The guardians
De onbekende figuur liep de hoek om en kwam meteen tot stilstand toen het ons zag.
'Cale,' mompelde ik.
De lange, blonde man keek me opgelucht aan.
'Rose, Abbigail, we vroegen ons al af waar jullie bleven. Jullie zijn laat.'
Er klonk een beschuldigende toon in zijn stem.
'Ja natuurlijk, het spijt ons heel erg. We hadden wat vertraging,' zei Abbigail snel voordat ik een opmerking kon maken.
Vanuit haar ooghoeken keek ze me waarschuwend aan.
Die blik betekende: blijf rustig en maak vooral geen domme opmerkingen.
Ik rolde met mijn ogen.
'Goed, als jullie nu zo vriendelijk zouden zijn om me te volgen.'
Met deze woorden draaide Cale zich om en liep weg.
Abbigail volgde snel, ik iets langzamer.
'Waarom is er beneden eigenlijk geen bewaking?,' hoorde ik Abbigail aan Cale vragen.
'Dat schenen ze niet nodig te vinden. Deze bijeenkomst is geheim gehouden voor iedereen die er niet toe deed.'
Zoals ik al zei, dacht ik in mezelf. Arrogant en overmoedig.
'Daarbij zijn ook alle wachters aanwezig, dus extra beveiliging lijkt me overbodig,' vervolgde Cale.
Alle wachters? Dat zou dan voor het eerst sinds een lange tijd zijn.
Abbigail wierp me een verbaasde blik, waaruit bleek dat ze hetzelfde dacht.
Uiteindelijk stopten we voor een grote houten deur.
'Ze zijn al bezig,'mompelde Cale met zijn hand op de klink.
Zwijgend liepen we de donkere ruimte binnen, terwijl de deur achter ons dicht viel.
Er zijn nog geen reacties.