Het wasrek
Het was de zoveelste zomerse middag in Utrecht. Leonie stapte met haar roze konijnenpantoffels en baby-blauwe badjas het balkon op. Zoals alle andere dagen waarop ze niets te doen had, was ze nog steeds in haar pyama.
Meestal probeerde ze een pyama-dag te voorkomen door de stad in te gaan of met vrienden leuke dingen te doen, maar de meesten waren nu op vakantie.
Leonie pakte het wasrek dat stil tegen de schutting leunde en klapte het uit.
Even verdween ze het huis in, maar daarna kwam ze terug met een witte wasmand gevuld met natte kleren. Haar moeder had haar gevraagd om de was op te hangen.
Een voor een hing ze de natte kledders aan het rek. Zorgvuldig plaatste ze overal wasknijpers, om het wegwaaien van de schone was te voorkomen.
Zoals veel van de huizen in haar buurt, zat het balkon aan de achterkant van het huis. De achtertuin was stil, dus Leonie was niet bang dat iemand haar zou zien met haar pluchen jas en verschrikkelijke pantoffels. De vogeltjes floten en er waaide een fris briesje. De zon maakte alles warm en doezelig.
Leonie begon een liedje te neurien. Als een van de weinigen van haar leeftijd was ze bekend met Jaap Fischer, een geweldige zanger uit de jaren 60 van de vorige eeuw. Haar lievelingslied was 'het ei', over een man die uit medelijden een ei niet durft te bakken.
'...Het lag nog warm, te leven in mijn hand. Ik mikte reeds, zorgvuldig op de harde hete rand van de pan en ik kon de geur al ruiken, van dit veel te vroeg geremde kuiken...'
Naarmate het liedje vorderde begon ze steeds harder te zingen.
'Hallo', hoorde Leonie ineens een stem achter zich zeggen. Met een ruk draaide ze zich om. Op het balkon naast het hare stond een jongen van een jaar of zeventien. Hij had donkerblonde haren en een knap gezichtje.
'Hoi', zei Leonie terug. Ze probeerde haar babyblauwe jas te verstoppen achter het kledingstuk wat ze op dat moment vasthield. Te laat besefte ze dat het een kanten bh van haar moeder was.
'Ik ben hier gisteren komen wonen, misschien heb je de verhuiswagen wel zien staan', zei de jongen. Hij stak zijn hand uit over het hekje wat de twee balkons van elkaar scheidde. 'Ik ben Michiel'.
'Leonie'. Beschaamd schudde ze zijn hand. Dat ze nou met zo'n knappe jongen hier moest staan, in haar verschrikkelijke kleren, om nog maar niet te beginnen over haar haar en haar gezicht zonder make-up.
'Mooie naam', zei hij. 'Misschien kan je me eens de stad laten zien'. Hij had een ondeugende lach op zijn gezicht.
'Leuk, dat doe ik graag'. Ze lachte met haar verleidelijkste lach zoals dat op dit moment mogelijk was terug.
'Cool', zei hij. 'Dan zie ik je later wel, Leonie'. Hij zwaaide en ging weer terug naar binnen.
Opgewekt hing Leonie de bh van haar moeder aan de waslijn.
Reageer (1)
Oke geniaal!
1 decennium geledenIk wil meer! Het idee is echt leuk!