004
We liepen terug naar de auto. Ik laadde alle spullen in de kofferbak en mijn moeder wachtte ongeduldig achter het stuur. In plaats van dat ze me even meehielp of minder vreemd gedroeg dacht ik geïrriteerd. Ik deed het portier open en ging naast mijn moeder zitten. Ze startte de auto en reed langzaam weg, dit keer was ik van plan om mijn ogen open te houden. Weer zag ik de muur op me afkomen en Zoef erdoorheen. Ik was helemaal van mijn stuk, dit is dus de tovenaarswereld dacht ik nog. Dromend aan wat ik net allemaal had gezien zette mijn moeder al snel de auto stil. Ik zie het treinstation in de verte en kijk mijn moeder vragend aan. “We hebben alle spullen toch al gehaald?” vroeg ik aan mijn moeder. “Je gaat met de trein naar school.” Was haar antwoord en ze liep de auto uit.
Nadat alle spullen op een kar waren gehesen liepen we naar perron 8 en 9. Ik keek naar de bestemmingen, daar kon mijn school nooit zijn. “Hetzelfde verhaal als net” zei mijn moeder onverwachts en ze liep zo door de muur. Verdwenen was ze. Ik haalde rustig adem, maakte gang met mijn spullen en Zoef erdoorheen. Het was een stuk donkerder en mijn ogen probeerden te wennen. Een grote zwarte trein stond al klaar en zag allemaal mensen in gewaden met dezelfde grote lading op een kar.
“Maar ik heb helemaal geen kleren meegenomen!” zei ik geschrokken en ik keek naar mam. “Ik had je lingerie al ingepakt, voor de rest loop je toch in gewaden” was haar droge antwoord. Normaal is het een hele lieve moeder maar sinds die brief weet ik het ook niet meer. Ik nam snel afscheid van mijn moeder en sjouwde de spullen de trein in. Ik deed de deur open van een van de coupés. “Waar denk jij heen te gaan?” Die stem herkende ik. Ik draaide me om en keek in twee bekende groene ogen.
Er zijn nog geen reacties.