|OO2|
‘Abby? Kun je mij die twee dozen aangeven? Die kunnen dan gelijk in de auto. Oja, vergeet je eigen spullen niet. Leg ze maar in die dozen daar.’ Mijn broer, Jeff, loopt heen en weer om alle spullen in te pakken en vervolgens in de auto te zetten. Zuchtend stapel ik de twee dozen die hij bedoelde en geef het hem aan.
‘Waarom moet alles nou zo snel?’ mompel ik en ik hoop dat hij het niet hoort. Maar helaas hoort hij het toch.
‘Omdat we zo in Atlanta moeten zijn. Oom John gaat zo weg en hij wil ons nog even zien. Daarom moeten we zo opschieten.’ Jeff pakt mijn moeders servies in in keukenpapier en vervolgens in krantenpapier, zodat het niet breekt. Dat was mijn moeders lievelingsservies. Altijd als er iets te vieren was, aten we daaruit. De versieringen zijn er al een beetje vanaf. Jef legt ze in de doos en draagt die naar buiten om in de auto te leggen.
Zuchtend begin ik met inpakken. Langzaam pak ik wat fotolijstjes en leg ze voorzichtig in de doos die voor me staat. Ik wil hier eigenlijk helemaal niet weg. Maar Jeff wil dat wel en ik gun hem ook wat. Hij heeft het moeilijker met het verlies van onze ouders dan ik, omdat hij zich nu verantwoordelijk voelt voor mij. Hij beschermt me voor alles, met name voor jongens. Als ik ook maar met een jongen een praatje maak, is hij alweer bang dat ik in de prostitutie terecht kom. Volkomen belachelijk natuurlijk, maar het is goed bedoeld. Ook al erger ik me soms dood.
‘Ab? Ben je klaar?’ klinkt de stem van Jeff en ik knik, ook al weet ik dat hij het toch niet ziet.
Ik til de doos op – ik heb niet zoveel spullen – en loop naar mijn broer toe. Die pakt hem over en zet hem in de auto.
‘Ben je klaar Ab? Heb je alles bij? We komen hier nooit meer terug.’ Jeff rommelt wat met de sleutels en ik zucht. We komen hier nooit meer terug. Die woorden blijven in mijn hoofd hangen. Ik bijt op mijn lip om niet in huilen uit te barsten. Nooit meer zal ik hier op de bank kunnen ploffen en met mijn voeten de televisie aan kunnen zetten. Nooit meer zal ik de rozen water kunnen geven met het gietertje. Nooit meer zal ik naar buiten kunnen kijken en kunnen zwaaien naar alle kinderen die buiten spelen.
Zuchtend loop ik naar buiten, waar Jeff nog voor de laatste keer in de auto kijkt of we alles mee hebben. Hij vindt het alleen maar fijn dat we verhuizen, weg van hier.
‘Klaar Abbylinn?’ vraagt Jeff glimlachend terwijl hij de voordeur sluit. Ik blijf naar de dichte voordeur staren.
‘Ready to go,’ fluister ik terwijl ik de auto instap en zucht. Hier kom ik nooit meer terug.
Kudo? Reactie? Tips?
Reageer (2)
super zielig! verder!
1 decennium geledenAhww... Echt zielig
1 decennium geledenVerder! <3