Aurora Solis Jackson

Ik zat te ontbijten, dat wil zeggen, een kop koffie en een appel. Er was en tijd dat ik zaterdagochtend broodjes mocht halen en we dan uitgebreid met z'n vieren ontbeten. Van vier naar twee. Voor het eerst sinds ik hier ben denk ik aan hoe zwaar dit is voor mijn moeder. Ik sta op en loop naar de gang. Daar hangt zo'n grote passpiegel. Ik schrik toch wel als ik ernaar kijk. Ik ben redelijk aangekomen sinds ik uit het ziekenhuis ben. Ik hoor Embry de trap afkomen en ik loop terug naar de woonkamer. "Aurora, we moeten voor controle naar het ziekenhuis.", zei Embry toen hij binnen kwam. Ik zuchtte. "Serieus? Dat kun je niet menen." "Aurora, doe gewoon niet moeilijk. Het is voor je eigen bestwil."Het klonk allemaal als blablabla voor mij. Ik had dit verhaaltje als een duizend keer gehoord. En. Ik. Werd. Er. Doodmoe. Van. Ik had eigenlijk gepland om met Jake naar het strand te gaan, maar hij kon niet. Ik had steeds het gevoel dat hij iets voor me achter hield. Maar toen ik er naar vroeg had hij er gewoon overheen gepraat. "Embry, laat me nou gewoon. Het is echt niet nodig." Hij schudde zijn hoofd. "Het kan altijd nog zo." Hij liep naar me toe en tilde me op. Hij liep naar buiten en zette me in de auto. "Serieus, ik haat je Embry Call.", zei ik boos. "Kan ik mee leven.", zei hij terwijl hij richting Forks reed. Tot mijn verbazing stopte we niet voor een ziekenhuis, maar een grote villa. Oké, wat deden we hier?

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen