APWBP Boek 1 Hoofdstuk 1 deel 1
De volgende avond liep ik de Ligusterlaan in, ik Klein Zanikem. Hier, in nummer vier, woonde Petunia Duffeling, met haar man Herman. Ik doorzocht mijn mantel naar mijn uitsteker. Plots merkte ik dat ik bekeken werd. Ik keek op en zag een cyperse kat op het muurtje bij nummer vier zitten. Ik grinnikte even.
“Ik had het moeten weten”, mompelde ik. Minerva zat me op te wachten. Ik nam mijn uitsteker - ik herinnerde me plots dat hij in mijn binnenzak zat - en knipte hem open. Ik richtte hem op het dichtstbijzijnde licht en klikte ermee. De straatlantaarn ging met een zacht plopje uit. Zo klikte ik nog twaalf keer met mijn uitsteker, tot heel de straat in duisternis gehuld was. Het enige wat ik nu nog kon zien, waren twee piepkleine gloeiende puntjes: Minerva’s ogen. Zo te zien staarde ze me aan, wachtend tot ik naar haar toe zou gaan. Ik stopte de uitsteker weer in mijn zak, en liep naar nummer 4. Ik ging naast Minerva op het muurtje zitten. Ik deed niet de moeite naar haar te kijken, ik had haar al vaak genoeg gezien, en ook al vaak genoeg zien veranderen. Na een paar tellen, ik veronderstelde dat ze zich nu wel weer getransformeerd had, zei ik kalm:
“Wat een toeval dat we elkaar hier treffen, professor Anderling.” Ik keek haar glimlachend aan. Zelf leek ze echter nogal gepikeerd.
“Hoe wist u dat ik het was?”, vroeg ze.
“M’n beste professor, ik heb nog nooit een kat zo stijfjes zien zitten”, grinnikte ik.
Ja, je mag het boek ernaast leggen, het zou allemaal moeten kloppen (heb ik ook gedaan bij het schrijven )
Reageer (3)
Ik ben net boek 1 aan het lezen, en het kwam me al bekend voor :p
1 decennium geledenGa dat eens doen
1 decennium geledenmss staat er ergens een komma verkeerd ofzo
Leeuk!!
1 decennium geleden