|OO3|
De bomen flitsen langs en ik krijg pijn aan mijn ogen van de snelheid. Ik knipper snel met mijn ogen en kijk weer voor me uit in plaats van uit het raam.
Jeff kijkt strak voor zich uit, alsof hij kwaad is. Maar dat is hij niet en daar heeft hij ook geen reden voor.
‘Wanneer zijn we er?’ vraag ik terwijl ik verveeld weer uit het raam kijk. ‘Zijn we er bijna?’
Jeff rommelt wat en kucht. ‘We zijn er bijna. We moeten alleen nog de stad door en dan,’ ik hoor hoe hij de kaart erbij pakt en tegelijkertijd stuurt. Mijn moeder zou vroeger – voordat mijn vader zelfmoord pleegde en toen mijn moeder nog vrolijk was - geschreeuwd hebben: ‘JEFF KIJK UIT! IK HAD JE NOOIT EEN AUTO MOETEN GEVEN! IK HEB NU AL WEER SPIJT!’ Maar ze is er niet meer. ‘En dan de eerste straat links.’ Hij glimlacht trots alsof die straat naar hem vernoemd is en bergt de kaart weer netjes op in zijn dashboard.
Ik zucht en kijk naar mijn nagellak. Hij is felroze met zebraprint. Gisteren had Georgie hem bij mij op gedaan en gezegd dat ze me nooit meer kwijt wilde. Ze is mijn enige, maar wel mijn beste vriendin. We doen alles samen en kunnen met z’n tweeën de grootste lol hebben. Ik ga haar missen.
Verder heb ik geen vriendinnen. Ik ben niet zo populair, maar heb eigenlijk ook niet meer vriendinnen nodig. Ik wil liever gewoon onzichtbaar blijven en doen alsof ik er niet ben. Want daar ben ik het beste in
Langzaam stap ik uit en kijk daarna met open mond naar het kasteel dat voor me staat. Het ís gewoon een kasteel, zo groot.
Ook Jeff lijkt verbaasd te zijn die inmiddels ook uitgestapt is en laat bijna een doos vallen, die hij nog net op de auto weet te zetten.
‘Oh my…’ fluister ik terwijl ik Jeff aankijk. ‘Wist jij dit?!’
Jeff lacht schaapachtig en pakt de doos weer van de auto af. ‘Eh… Nee. Oom John vertelde wel dat het een groot huis was, maar ik wist niet dat hij dít met groot bedoelde.’
Het huis was gewoon fantastisch groot. Er kon een heel leger in slapen – misschien overdrijf ik – en dan had je nóg kamers over.
‘Hey, daar zijn mijn kleintjes!’ Oom John loopt lachend naar ons toe en begroet ons. ‘Fijn dat jullie er zijn. Wat vinden jullie ervan? Beetje aan de kleine kant, maar…’
‘Kleine kant?!’ onderbreek ik hem en ik kijk hem met open mond aan. ‘Dit huis is super groot!’
Oom John grinnikt. ‘Ik ben blij dat jullie blij zijn. Ga jij maar even rondkijken in de omgeving, dan ga ik alle spullen binnenbrengen.’
Oja. Vrienden maken. Daar ben ik zo goed in. Maar niet heus.
Ik mompel Jeff en oom John wat gedag en sjok naar een klein parkje. Ik plof neer op het wat natte gras onder een boom die zo te zien hier al tientallen jaren staat. Misschien langer.
Ik haal mijn iPod uit mijn broekzak en wil net een liedje opzoeken, als ik een stem achter me hoor. ‘Hey, jij bent zeker nieuw?’
Kudo? Reactie? Tips?
Reageer (2)
Aahhhh ga please verder ik wil weten wie dat zegt hahhahaha
1 decennium geledenverder! je schrijft zo mooi!
1 decennium geleden