Aurora Solis Jackson

Ik lag in mijn bed. Ik dacht aan Jake. Ik vroeg me nog steeds af wat die raadsels waren waar Embry en Jake het over hadden. Ik viel in slaap.

De volgende dag ging pakte ik een appel en ging ik de deur uit. Ik had eigenlijk wel zin om naar het bos te gaan. Ik wandelde door het bos. Het was hier anders dan thuis. Groener, natter, vooral natter. Op zich wel lekker. Ik pakte mijn Ipod en liep zonder echt te kijken waar ik heen liep. Toen ik me bedacht dat ik terug moest had ik geen idee waar ik was. Ik hoorde een rivier stromen. Dan zou het makkelijk zijn om het strand terug te vinden. Plotseling hoorde ik iets. Ik zag aan de overkant van de rivier iets dat op onmenselijke snelheid voorbij rende. Jezus. Plotseling had ik het gevoel dat er iets achter me stond. Ik draaide me om en wilde gillen. Maar er kwam geen geluid over mijn lippen. Er stond een grote zandkleurige wolf tegenover me. (Niet moeilijk te raden we dat is hè?) Ik zette een paar stappen achteruit en stond toen aan de rand van een rivier. Ik begon steeds sneller te ademen. Ik raakte totaal in paniek. Hij zou me vermoorden. Plotseling voelde het als of ik een klap tegen mijn hoofd haf gekregen. Ik werd duizelig en viel op de grond. Ik werd overvallen door een drukkende duisternis en ik wist niks meer.

Reageer (1)

  • Tweetybum

    Sethie! Snel Verder!!!

    XxX

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen