What’s happening?
Danila werd steeds aardiger nu ik bij haar woonde, haar ouders waren ook erg aardig en zorgzaam. Ze deden me een beetje denken aan Emily en Ben. Ik mocht niet bij Enrique wonen, want zijn vader vond dat niet goed. Ik kon nergens anders heen dan hier. Danila en ik kunnen het wel met elkaar vinden, we zijn als zussen voor elkaar. Ze had zelf geen broertjes of zusjes, dus ze was blij dat ik bij haar introk.
Op een dag vroeg Enrique aan me, of ik met hem een stukje in het bos wilde rijden. Ik zei ja, maar Danila zei dat ze het te druk had nadat ik haar ook mee had gevraagd. Ik wist dat ze loog, want ze had het nooit druk. Ze knipoogde naar me, maar ik wist niet wat ze daarmee wilde zeggen.
Enrique vertelde veel over het bos, dat het bos van het leven word genoemd. Het word zo genoemd omdat er veel planten en dieren leven, al eeuwen lang. Het was erg gevaarlijk volgens Enrique, dus we bleven in de buurt van de stad. Mij leek het niet zo gevaarlijk, ik zag alleen maar wat onschuldige egels, muisjes en andere kleine dieren.
Ik voelde opeens iets raars, en hoorde een vreemd geluid. ‘Hoor jij dat ook?’ vroeg ik. ‘Wat? Ik hoor niks’ zei Enrique, wat niet veel goeds betekende. Meestal was hij degene die iets hoorde, omdat hij betere oren had. Het geluid was weg, maar ik voelde me nog steeds raar en werd een beetje duizelig. ‘Wat is er?’ hoorde ik heel vaag. Ik keek Enrique aan, hij keek bezorgd naar mij. Alles draaide, maar ik zag nog dat achter hem iets zwarts naar hem toe kwam. ‘Kijk uit! Achter je!’ Riep ik, maar het was te laat. Het zwarte ding greep naar zijn borstkas. Enrique viel van zijn paard, dat daarnaa heel hard wegrende. Het zwarte beest was weg en ik ging zo snel mogelijk naar hem toe. ‘Enrique, ik wist niet wat er gebeurde... Ik...’ Stamelde ik, niet wetend wat ik moest zeggen of voelen. Zonder dat ik het door had, gingen mijn handen gloeien. Ik voelde wel een tinteling, maar ik dacht dat het kwam van de schrik. ‘Ga... Ga hulp halen...’ zei Enrique, en ik rende zo hard als ik kon terug naar de stad. ‘Help! Help! Enrique is aangevallen!’ Riep ik, en de wachters gingen zo snel mogelijk naar hem toe. Ik viel op de grond van uitputting, en omdat ik nog duizeliger was dan eerst. Boven me zag ik heel wazig het hoofd van Danila. ‘Wat is er met je? Waar is Enrique? Wat gebeurde er?’ Vroeg ze heel snel achter elkaar. ‘Ik... weet het niet...’ zei ik als laatste voor ik in slaap viel van uitputting.
Er zijn nog geen reacties.