Hoofdstuk 7.

Ik loop de gang op en ga naar de zaal, ik heb m'n Ipod daar laten liggen. Voorzichtig duw ik de deur open en kijk naar binnen. De lampen zijn uit en er is niemand in de zaal te bekennen, ook vind ik geen lichtknopje. Dus loop ik maar gewoon het trappetje achter het podium op. 'Waar had ik hem ookal weer neergelegd? Owjah, op dat krukje aan de rechter kant van het podium' Ik loop naar het krukje toe en zie mijn Ipod liggen ik pak hem maar dan wordt ik vast gegrepen. Een hand komt heel snel voor mijn mond en ik kan geen geluid meer maken. Dan hoor ik het gekraak van een plastictas er wordt wat uitgehaald. Ik krijg een harde klap tegen mijn hoofd en alles wordt wazig voor mijn ogen. Dan val ik neer op de grond, knock out.

'Waar blijft Hinne nou? Hij is al meer dan 10 minuten weg. Ach ik moet niet zo bezorgd doen al die moordseries als CSI en NCIS is niet goed voor mijn goedeverstand. Hinne is vast gewoon wat te eten aan het halen ofzo.' denk ik. Dan legt iemand zijn hand op mijn schouder. 'Hey, waar is Hiddie heen, heeft hij je nu alweer laten zitten, dat is wel heel slecht van hem. Dat ben ik niet van hem gewent.'zegt Jochem grappend. 'Haha, neeh hij moest heel even weg, maar hij komt zo wel weer terug.''hoop ik' zeg ik er in mijn hoofd achteraan. 'Ik ga hem wel even zoeken.'zegt Jochem en hij loopt weg. Ik sta snel op en loop achter Jochem aan. 'Ik ga mee.'zeg ik en Jochem kninkt. We lopen door het gebouw, maar we kunnen Hinne nergens vinden dan zie ik een beveiligings mannetje. 'Kijk Jochem, een man van de beveiliging, misschien heeft hij Hinne gezien en hij weet vast wel wie allemaal de deur heeft verlaten, daar staat hij tenslotte op de uitkijk.' 'Je hebt gelijk, we vragen hem of hij Hinne heeft gezien.' We lopen naar de beveiliger toe en Jochem spreekt hem aan 'Meneer, ik ben Jochem de gitarist van de band' de man knikt 'En ik wou u wat vragen want we zijn namelijk mijn broertje een soort van kwijt. Hij is de bassist van de band, Hinne. Hij heeft bruin haar en is eeehmmm....' 'Even groot als mij' onderbreek ik Jochem maar Jochem knikt en de man denkt even na. 'Neeh, niet gezien, maar hij heeft dus het gebouw niet verlaten, dat is al een stuk makkelijker zoeken.' 'Dankuwel.'zeg ik en we lopen verder. We lopen door een gang met een muur van glas waardoor je naar buiten kunt kijken. Buiten op de parkeerplaats staan lantarenpalen aan en ik zie een zwarte schim. Een mens, en het sleept een ander mens mee! Ik tik Jochem aan en wijs naar buiten. 'Dat is toch niet Hinne he!'zegt Jochem en we rennen samen naar buiten. Alleen als we buiten zijn zijn de twee zwarte schimmen verdwenen. 'Shit!'roept Jochem We lopen weer terug naar binnen. 'Het was vast Hinne niet.' zegt Jochem. Maar daar denk ik heel anders over. Jochem wilt de deur net open doen en we horen een harde kreet uit het bos komen, het bos dat vlak naast de parkeerplaats ligt. Een kreet die je uit duizende herkend; Hinne.