden: een blauwe, een rode, een zilveren en een groene. De eerste twee vlogen naar ons toe. Het zag er spookachtig maar tegelijkertijd wonderbaarlijk uit.
Allebei keken we met grote ogen en een open gevallen mond naar de twee armbanden.
‘’Eh, misschien willen ze dat we ze om doen?’’
Ik lachte.
‘’Sinds when hebben armbanden een wil?’’
‘’Sinds when vliegen armbanden?’’ vroeg Ashley mij en ik rolde met m’n ogen.
‘’Ja, oké. Gomen, misschien heb je een punt. ‘’
Ik greep de blauw armband die voor me hing uit de lucht, en deed hem om. Meteen voelde ik me sterker. De aantrekkingskracht en de stem in mijn hoofd verdween ook meteen. Dus dit had me geroepen, begreep ik.
Ashley grijnsde.
‘’Nu zijn we officieel Super Ashley en Mega Michelle,’’ ze bekeek haar armband even en toen schoot haar iets te binnen. ‘’Alleen jij kan niet vliegen.’’ voegde ze er gauw aan toe.
‘’Weet ik.’’ mompelde ik. Ashley keek me verbaasd aan.
‘’Hoe bedoel je, Mies?’’
Ik keek Ash aan.
‘’Ik denk dat je gelijk had, wat die elementen betreft. Ik denk dat ik water ben, en jij vuur.’’
Er zijn nog geen reacties.